Marineschepen.nl
 
   
 

Deense flexibiliteit heeft grenzen: de Absalons zijn nu fregatten


Door: Jaime Karremann
Bericht geplaatst: 22-10-2020 | Laatst aangepast: 22-10-2020


De Deense 'flexibele ondersteuningsschepen' van de Absalonklasse zijn omgedoopt tot fregatten. 'L16' en 'L17' op de boegen van respectievelijk KDM Absalon en KDM Esbern Snare werden overgeschilderd en vervangen door 'F341' en 'F342'. Vanaf nu gaan de schepen zich richten op onderzeebootbestrijding, vanaf 2026 moeten ze dan in te zetten zijn tegen onderzeeboten.

FFG(X)
KDM Absalon met het nieuwe naamsein op de boeg: F341. (Foto: Deense marine)

Je zou kunnen zeggen dat de twee schepen van de Absalonklasse vanaf het prille begin in een identiteitscrisis verkeerden. Terwijl internationaal lovende woorden klonken over de (in ieder geval op papier) uiterst flexibele schepen die ingezet konden worden als commandoplatforms, transportschepen, hospitaalschepen en nog veel meer dankzij het grote flexdek waar nieuwe functies geïnstalleerd kunnen worden, voelden de schepen zich eigenlijk fregatten. Ze werkten ook als fregatten, zijn ook met hun sensoren en wapens (kanons, 16 Harpoons, 12 ESSM's en torpedo's) uitgerust als fregatten. Maar internationaal werden ze gezien als ondersteuningsschepen.



Dus vielen de schepen in NAVO-oefeningen in de categorie bevoorradingsschepen, amfibische transportschepen. "Gasten die we aan boord kregen viel gelijk op dat we fregatten waren", zegt de commandant van de Deense marine in een interview, "dat moesten we dan uitleggen."

In een verklaring licht de Deense marine de verwarring die er kennelijk 15 jaar was als volgt toe (onder de kop 'De NAVO begrijpt de term beter'): "De term 'flexibel ondersteuningsschip' heeft vaak voor verwarring gezorgd bij de NAVO-partners. Dit komt deels doordat 'ondersteuningsschip' vertaald kan worden naar het Engelse 'bevoorradingsschip', ook al heeft de Abslon-klasse altijd al grootte, capaciteit en wapens gehad als fregatten. De term ASW-fregatten is goed bekend in de NAVO en de nieuwe identiteit zal het voor de NAVO-partners gemakkelijker te begrijpen maken."


KDM Esbern Snare tijdens een bezoek aan Amsterdam in 2017. Links het 35mm Millenium kanon voor inkomende raketten en vliegtuigen. Rechts het 5 inch (12,7 cm) kanon. Boven in de mast staat de Thales SMART-S Mk2 radar. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Deuk in het Stanflex-imago
De grote vraag is natuurlijk of het 'probleem' ook lag bij de internationale verwarring, of dat de flexibiliteit van de schepen nooit volledig is benut. Een fregat met een flexdek is handig, maar een ondersteuningsschip met een zware bewapening kan juist veel extra's toevoegen. Hoe dan ook lijkt het Deense Stanflex-imago een behoorlijke deuk te zijn opgelopen. Want de Deense marine heeft er niet voor gekozen om flexibele fregatten van te maken, maar de schepen zelfs te laten specialiseren.



Stanflex
De Deense marine bedacht het Stanflex-concept (Standard Flexibility) toen in de jaren '80 schepen van drie verschillende klassen vervangen moesten worden. Deze drie klassen bestonden ieder uit een apart type (patrouilleschepen, torpedoboten en mijnenjagers), maar voor drie nieuwe klassen met deze specialiteiten was geen geld. Daarom werd één nieuwe scheepsklasse ontworpen (Stanflex 300) met standaard romp, standaard sensoren en standaard voortstuwing, maar met flexibele uitrusting.
Voor iedere taak (luchtverdediging/ oppervlakte oorlogvoering, mijnenbestrijding of onderzeebootbestrijding) kon een aparte container worden geplaatst achter op het schip met de benodigde wapensystemen. Deze schepen kwamen eind jaren '80 in dienst als Flyvefiskenklasse. Internationaal was er veel lof voor dit concept en zorgde voor inspiratie bij de totstandkoming van het Littoral Combat Ship (LCS) van de Amerikaanse marine dat uiterst flexibel en goedkoop moest zijn. Het Stanflex-concept is in Denemarken ook toegepast op de schepen van de Iver Huitfeldt-, Thetis- en Knud Rasmussenklasse.

