De Deense marine is bezig met een project om nieuwe patrouilleschepen aan te schaffen. De Deense Defensie gaat daarvoor in zee met het consortium Danske Patruljeskibe K/S. Het contract werd op 23 juni getekend. De schepen moeten op termijn de patrouilleschepen van de Thetisklasse vervangen.
Artist impression van de MPV 80, een ontwerp van OMT dat mogelijk als basis dient voor het ontwerp van de nieuwe patrouilleschepen. (Beeld: OMT)
Het consortium
Danske Patruljeskibe K/S is een consortium dat bestaat uit de partijen Terma, Odense Maritime Technology (OMT) en PensionDanmark. Zij zullen als "totaalleverancier" van het project fungeren voor de materiaalinkoop van Defensie, in een naar eigen zeggen nieuw samenwerkingsmodel. Het project draagt de naam Patrol Ship.
Terma is een technologie-bedrijf dat onder andere radars, zelfbeschermingsmiddelen voor jachtvliegtuigen en software voor satellieten produceert. Het is een mondiaal bedrijf uit 1944 met zijn wortels in Denemarken. OMT is een Deens maritieme consultancy dat in 2010 werd opgericht en het bedrijf achter het ontwerp van de Iver Huitfeldtklasse fregatten, afgeleiden zoals het Britse Type 31-fregat en andere Deense flex-schepen. Als pensioenfonds is PensionDanmark, met meer dan 800.000 leden, de opvallendste in het rijtje van de drie.
Men heeft er duidelijk voor gekozen om in te zetten op de Deense (defensie-)industrie. Niet alleen om meer banen in Denemarken te creëren, maar ook om de leveringszekerheid te vergroten, "innovatieve Deense technologische oplossingen" te kunnen garanderen, de Deense industrie verder te laten ontwikkelen en om de Deense "maritieme competenties van wereldklasse" vast te houden.
Ontwerp op de planning voor 2025
In het contract dat afgelopen vrijdag ondertekend werd, staat vooral de ontwikkelingen van de scheepsontwerpen van de nieuwe patrouilleschepen centraal. Het ontwerp hiervan zal vermoedelijk halverwege 2025 klaar zijn, waarna er knopen doorgehakt gaan worden over zaken als de aanschaf en de bouw.
De voorzitter van het project is flottieljeadmiraal Claus L. Andersen: "Het Patrol Ship-project is een voorbeeld van een nieuwe manier om projecten te implementeren met nauwe samenwerking met de Deense maritieme industrie, de Defensie-industrie en de strijdkrachten. Waar wij vroeger verantwoordelijk waren voor een groot deel van de coördinatie, integratie van systemen en soortgelijke taken, dragen we nu een deel van deze verantwoordelijkheden over aan het consortium als volledige leverancier. Onderdeel hiervan is het betrekken van de Deense industrie in goede samenwerking met Defensie. De verwachting is dat we hier na de zomervakantie mee beginnen."
De nieuwe schepen moeten multifunctionele patrouilleschepen worden voor de Deense marine, maar het is de bedoeling dat het Deense consortium deze schepen ook gaat exporteren.
Deense miljardeninvestering
Het Patrol Ship-project is een nieuwe stap van Denemarken om meer te investeren in de marine. In augustus 2022 kondigde de Deense minister van Defensie Morten Bødskov al aan dat er veel nieuwe marineschepen besteld zouden worden, bij de Deense industrie. Volgens Bødskov had de Russische invasie van Oekraïne een nieuwe veiligheidssituatie gecreëerd.
Daarnaast was het de wens van de minister dat er lokaal gebouwd werd, aangezien de coronapandemie had aangetoond hoe belangrijk dit kan zijn. Ook hiermee volgt het Patrol Ship-project dus de ingezette lijn. De nieuwe investeringen in de Deense marine kunnen de komende 20 jaar oplopen tot 5,4 miljard euro.
Op het moment van de aankondiging was de Deense marine klein (kleiner dan de helft van de Nederlandse marine). Daar wil Bødskov echter snel verandering in gaan brengen en zal ook de industrie daarvan profiteren. De minister sprak destijds uit dat Denemarken "een nieuwe supermacht binnen de scheepsbouw" kan worden.
Auteur: Tobias Kappelle Tobias werkt sinds augustus 2020 als freelance journalist voor Marineschepen.nl. Daarnaast is hij vooral actief in de sportjournalistiek bij onder andere AD Sportwereld, Eurosport en Hockey.nl. Tobias studeerde Geschiedenis en Bestuurs- en Organisatiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht en deed een master Media & Journalistiek aan de Erasmus University Rotterdam.
