Vanaf aanstaande donderdag 20 juli draait de film Dunkirk in de Nederlandse en Vlaamse bioscopen. Marineschepen.nl mocht dinsdag de nieuwe film van Christopher Nolan bekijken en niet zonder reden: drie voormalige schepen van de Koninklijke Marine beleefden hun debuut op het witte doek.
Commander Bolton (Kenneth Branagh) kijkt met ontzag naar het naderende onheil. (Still uit Dunkirk/ beeld Warner Bros)
De evacuatie uit Duinkerke was een van de belangrijke momenten uit de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog, zeker voor Groot-Brittannië waar de operatie uit mei en juni 1940 in het collectieve geheugen staat gegrift. Ook de Britse regisseur Christopher Nolan was opgegroeid met het mythische verhaal over de ontsnapping uit Duinkerke: "en ik wil het verhaal al geruime tijd vertellen," zei Nolan.
In mei 1940 raakten, na de Duitse invasie in Nederland, België en Frankrijk, honderdduizenden militairen van voornamelijk de Britse landmacht ingesloten aan de westkust van België en noordwestkust van Frankrijk. Op het cruciale moment twijfelden de Duitsers even, waardoor de opmars even stokte. De Britten en Fransen wisten verdedigende stellingen in te nemen, terwijl de in de Franse havenstad Duinkerke ingesloten militairen de ene kant de zee zagen, boven hen de Duitse luchtmacht en aan de andere kant het opnieuw oprukkende Duitse leger.
De Britse en Franse verdediging vertraagde de Duitse opmars echter en ondertussen had men in Londen een evacuatieplan bedacht om de kern van de Britse landmacht te redden. Zonder die goedgetrainde eenheden, zou de toekomstige strijd tegen Nazi-Duitsland haast onmogelijk zijn.
Wat volgde was een massale evacuatie met voornamelijk kleine civiele schepen die ondiep genoeg staken om de verslagen mannen van de noord-Franse stranden te redden. De prognoses waren niet best, maar Operatie Dynamo slaagde wonderwel. De 861 schepen, waaronder zo'n 200 marineschepen, wisten in negen dagen 338.226 mensen uit Duinkerke te redden.
Drie verhalen
De evacuatie uit Duinkerke was chaotisch, de Britse en Franse militairen waren verslagen en op de vlucht, zij lieten ongeveer alles achter wat ze hadden, waaronder alle 445 tanks. Hoe belangrijk de operatie ook was, het was geen overwinning. Na de evacuatie hadden de Duitsers immers vrij spel.
De film van Christopher Nolan is dan ook geen typische heldenfilm geworden. Het is een ingetogen verhaal van verslagen mannen die voortdurend worden aangevallen door de Duitse Luftwaffe en als ze van het strand af weten te komen moeten ze het opnemen tegen het water. De zee is hun enige redding, maar ook een grote vijand. In Dunkirk wordt niet overdreven, de verslagenheid is gedurende een belangrijk deel van de film voelbaar.
Het vertellen van het verhaal van Duinkerke heeft Christopher Nolan gedaan door meerdere verhaallijnen te volgen die allemaal met elkaar te maken hebben. In de film volgen we de soldaat Tommy (Fionn Whitehead) die met een opvallend zwijgzame collega Gibson (Aneurin Barnard) op allerlei manieren van het ellendige strand af probeert te komen. De stranden liggen voortdurend onder vuur vanuit de lucht door Duitse vliegtuigen. Helemaal vrij spel hebben de Stuka's overigens niet want Spitfires van de Royal Airforce maken het de Duitsers lastig. Menig dogfight tussen de Britse vliegers, Farrier (Tom Hardy) en Collins (Jack Lowden), en de Duitse vliegtuigen wordt op spectaculaire wijze in beeld gebracht door Nolan. Ondertussen zien we hoe het privéjacht Moonstone vanuit Groot-Brittannië onderweg naar Duinkerke, als onderdeel van de reddingsvloot, voor de nodige uitdagingen komt te staan.
Al deze verhalen worden door Nolan, geholpen door het analoge 65mm filmformaat, prachtig in beeld gebracht. Door de gebeurtenissen niet helemaal chronologisch te vertellen, wordt een extra dimensie toegevoegd. Al zal mogelijk niet iedere kijker een dergelijke puzzel waarderen en het maakt ook dat het de film minder meeslepend wordt en wat afstandelijker maakt.
Destroyer HMS Jupiter, zusterschip van HMS Jaguar die door de Sittard wordt gespeeld. Foto: Royal Navy)
De Sittard en Castor kregen kregen voor de film een andere kleur, andere nummers en kanons om op de zestig meter langere destroyers te lijken. (Foto: Warner Bros)
Nederlands aandeel in de film
De evacuatie van Duinkerke kende een Nederlands aandeel dankzij 40 Nederlandse vissersschepen die hun bijdrage leverden aan de historische operatie. Ook de film heeft een Nederlands tintje, al is dat voor de leek niet te zien.