Het 84 meter lange flexdek met in de wanden en plafonds aansluitingen voor containers. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Vredesschepen
Opvallend is ook de verklaring van de commandant van de Deense marine, admiraal Torben Mikkelsen, over de keuzes die gemaakt werden tijdens de ontwikkeling van de Absalonklasse eind jaren '90. In de jaren na de Koude Oorlog moest het vredesdividend worden geïnd. Aanvankelijk werden de schepen 'commando-ondersteuningsschepen' genoemd, maar toen de linkse Deense regering een nieuw defensie-akkoord opstelde stonden er termen als "flexibele ondersteuningsschepen", "hospitaalschepen" en "evacuatietaken" in de tekst. "Het was te agressief om ze fregatten te noemen , en we moesten oppassen dat we dat niet waren. Maar ik zie niet in dat het zo agressief is. Het gaat er niet om hoe ze heten, maar om wat ze kunnen", zegt Mikkelsen.

De nieuwe koers van de Deense Defensie richting vredesoperaties betekende ook het einde van de 95-jaar oude Deense Onderzeedienst toen werd besloten om de oude Tumlerenklasse niet te vervangen. In 2004 werd de laatste Deense onderzeeboot uit dienst gesteld en in 2005 werd de Deense Onderzeedienst opgeheven. Net als minister van Defensie Henk Kamp (VVD) die een jaar eerder besloten had om de Orion marinepatrouillevliegtuigen, werd door de Deense politiek verwacht dat de dreiging van onderzeeboten verleden tijd was.



Onderzeebootbestrijding
De dreiging van onderzeeboten is springlevend en dat ervaart ook de Deense marine, die nu inzet op onderzeebootbestrijding, ondanks dat de beste onderzeebootbestrijders (onderzeeboten) al 15 jaar weg zijn. "Het is belangrijk dat we de NAVO beter kunnen voorzien van de benodigde capaciteit op dat gebied. Met de huidige geopolitieke situatie en de veiligheidssituatie in de wereld is het cruciaal dat Denemarken een capabele anti-onderzeebootcapaciteit heeft", zegt admiraal Mikkelsen in een verklaring van de Deense marine.

Denemarken wendde begin dit jaar al middelen aan om de Seahawk-helikopters te voorzien van sensoren en wapens om onderzeeboten te kunnen gaan bestrijden vanaf de 'nieuwe' fregatten.

Voor de Absalons werd de eerste stap richting de nieuwe identiteit afgelopen maandag gezet met het overschilderen van de letters en cijfers op de boeg. Daar blijft het ook voor hen niet bij, want ondanks het fregatten-uiterlijk en de (voor de Absalons) felbegeerde 'F' op de boeg, moeten er nog flinke stappen worden gezet voor de schepen zich ook anti-submarine warfare (ASW) fregatten kunnen noemen.

De Absalonklasse heeft weliswaar al een vaste sonar onder de boeg, maar ook voorzien van gesleepte sonars. Hiermee kunnen onderzeeboten op grotere afstand gedetecteerd. De nieuwe sonar moet nog worden aangeschaft, bovendien zal deze moeten worden geïntegreerd in het combat management system van de fregatten, en bemanningen moeten worden opgeleid. Vanaf 2026 kunnen de ASW-fregatten van de Absalonklasse op onderzeeboten jagen.



comments powered by Disqus


Marineschepen.nl

Contact

Over deze site

Privacy

Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Nieuwsoverzicht

Gerelateerde artikelen

Absalonklasse

Deens successchip op bezoek in Amsterdam