De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) constateerde tijdens een controlebezoek in 2018 dat er marineschepen in de marinehaven van Den Helder lagen, en dat de marine hier geen (juiste) vergunning voor had. De inspectie legde in januari 2019 een dwangsom op van maximaal 1 miljoen euro; de marine moest de activiteiten zonder vergunning per september 2019 beëindigen. Het opleggen van deze dwangsom is nu uitgesteld tot 1 januari 2021, blijkt uit een uitspraak van twee weken terug.
De illegale activiteiten in beeld. Nieuwe Haven in januari 2020. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Update in laatste alinea's
Het is nieuws uit de categorie 'drie keer lezen en dan geloof je het nog niet'. Maar het is echt waar, Defensie is al sinds eind 2018 in een verbeten juridische strijd verwikkeld met de Inspectie Leefomgeving en Transport over het afmeren van marineschepen in de Nieuwe Haven. En verbeten is de strijd, want beide partijen zijn "ten diepste verdeeld", zo blijkt uit het verslag van de uitspraak die de voorzieningenrechter in Den Haag op 13 augustus 2020 deed. De uitspraak, die enigszins in het voordeel was van Defensie, werd afgelopen vrijdag gepubliceerd en pas gisteren opgemerkt.
Marineschepen liggen al sinds 1792 in Den Helder en sinds 1954 in de Nieuwe Haven, maar omdat de vergunning uit 2012 niets vermeldt over het "voorkomen of verminderen van nadelige gevolgen" voor het milieu door het "permanent of op zeer regelmatige basis afmeren van marineschepen", is volgens ILT de wet overtreden en moeten de activiteiten stoppen.
Daar zit ook de kern van het probleem, zo valt op te maken uit de uitspraak. Er is wel een omgevingsvergunning, maar dat betekent volgens ILT niet dat het afmeren van marineschepen is toegestaan. Want, zo zegt ILT, de marineschepen horen bij de Nieuwe Haven (in de wet: 'de inrichting') als die er regelmatig liggen. Volgens Defensie maken de schepen geen deel uit van de inrichting. Over deze kwestie zal de rechtbank zich buigen in een bodemprocedure.
Marineschepen.nl heeft voor publicatie van dit artikel nog geen van de partijen kunnen spreken, maar als Defensie zich zou schikken naar het idee van ILT dat schepen onderdeel uitmaken van de inrichting, zou dit grote gevolgen kunnen hebben voor eisen waar marineschepen dan aan zouden moeten voldoen. Bijvoorbeeld dat de marineschepen dan moeten voldoen aan de eisen van de gebouwen en walinstallaties als het gaat om munitie.
In 2019 twitterde loco-burgemeester van Den Helder Kees Visser al dat het in de toekomst in verband met wetgeving niet meer toegestaan zou zijn om, in verband met munitie-opslag, twee marineschepen naast elkaar aan een steiger te laten liggen. Onbekend was wat de achterliggende reden was. Marineschepen.nl had hier destijds vragen over gesteld aan de marine, maar kreeg toen als antwoord dat dit nog niet zeker was.
Hebben of houden van marineschepen
De wetsovertreding kwam op 31 augustus 2018 aan het licht toen ILT tijdens een controlebezoek niet alleen constateerde dat er marineschepen in de Nieuwe Haven lagen, maar dat het bovendien ging om een "regelmatig uitgevoerde activiteit die behoort tot de inrichting Nieuwe Haven," zonder dat dat in de vergunning was opgenomen.
Na een briefwisseling over en weer, maakte ILT in januari 2019 het besluit bekend dat de marine uiterlijk per 1 september 2019 het afmeren van marineschepen moest "beëindigen en beëindigd moest houden" of op korte termijn de aanvraag voor een vergunning volledig te maken. De dwangsom voor het hebben of houden van marineschepen in de marinehaven bedroeg €200.000 per maand, met een maximum van 1 miljoen euro.
