Marineschepen.nl
 
   
 

Marine is inzetbaar maar barst van beperkingen



Door: Jaime Karremann
Bericht geplaatst: 21-09-2016 | Laatst aangepast: 21-09-2016


Inzetbaar, maar met beperkingen. Dat is één van de meest gebruikte zinsnedes in de gisteren verzonden Kamerbrief Inzetbaarheidsrapportage van minister Hennis. Het algemeen beeld is niet gunstig: Zr.Ms. Mercuur langer tegen de kant, het Korps Mariniers kampt met een tekort aan manschappen, kannibalisering LCF'en, einde levensduur onderdelen M-fregatten, vaker storingen op onderzeeboten. En dat is niet eens alles.

Mercuur
Archieffoto van Zr.Ms. Mercuur tijdens onderhoud. (Foto: Gijs Portengen)

Momenteel is de marine onder andere actief in de Indische Oceaan, de Egeïsche Zee, in en nabij Nederland en in het Caribisch gebied. Dat er nog wordt gevaren, gevlogen en gereden, betekent echter niet dat het zonder piepen en kraken gaat. Dat blijkt weer uit de inzetbaarheidsrapportage die gisteren door Hennis naar de Tweede Kamer werd gestuurd.



Mercuur nog langer tegen de kant
Laten we maar met het slechtste nieuws beginnen: Zr.Ms. Mercuur zal dit najaar niet naar zee gaan, maar pas in 2017. Het torpedowerkschip van de Onderzeedienst werd na jarenlange technische verwaarlozing in september 2014 aan de ketting gelegd. Het was niet meer zeewaardig. Na een jaar werd begonnen aan een gecombineerd instandhoudingsprogramma en onderhoud. Het schip werd in Harlingen en Den Helder behoorlijk vernieuwd. Sinds enige tijd ligt de Mercuur weer in Den Helder en de verwachting was dat de A900 in het najaar van 2016 weer aan het opwerken kon beginnen. Dat blijkt niet zo te zijn.

Die vertraging is een flinke tegenvaller voor de Onderzeedienst, die de Mercuur hard nodig heeft. Ook uit de inzetbaarheidsrapportage blijkt dat de problemen met de Mercuur direct z'n weerslag hebben op de onderzeeboten: de geoefendheid is gedurende 2016 door de achterstand van torpedolanceringen teruggelopen. "Dit wordt veroorzaakt door het ontbreken van de Zr. Ms. Mercuur voor ondersteuning."

Los daarvan werd de Mercuur ook meer en meer gebruikt voor andere werkzaamheden op zee in de groep mijnenjagers en hydrografische opnemingsvaartuigen (HOV's). En ook in dat opzicht is het een verlies, in een kleine marine als de Nederlandse telt ieder platform.

Staf en mariniers inzetbaar, maar met beperkingen
Over het algemeen was de materiële gereedheid van de marine, volgens de rapportage, van voldoende niveau om aan de geplande missies te kunnen deelnemen. "De beschikbaarheid van reservedelen en de onderhoudscapaciteit staan echter nog steeds onder druk."

Uit de daaropvolgende opsomming blijkt Defensie en dus ook CZSK te kampen met vele beperkingen. Deze beperkingen zijn uiteenlopend. Zo is de Netherlands Maritime Force/ Maritime Battle Staff door beperkte amfibische oefenmogelijkheden iets minder inzetbaar als amfibische staf. Ook heeft het een tekort aan voertuigen en specialistisch personeel. Het tekort aan personeel doet zich ook bij het Korps Mariniers voelen, dat ook kampt met een verminderde beschikbaarheid van klein kaliber wapens, voertuigen, nachtzicht- en verbindingsmiddelen. Tegelijkertijd is de druk op het Korps hoog door de vele uitzendingen.

Onderzeeboot
Onderhoud op een onderzeeboot onder water. Oudere schepen hebben steeds meer problemen, vergen meer onderhoud en reparaties duren langer. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Oudere schepen, steeds meer defecten
Er is onvoldoende personeel en onderdelen voor alle Luchtverdedigings- en Commandofregatten. "Het kanonsysteem vertoont steeds vaker defecten en zal vanaf 2019 uitfaseren," vermeldt de rapportage. De beperkte beschikbaarheid van de NH-90 helikopters beïnvloedt de onderzeeboot- en oppervlaktebestrijding negatief. De gevolgen zijn ernstig: "opschalen naar maritieme operaties in hogere dreigingsniveaus is niet altijd snel mogelijk."

Hetzelfde geldt voor de M-fregatten. Ook zij hebben te maken met oude systemen, onvoldoende personeel en de beperkte inzetbaarheid van de boordhelikopters. De gevolgen zijn gelijk: snel opschalen is niet altijd mogelijk. Nog problematischer dan bij de LCF'en is dat de M-fregatten reeds hun instandhoudingsprogramma hebben doorlopen en op papier door moeten kunnen varen tot 2025. Toch hebben de schepen te kampen met apparatuur en onderdelen die technisch aan het einde van de levensduur zijn en niet meer worden gemaakt of ondersteund. Dit vergt "onevenredig veel onderhoudscapaciteit," volgens het rapport.

