Marineschepen.nl
 
   
 

Reportage: testen van drones voor mijnenbestrijden op zee


Door: Jaime Karremann
Bericht geplaatst: 11-01-2022 | Laatst aangepast: 11-01-2022


Vanaf 2024 gaan België en Nederland met een nieuw concept van mijnenbestrijden aan de slag. De schepen staan vaak in de spotlights, maar cruciaal zijn de drones. Die mijnenbestrijdingsdrones zijn er nog lang niet allemaal en enkele moeten worden ontwikkeld, getest en de marine wil er ervaring mee opdoen. Dat gebeurt nu al aan boord van de Geosea.

Geosea
De Geosea langs de steiger bij de Mijnendienst, rechts in beeld Alkmaarklasse mijnenjager Zr.Ms. Willemstad (M864), die vervangen gaat worden door de nieuwe schepen. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Normaal gaat het grote rode civiele schip een week van huis, maar op deze koude decemberdag staan zowel vertrek als aankomst ingepland. Doel: de A-18M van het Franse ECA Group testen na een recente update.



Het is nog donker als ik voet aan dek zet in de Helderse marinehaven. Eenmaal binnen is al snel duidelijk dat dit door de marine geleasde schip, dat normaal voor de offshore vaart, dankzij het grote dek en de grote ruimtes uiterst flexibel in te zetten is. Het is bovenal een werkschip. De mix van snelle bureaustoelen met forse houten bureaus in een van de grotere ruimtes doet vermoeden dat er decennia geen interieurarchitect aan boord is geweest. Het draait bij de Geosea dan ook niet om franje of een knus thuis voor een bemanning die maanden op zee is, noch om een gevecht op zee. Binnen wordt vriendelijk verzocht om de veiligheidsschoenen van buiten te voorzien van blauwe schoenenhoesjes of te vervangen door sloffen, dat houdt de viezigheid buiten. Het is een schip van niet lullen, zo min mogelijk poetsen, en vooral werken.

De ontvangst is hartelijk en al snel bespreek ik de dag met commandant LTZ1 Joris Egtberts in de eerder genoemde ruimte. Ondertussen schuift de oranje verlichting van de steigers langzaam voorbij de patrijspoorten. Dat de commandant niet op de brug is tijdens vertrek is niet vreemd, Egtberts is namelijk commandant van de MCM Modulegroep (MMG) van de Mijnendienst. Het schip wordt gevaren door een burgerbemanning en onder leiding van de kapitein vaart de Geosea naar buiten. De marinemilitairen kunnen zich hierdoor volledig richten op de drones.

"Het was even wennen," zegt Egtberts. "Ik heb veel gevaren en dan ben je gewend dat je vaart én je met mijnenbestrijding bezighoudt, dat is hier dus anders. Maar de samenwerking tussen ons en de bemanning gaat helemaal prima."



Lease
Egtberts stond aan de basis van het huidige programma en de inhuur van de Geosea, die nu bijna twee jaar voor de marine vaart. Egtberts: "In eerste instantie was het plan om twee mijnenjagers die tegen de kant lagen weer in dienst te stellen voor het testen van nieuwe tools en uitbreiding van de mijnenbestrijdingscapaciteit. Het bleek echter goedkoper om een civiel schip in te huren dan oude schepen gereed te maken voor deze opdracht."

Dat kan de MMG pas echt sinds het prototype van de A-18M aan boord kwam in april 2021. In de beginfase werd alleen gewerkt met de Remus, van concurrent Kongsberg, en in gebruik op de huidige mijnenjagers. Met dit systeem is MMG aan boord van Geosea begonnen en heeft men gebruikerstesten uitgevoerd.

Het mooie aan de Geosea is, zo vertelt Egtberts, dat het schip ongeveer even lang en even breed is als de aanstaande Belgische en Nederlandse mijnenbestrijdingsvaarutigen van de City- en Vlissingenklasse. Daarnaast wordt dankbaar gebruik gemaakt van de Geosea door het Korps Mariniers en het Fleet Marine Squadron, de duikschool en de afdeling van de marine die zich bezighoudt met innovaties. "Het schip is snel inzetbaar en kan worden aangepast", zegt Egtberts. "Er zijn bijvoorbeeld frames op het dek gelast voor een van de gebruikers. We helpen verder ook met het zoeken naar de O 13 [de sinds 1940 vermiste Nederlandse onderzeeboot, JK] en bij onderzoek naar oorlogswrakken. Verder worden we ook ingezet om explosieven te ruimen, zoals tijdens Beneficial Cooperation."