Christopher Nolan staat erom bekend zo min mogelijk gebruik te willen maken van computeranimaties en dus moest de vloot van schepen echt zijn. Het voormalig marineloodsvaartuig Castor, de voormalige Dokkumklasse mijnenvegers Hr.Ms. Naaldwijk en Hr.Ms. Sittard werden gecontracteerd voor een rol in de film. Zij spelen niet zichzelf, de schepen zijn van net na de Tweede Wereldoorlog, maar verschijnen vermomd als Britse marineschepen op het witte doek.
De Castor speelt de rol van de Britse B-klasse destroyer HMS Basilik (H11) en behalve dat het de witte kleur verruilde voor een marinegrijze met bijbehorend naamsein, werd de Castor voorzien van de nodige kanons. De Naaldwijk kroop in de huid van de Halcyon mijnenveger HMS Britomart (J22) en de Sittard kreeg de vermommingen van de H-klasse destroyer HMS Havant (H32) en J-klasse desroyer HMS Jaguar (F34) aangemeten. De Basilik, Havant en Jaguar waren daadwerkelijk in 1940 bij de operatie betrokken geweest en redden respectievelijk 695, 700 en 2300 mensen uit Duinkerke. De Britomart had niet deelgenomen aan de operatie.
Hoewel de film zich richt op de soldaten, de (mensen op de) Moonstone en de Spitfirevliegers, zijn de drie Nederlandse schepen veelvuldig in beeld. Vaak op de achtergrond, maar soms ook vol op de voorgrond.
Dat doen zij overigens naast een aantal andere voormalige marineschepen, waaronder de onbetwiste hoofdrolspeler onder de marineschepen: de voormalige Franse destroyer Maillé-Brézé uit 1950 die de rol van een tweetal Britse destroyers op zich neemt.
Het is mooi en haast onwerkelijk om de Nederlandse marineschepen in zo'n grote film in actie te zien, zeker de voor velen herkenbare mijnenvegers van de Dokkumklasse. Dat maakt het tegelijk wat vreemd om de Castor en Sittard als schepen te zien die op vele malen grotere destroyers moeten lijken. Voor de leek zal het ongetwijfeld werken, maar voor iemand die een beetje kennis heeft van marineschepen is het alsof Batman door Wonder Woman wordt gespeeld: ze hebben in de verte iets van elkaar weg, maar het is voor de meer ervaren kijker toch even de knop omzetten. Overigens hadden de filmmakers weinig keus, want bijna alle oude marineschepen worden gesloopt en de Nederlandse schepen horen bij een klein clubje nog varende marineschepen uit die tijd.
De niet erg overtuigende vermommingen zitten gelukkig het verhaal niet in de weg en de indrukwekkende beelden van de Franse destroyer maken veel goed. Daarnaast bevat de film een aantal bloedstollende en verrassende momenten waar de schepen bij betrokken zijn, die bovendien erg knap in beeld zijn gebracht.
Bijzonder is ook dat de film deels is geschoten op het IJsselmeer en deels op de Noordzee. Het IJsselmeer werd gekozen omdat de zee tijdens de reddingsoperatie wonderlijk glad was. Een groot deel van de film speelt zich af op 'zee' en van al die beelden gebeurt het slechts één keer dat het verschil tussen de zee en het IJsselmeer is te zien. (Je zit te genieten van een bioscoopscherm vol prachtige grijze deining, als in het volgende shot het water ineens vlak is.) In alle andere scenes gaan de beelden van de zee en het meer vloeiend in elkaar over en aangezien de zee zich niet laat dwingen, is dat ontzettend goed gedaan.
Geen filmhelden, maar echte helden
Geen enkele historische speelfilm is helemaal historisch correct. Ook Dunkirk zit vol afwijkingen van de werkelijkheid en dat hoeft geen probleem te zijn, het is immers geen documentaire. De film moet wel in de buurt komen en het juiste gevoel geven. Wat sfeer betreft zit het helemaal goed in Dunkirk. Maar wat toch teleurstellend is, is dat Nolan er niet in is geslaagd om de onvoorstelbare omvang van de operatie overtuigend over te brengen. De mannen op de stranden zijn voor de kijker weliswaar ontelbaar, maar de strijd in de lucht wordt in de film ogenschijnlijk geleverd door enkele vliegtuigen en op zee door enkele schepen. In werkelijkheid ging het om vele malen grotere aantallen. De Duitse en Britse luchtstrijdkrachten verloren tijdens die negen dagen in totaal al bijna 300 vliegtuigen, dus het aantal dat bij de luchtstrijd betrokken was, moet gigantisch zijn geweest. Ook wekken de schepen aan de horizon in de film niet de indruk in de buurt van de werkelijkheid te komen waarin de 900 schepen soms meerdere keren heen en weer voeren.
Los van de minpunten, blijft Dunkirk een film die de evacuatie op indrukwekkende wijze vertelt. Het is een bijzonder fraai eerbetoon, zonder de oorlogshelden neer te zetten als filmhelden. Alleen al daardoor is Dunkirk een oorlogsfilm die afwijkt van vele andere.
Kijken? Ja! Zeker voor bezoekers van Marineschepen.nl is de film een must: hoe vaak zie je immers een Nederlands marineschip in de bioscoop in een internationale filmproductie?