Zr.Ms. Rotterdam is voldoende materieel gereed, maar "met beperkingen". Het schip heeft slechts een deel van het instandhoudingsprogramma doorlopen en het resterende deel is opgeschoven van 2017 naar 2018.

De onderzeeboten zijn op leeftijd en ondergaan een instandhoudingsprogramma. De boten krijgen steeds vaker te maken met storingen en daar is steeds meer inspanning voor nodig om ze in te kunnen blijven zetten. Het beeld van de iets oudere mijnenjagers is hetzelfde: meer storingen, meer onderhoud en reparaties die bovendien langer duren.

Ook bij de nieuwe schepen is niet alles zonder zorgen. Zr.Ms. Holland kampt met een technisch probleem aan één van de hoofdmotoren, waardoor het opwerktraject na onderhoud is vertraagd. Verder zijn er overigens geen beperkingen gemeld bij de OPV's. De problemen bij de Karel Doorman zijn bekend.

Doelstellingen behaald, met beperkingen
De rapportage beschrijft bovendien in hoeverre Defensie de inzetbaarheidsdoelstellingen behaalde op het meetmoment halverwege 2016. Die doelstellingen werden volgens Defensie gehaald, zij het met moeite.

Defensie heeft verschillende inzetbaarheidsdoelstellingen geformuleerd. Het eigen en het bondgenootschappelijk grondgebied kunnen verdedigen bijvoorbeeld. Volgens de rapportage heeft Defensie deze doelstelling -met beperkingen- gehaald. Ergens is die conclusie wel merkwaardig, omdat Hennis in mei nog schreef dat Defensie het grondgebied niet meer kan verdedigen.

Een andere inzetbaarheidsdoelstelling is "Eenmalig een maritieme taakgroep van vijf schepen of langdurig twee schepen afzonderlijk, waarbij vloot en mariniers geïntegreerd optreden." Ook deze doelstelling werd (ja, met beperkingen) gerealiseerd volgens Hennis. De marine kan ongetwijfeld een maritieme taakgroep naar zee brengen, maar de vraag is wel uit welke schepen die taakgroep bestaat en vervolgens wat die taakgroep kan.

Uit de Defensiebegroting die gisteren werd verzonden bleek dat bijvoorbeeld op ieder moment drie van de zes fregatten inzetbaar zijn (dat is niet ongebruikelijk). Maar die fregatten zijn vaak ver weg, er is voorlopig geen bevoorradingscapaciteit en de technische en materiële uitdagingen zijn behoorlijk. Met een beetje pech zal de taakgroep van vijf schepen in de praktijk niet kunnen opschalen naar hogere dreigingsniveaus, kampen met veel technische storingen of bestaan uit vooral patrouilleschepen, aangevuld met mijnenjagers en hydrografische opnemingsvaartuigen.

Het zou niet de eerste keer in de geschiedenis zijn dat 's lands vloot een "kleen hoopken" wordt genoemd.



Verbeteringen en aanpassingen
Is het dan alleen maar kommer en kwel? Nee, Defensie rapporteerde ook wat lichtpuntjes. Zo is de daling van de materiële gereedheid van de belangrijkste eenheden in de eerste helft van dit jaar volgens de rapportage gestopt. Bij CZSK zal de komende jaren gewerkt worden om de beschikbaarheid van reservedelen en onderhoudscapaciteit te verbeteren. Dat gebeurt met extra budget.

Generaal Verkerk voegde daar gisteren in zijn column in de Alle Hens aan toe dat met het extra geld diverse programma's en activiteiten zijn opgestart om de problematiek op personeel en materieel gebied te verbeteren. Ook werkt de marine aan een verbeterde geoefendheid.

Veel resultaten worden op korte termijn echter niet verwacht. Verkerk schreef in zijn column: "Het mag duidelijk zijn dat na jarenlange uitholling de problemen niet in één dag zijn opgelost." In de rapportage van Hennis staan concrete jaartallen die somber stemmen: de problemen van de Rotterdam moeten in 2019 helemaal zijn opgelost, de LCF'en en M-fregatten zijn pas in 2020 naar verwachting zonder beperkingen inzetbaar. En de Walrusklasse is pas in 2021 volledig verlost van de belemmeringen. Maar tegen die tijd zijn de schepen weer vier of vijf jaar ouder en is het maar de vraag of de structurele problemen door veroudering zijn opgelost. Misschien is zelfs het idee dat de mijnenjagers, M-fregatten en onderzeeboten überhaupt nog wel helemaal zonder beperkingen kunnen zijn, gelet op de budgetten en leeftijden, te rooskleurig.

Dat Defensie met het extra budget kan bijsturen is duidelijk. Laten we hopen dat het op tijd is.



comments powered by Disqus


Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Privacy
Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Nieuwsoverzicht

Gerelateerde artikelen
Miljoenennota 2017
Staat van vloot zorgelijk
Miljoenennota 2016