Nu vaart de Geosea met het eerste deel van de vMCM-toolbox, de A-18M naar buiten. Begin 2022 wordt dat helemaal anders. Dan zullen veel meer toekomstige middelen vanuit Frankrijk aan boord van de Geosea komen. Een kleinere versie van de Inspector 125 (de USV, een onbemand oppervlaktevaartuig dat de drones zelf in en uit het water gaat halen), komt binnenkort aan boord. Ook de onderwaterdrone Seascan zal begin 2022 aan boord komen, de K-STER (later meer hierover) is er al maar komt later beschikbaar voor de Geosea.

Behalve de 13 bemanningsleden van de Geosea en het tiental militairen, is er ook een klein clubje van de fabrikant aan boord.

A-18M
Het prototype van de A-18M van ECA. (Foto: ECA Group)

Slimme drone
Na twee uur varen zijn we aangekomen op de locatie waar de tests met de A-18M zullen plaatsvinden. De onderwaterdrone, of beter de Autonomous Underwater Vehicle (AUV) is een door ECA nieuw ontwikkelde drone die vergelijkbaar is met de bekende Remus, maar dan veel groter en met een heel nieuwe sonar.
De A-18M is ontwikkeld om geheel zelfstandig de zeebodem af te zoeken naar bijvoorbeeld mijnen, oude explosieven, wrakken, of wat dan ook. Het gele gevaarte is vooral gespecialiseerd in wateren wat verder uit de kust, waar het diep genoeg is om de synthetic aperture sonar (SAS) tot z'n recht te laten komen. Het sonarbeeld lijkt op dat van een sidescansonar, maar de SAS is vele malen scherper. Ook het gebied dat de A-18M kan afzoeken is veel groter. Niet alleen door de veel krachtigere sonartechniek, maar ook doordat het vaarbereik groter is.

Inspector
Begin 2022 komt de oppervlaktedrone (Unmanned Surface Vehicle, USV) Inspector-125 van ECA Group naar Den Helder. Dit onbemande scheepje van 12 meter moet straks zes drones kunnen meenemen en zelfstandig te water laten en weer aan boord nemen. Van deze versie zullen twintig exemplaren voor Nederland en België worden gebouwd. (Beeld: ECA Group)

De nieuwe drone kan namelijk vele uren onder water blijven. En dat vergt een heel nieuwe manier van denken bij de Mijnendienst. Nu worden drones over boord gezet vanaf het schip of een RHIB, straks gebeurt dat door de Inspector 125 die uit het zicht voorbij de horizon vaart. Eenmaal onder water is contact met de A-18M niet altijd mogelijk, en vooral vaak niet nodig. Die drone gaat dan een vooraf ingestelde route varen om de bodem in kaart te brengen. Komt deze dan op de afgesproken tijd naar boven? Misschien. Het kan zijn dat de drone iets tegenkomt waardoor hij meer tijd uit wil trekken voor nader onderzoek. Ook kan het gebeuren dat de drone instellingen wijzigt op basis van de omstandigheden onder water.
De Mijnendienst gaat nog meer overlaten aan en meer vertrouwen op de techniek.

Maar voordat de Mijnendienst dat kan, moeten de spullen daar klaar voor zijn. Vaak wordt gezegd dat Nederland en België de nieuwe capaciteit van de plank kopen, maar eigenlijk wordt een cruciaal deel van de capaciteit door de Mijnendienst samen met ECA Group ontwikkeld, en vervolgens in België gebouwd.

A-18M
De A-18M gezien vanaf de Geosea. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Missie gestart
Een klein stukje van die ontwikkeling gebeurt vandaag voor de kust van Noord-Holland. Op het grote dek van de Geosea wordt de kooi (de cradle) met daarin de A-18M voorzichtig over boord getild en eenmaal in het water, zwemt de A-18M achteruit de koude Noordzee in. Eenmaal op afstand van de Geosea verdwijnt de gele sigaar onder water.

