Zou de marine een van de twee nieuwe fregatten Zr.Ms. Francien de Zeeuw moeten gaan noemen? Of toch naar een admiraal uit de 17e eeuw? Of een zeeheld uit de Tweede Wereldoorlog? Als het aan de Tweede Kamer ligt worden twee nieuwe schepen vernoemd naar vrouwen. Ook staatssectretaris van Defensie Barbara Visser is steunt de motie, maar het is aan de naamgevingscommissie, de Commandant der Strijdkrachten, de minister en de Koning om namen te kiezen.
Zr.Ms. Van Speijk. Een marineschip zal Zr.Ms. Van Speijk moeten heten, volgens het Koninklijk Besluit uit 1831. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Begin december opperde GroenLinks-Kamerlid Tom van de Nieuwenhuijzen om de nieuwe marineschepen te vernoemen naar "stoere vrouwen", en diende vervolgens gesteund door het CDA en D66 een motie in. Marineschepen.nl had ondertussen lezers opgeroepen hun voorkeur uit te spreken middels een enquête. Deze enquête stond 12 dagen open. Van de kleine 7.000 lezers van het artikel, vulden een kleine 100 personen de enquête (waar voor bij Google ingelogd moest worden) in.
De uitslag was helder. Als het aan de lezers ligt worden de fregatten vernoemd naar zeehelden/ admiralen en de onderzeeboten naar vissen of zeezoogdieren. De mijnenbestrijdingsvaartuigen moeten vernoemd worden naar woonplaatsen (veelal steden of vissersplaatsen). Wat de respondenten van de enquête betreft, hoeft er dus weinig te veranderen.
De top drie:
Fregatten
1. Zeehelden/ admiralen zoals Van Speijk, Piet Hein, Van Galen (34%)
2. Schepen uit het verleden zoals Gouden Leeuw, Eendracht (8%)
3. Leden van het Koninklijk Huis (7%)
Onderzeeboten
1. Vissen/ zeezoogdieren zoals Orka en Potvis (61%)
2. Letter en nummer zoals Zr.Ms. O 28 (4%)
3. Onderzeeboothelden zoals Van Dulm en Piet de Jong (4%)
Mijnenbestrijdingsvaartuigen
1. Woonplaatsen zoals Katwijk en Vlissingen (34%)
2. Caribische eilanden (9%)
3. Provincies (7%)
Twee keer is de naam Francien de Zeeuw geopperd als naam voor een fregat, één keer als naam van een mijnenbestrijdingsvaartuig. Ook andere vrouwen kwamen een enkele keer naar voren, zoals Hannie Schaft, naast andere verzetshelden. Of ogenschijnlijk willekeurige vrouwennamen.
Motie aangenomen
De uitslag van de Marineschepen.nl-enquête staat haaks op wat er afgelopen dinsdag gebeurde in de Tweede Kamer. Dinsdag werd namelijk de motie van GroenLinks-Kamerlid Van de Nieuwenhuijzen met 129 stemmen voor en 20 stemmen tegen aangenomen. In de motie verzoekt het Tweede Kamerlid de regering om Defensie de "uitdrukkelijke wens vanuit de Kamer mee te geven dat ten minste twee van de nieuw te verwerven marineschepen" naar vrouwen "met een grote betekenis voor de Nederlandse vrijheid worden vernoemd."
Aan potentiële vrouwelijke zeehelden geen gebrek. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Naoorlogse zeehelden-tekort raakt vrouwen harder dan mannen
De naamgevingscommissie is niet verplicht om deze aanbeveling van de Tweede Kamer over te nemen. Defensie, doorgaans gevoelig voor politieke wensen, zal de motie ook niet zomaar naast zich neerleggen. Zeker niet omdat de staatssecretaris heeft gezegd open te staan voor het idee van GroenLinks en natuurlijk omdat er geen enkele reden is om een schip niet naar een vrouw te noemen.
Het probleem waar de commissie echter tegen aan loopt is dat vanuit de Tweede Kamer de focus wordt gelegd op vrouwen, terwijl de commissie geen man of vrouw zal kunnen vinden die zich na de Tweede Wereldoorlog heeft onderscheiden zoals personen waar de 32 grote fregatten sinds de jaren '60 naar zijn vernoemd. Hoewel Francien de Zeeuw wel een verzetsheld is, is zij ondanks haar tijd bij de marine (1944-1947) geen zeeheld.
Na de Tweede Wereldoorlog is er geen grootschalig conflict meer geweest waar Nederlandse marineschepen bij betrokken waren. Het naoorlogse zeehelden-tekort geldt dus voor mannen en vrouwen, al is dat voor vrouwen zichtbaarder. Hoewel iedereen naar vrede zou moeten streven, is vrede niet gunstig voor het aankweken van nieuwe zeehelden. Een zeeheld is immers iemand (m/v) die zich heeft onderscheiden van anderen tijdens een oorlog ter zee.
Er hebben sinds de jaren '80 vele vrouwen gevaren op Nederlandse marineschepen. Het staat buiten kijf dat zij zich net als mannen in een conflict hadden onderscheiden.
Fregatten zijn op de naamgevingsladder het hoogste niveau, de nieuwe fregatten varen straks naast schepen met namen als De Ruyter, Tromp en Evertsen, personen die in meerdere zeeslagen successen hebben geboekt. Normaliter streeft de commissie naar een logische verhouding. Er zijn wel personen die na de Tweede Wereldoorlog hebben gediend, geëerd. Zo kreeg de voormalige Bevelhebber der Zeestrijdkrachten VADM Ruurt Klaver een uiterst bescheiden looppad van tien meter naar zich vernoemd op het Marine Etablissement in Amsterdam.
Ook de door enkelen geopperde uitwijkmogelijkheid van verzetshelden die niet bij de marine werkten, zal voor de commissie niet echt een optie zijn. Ondanks dat Nederland zich in mei 1940 had overgegeven, heeft de marine immers tot augustus 1945 doorgevochten.
Naar verzetshelden die wel bij de marine werkten, zoals LTZ3 Aart Alblas, werd een ondiepwatermijnenveger vernoemd. Van alle zeehelden uit de Tweede Wereldoorlog, zijn er maar een paar die een schip naar zich vernoemd kregen en dan geen groter schip dan een ondiepwatermijnenveger. De naam van schout-bij-nacht Karel Doorman prijkte als enige '40-'45-held op een groot schip (en dan gelijk drie).
Dan nog zijn er zeehelden, inclusief ridders van de Militaire Willems-Orde, uit de Tweede Wereldoorlog die nooit een schip naar zich vernoemd kregen. De commandant van de succesvolste onderzeeboot Hr.Ms. O 21, Jan van Dulm bijvoorbeeld, maar ook de commandant van de kruiser Hr.Ms. Tromp of mensen aan boord van de overige dik 200 Nederlandse marineschepen die kortere of langere tijd betrokken waren bij de Tweede Wereldoorlog.
De commissie heeft nog even de tijd. De naam van het eerste fregat wordt normaalgesproken pas over vijf tot zes jaar vastgelegd. Dan zijn we weer een paar verkiezingen verder.