De Nieuwe Haven bestaat uit veel meer dan alleen de steigers. De totale marinebasis kent kantoren, scholen, een schietbaan, eetgelegenheden, slaapgebouwen, maar ook opslagplaatsen voor munitie en een werf waar marineschepen worden onderhouden. Het conflict tussen Defensie en de Inspectie Leefomgeving en Transport gaat deels dus om of de marineschepen bij de marinebasis horen en dus of die aan de eisen van die basis moeten voldoen. (Beeld: Google)
Gestrekt been
ILT verplaatste de deadline tweemaal, de laatste keer tot 1 juni 2020. Defensie diende een bezwaar in, maar ILT verklaarde het ongegrond, waarna de zaak aan de voorzieningenrechter werd voorgelegd.
ILT zegt dat het de zaak wil doorzetten omdat het voor de Koninklijke Marine mogelijk is om de activiteiten in de Nieuwe Haven legaal te maken door alle gegevens voor de aanvraag te overleggen, en de marine ook de schepen kan verplaatsen naar een andere haven. (Het is onduidelijk hoe ILT dat laatste voor zich ziet.) Maar volgens ILT is er geen zicht op een legalisatie op korte termijn, Defensie zou zich bovendien niet "ten volle inzetten om daadwerkelijk te komen tot een volledige aanvraag voor een omgevingsvergunning".
Sinds vandaag is 'In het diepste geheim' weer via de webshop leverbaar (7e druk).
Rechter: belangen Defensie wegen het zwaarst
De voorzieningenrechter ging niet mee in de denkrichting van ILT. Want zo concludeerde de voorzieningenrechter, in 2012 is de bestaande omgevingsvergunning verstrekt juist voor de exploitatie van de Nieuwe Haven en dus dat daar marineschepen bij betrokken zijn. Verplaatsen van marineschepen zonder dat de inzetbaarheid in gevaar komt, is ook niet mogelijk zo verdedigde Defensie haar standpunt. Bovendien is het "operationeel kunnen inzetten van de in Den Helder afgemeerde marineschepen één van de grondwettelijke taken van Defensie."
Ook was de voorzieningenrechter niet te spreken over de dwangsom die als 'stok achter de deur' werd ingezet om Defensie te dwingen, terwijl volgens de rechter de medewerking van Defensie nu dusdanig is dat de aanvraag op 1 december 2020 afgerond kan worden. Bovendien merkte de rechter op dat "het gaat om twee belangrijke instellingen van de centrale overheid die hun verschillen van inzicht toch primair door goed overleg zouden moeten kunnen oplossen."
Defensie had verzocht om de uiterlijke datum waarop het de juiste vergunning moet hebben, uit te stellen tot 1 januari 2021. De rechter wees het verzoek toe en veroordeelde ILT tot het betalen van griffierecht en proceskosten van maximaal €1.228,-.
Meer cartoons van Henk Boomstra op Marineschepen.nl.
SGP en PVV stellen Kamervragen
Naar aanleiding van berichtgeving van Marineschepen.nl hebben de SGP en PVV Kamervragen aan de ministers van Defensie en Infrastructuur en Milieu gesteld. SGP-kamerlid Chris Stoffer: "Het is raar dat zo'n geschil zo lang duurt en niet door onderling overleg wordt opgelost. De zaak wordt op de spits gedreven, tot en met dwangsommen van één miljoen euro aan toe. Ik wil weten hoe het precies zit. Daarom heb ik hierover vragen gesteld aan de twee betrokken ministeries. Het is niet uit te leggen dat twee ministeries elkaar bevechten in de rechtszaal. Ik maak me bovendien zorgen over de mogelijke gevolgen voor de operaties van onze marine. Zo gaan we niet met elkaar en met onze Defensie om."
Stoffer wil onder andere van de ministers weten welke gevolgen het vereisen van een omgevingsvergunning voor het afmeren van marineschepen heeft voor het functioneren van de vloot. Ook vraagt hij hoe de ministers het waarderen "dat twee ministeries elkaar in de rechtszaal treffen over de interpretatie van de regelgeving van dezelfde de Rijksoverheid?"
Ook de PVV heeft Kamervragen gesteld. Tweede Kamerlid Roy van Aalst noemde de situatie in zijn vragen "zeer ongewenst" en vraagt of de minister bereid is een einde te maken "aan deze belachelijke schertsvertoning".