Een paar dekken hoger is de centrale gehuisvest. In deze rechthoekige ruimte met een rij bureaus aan de ene kant en een vergadertafel aan de andere kant, zit een team van de MMG en de A-18M-expert van ECA. Het marineteam bestaat overigens niet uit uitsluitend officieren, behalve de commandant is er een oudste officier, in de centrale is één onderofficier en de operator is matroos Lex. (Hiernaast is bij de MMG personeel met een nautische en technische achtergrond aanwezig.) In het Engels wordt door de teams voortdurend afgestemd over de instellingen, de drone, de ontvangen foutmeldingen, de verbindingen tussen schip en A-18M, etc.

De monitors op de bureaus zijn in drie groepen te verdelen: mission management (planning), drone control en datamanagement (analyse van de data). De drie verschillende systemen zijn Umisoft-programma's van ECA, overeenkomstig met wat er straks op de mijnenbestrijdingsvaartuigen komt.

Op het scherm van drone control is te zien dat de drone in positie is en onder water kan. Na overleg door Lex met de technicus van ECA, gaat de drone door middel van enkele muisklikken beginnen aan de eerste oefenmissie. "Alle posten, centrale, missie is gestart", zegt Lex via de verbinding. Een driehoekje op het drone control-scherm begint aan de route. Nadat de eerste missie is afgerond, begint de drone na enige aanpassingen in de instellingen aan de tweede missie. Die is veel langer en veel valt er niet te zien. Ook voor de technici is er nu niet veel werk, het echte analysewerk gebeurt pas als de A-18M aan boord is gehaald en de data gedownload kan worden. In de toekomst krijgen de schepen de data toegezonden zodra de drone boven water komt, de uitdaging is alleen dat de hoge resolutie-sonar een gigantische hoeveelheid data per minuut verzamelt en die data moet wel verzonden worden.

Geosea
De Geosea (nog voor de laatste schilderbeurt) in Portugese wateren in september, tijdens de oefening REPMUS. Ook verschillende buitenlandse marines waren geïnteresseerd in de Nederlandse opzet van het programma. (Foto: Koninklijke Marine)

Goud waard
Terwijl de machine onder water het lastige werk doet, kan de mens genieten van een uitstekende warme lunch in het eetverblijf van het schip. Met appelgebak als toetje.

Commandant van MMG LTZ1 Joris Egtberts zegt tevreden te zijn. Niet alleen over de Geosea, maar ook over de eerste drone. "Het gaat goed", zegt hij. "En ook over de software ben ik positief. Die is heel gebruiksvriendelijk."
Desondanks verloopt niet alles vlekkeloos; bijvoorbeeld de kooi kan nog een stuk verbeterd worden "Onze ervaringen koppelen we steeds terug aan de fabrikant", zegt Egtberts. "En we zien de verbeteringen ook terugkomen."

Dat geldt niet alleen voor Umisoft, maar ook voor de drones. Zo werd de A-18M onlangs voorzien van een soft- en hardware update in Frankrijk en weer teruggestuurd naar het testschip. MMG zelf heeft al meerdere wijzigingen gedaan aan de cradle; een kooi waar een drone in of uit vaart lijkt heel simpel maar de praktijk in de soms onstuimige Noordzee kan heel anders zijn.

Voor ECA moet het OT&E-programma dankzij die terugkoppelingen en het meedenken van de klant goud waard zijn, al lijkt het voor het Franse bedrijf soms ook wennen te zijn om samen te werken met Nederlandse marinemensen die precies het hoe en waarom willen weten.

Voor de Nederlandse en Belgische marine is het programma net zo goed enorm waardevol. Niet alleen omdat hierdoor de drones veel beter aansluiten bij wat de gebruiker wil, maar ook omdat onverwachte vertragingen worden opgevangen in het OT&E-programma. Zonder dat programma zouden de drones immers gewoon geleverd moeten worden in 2024 door de fabrikant.
Een heel concreet voordeel is al gehaald door de drones nu al te laten komen. Een van de drones, de K-STER is namelijk ontworpen om een holle lading door een explosief te schieten. Dat is niet anders dan wat de huidige mijnenjagers ook hebben, maar mede door de nieuwe regels die zijn ingevoerd na het mortierongeval in Mali, dient ook de K-STER C te worden getest en gecertificeerd, en is daardoor nog enige tijd niet te gebruiken.
Dat traject kan dankzij OT&E nu dus al van start voor de K-STER die half december is geleverd.

Geosea
Overleg in de centrale van de Geosea tussen het team van MMG en van ECA. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Leren
Voor de MCM Modulegroep draait het overigens niet alleen om testen. Egtberts: "We willen de middelen ook veel gebruiken en er zelf van leren. Straks gaan we onbemand systemen wegsturen vanaf een USV op grote afstand. Nu staan we er als er iets mis gaat kan je bijsturen. Straks moet je voldoende vertrouwen hebben. Die ervaring hebben we ook nodig omdat wij lespakketten gaan maken, trainingen gaan opzetten en toetsen de geschreven doctrines. Ook denken we mee over de bedrijfsvoering aan boord van de nieuwe schepen."
Niet alle kennis is gebaseerd op de ervaringen op zee. Volgend jaar gaan leden van de MMG (met iemand van de mijnenbestrijdingsschool en een Belgische militair) een fabrieksopleiding doen van ECA.

Eenmaal terug in de centrale na de lunch, blijkt de A-18M -gemonitord door een van de achtergebleven technici- rustig door te zijn gevaren. De rest van het team kan weer plaatsnemen en bespreekt de tussentijdse meldingen die het apparaat naar de Geosea heeft teruggestuurd.
Het team is jong en klein en het werk is nieuw. Iedereen, ongeacht rang, wordt gevraagd mee te praten en te denken. "We zitten in het begin van een nieuwe capaciteit", legt Egtberts uit. "De kennis die we hier opbouwen moet doorgegeven worden. Daarom hebben we hier het liefste jonge enthousiaste lui waar we zo lang mogelijk plezier van hebben. Plus, de jeugd is soms veel handiger met techniek dan ik."

Een van die jonge mensen is Lex. Hij is matroos Operationele Dienst Operaties (ODOPS) en werkt sinds 2017 bij de marine. Hij begon bij de Onderzeedienst, en zit nu aan boord van de Geosea. Hier heeft hij zijn draai gevonden: "Het gaat lekker hier. Ik ben van A tot Z betrokken, ik bouw samen met de anderen de hele set met mast op het dek op, sluit de apparatuur aan, maak missies, volg de drones tijdens de missies en ben betrokken bij de analyses. Ik heb veel vrijheid."
"Omdat het project en de spullen nieuw zijn loop je vaak tegen dingen aan. Het wordt dan gewaardeerd als je meedenkt en met oplossingen komt, rang maakt niet uit want mijn sergeant heeft net zo veel kennis van dit systeem als ik. Daarom praten we veel met ECA. Zij werken er langer mee dan wij, dus zij hebben veel kennis en ervaring. Ik vraag ze steeds de oren van het hoofd om zo veel mogelijk te leren. Die kennis kan ik weer overdragen aan nieuwe collega's van MMG." Op de Vlissingenklasse zal Lex echter niet gaan varen, hij heeft besloten de marine te verlaten.

A-18M
De A-18M wordt op de hand in de cradle gevaren. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

A-18M
Cradle wordt met drone aan dek gehesen. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Terug
Op het scherm van drone control verschijnt een berichtje van de A-18M: missie is gereed. De drone is op het afgesproken punt boven water gekomen en wordt terug naar het schip gedirigeerd. Aan dek worden de voorbereidingen voor de ontvangst van de drone getroffen en de cradle wordt te water gelaten. Het laatste stukje wordt de A-18M op de hand gevaren, zo de cradle in.

Aan dek en in de centrale wordt gestart met het afsluiten en opruimen van de systemen, ondertussen glijdt de Geosea de haven van Den Helder weer in na een succesvolle testdag. Volgend jaar volgen met de komst van de nieuwe drones weer nieuwe stappen, die de toekomst van de mijnenbestrijding zullen bepalen.



comments powered by Disqus




Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Dossiers

Gerelateerde artikelen

Nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen

De drones op een rij