De nieuwe Belgische en Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuigen worden Europees aanbesteed. Voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis worden -grote- marineschepen internationaal aanbesteed, terwijl in eigen land de capaciteit voorhanden is om te bouwen. De nieuwe scheepsklasse zal bestaan uit 12 schepen. De leiding over het project is in Belgische handen.
Archieffoto van een mijnenjager van de Alkmaarklasse. Deze schepen werden door Frankrijk, België en Nederland ontworpen, de schepen werden gebouwd door Van der Giessen-de Noord te Alblasserdam. De nieuwe schepen kunnen gebouwd worden door een werf waar ook ter wereld, overigens worden de Nederlandse marineschepen sinds 2006 gedeeltelijk of volledig in Roemenië gebouwd. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Achter de schermen wordt vaart gemaakt met het project vervanging mijnenbestrijdingscapaciteit, dat zowel de nieuwe schepen als de bijbehorende tools zoals drones omvat. Zoals afgesproken heeft België de leiding over deze vervanging en Nederland over die van de M-fregatten. Gisteren tijdens het NIDV-symposium in Ahoy, presenteerde KTZ (TD) Paul Willemse de plannen voor de vervanging.
Tot op heden was de Nederlandse marine zeer nauw betrokken bij het ontwerpen en bouwen van marineschepen. De Defensie Materieel Organisatie (DMO) en zeker de marinevoorganger Directie Materieel Koninklijke Marine (DMKM), nam een groot deel van het voorwerk op zich, waarna samen met de werf het ontwerp werd gecompleteerd en door de marine toezicht werd gehouden op de bouw. Het voordeel daarvan is dat er veel kennis bij de marine is over het ontwerp en ook dat de bouwer bekend is met de marine.
Maar de afdelingen die hiervoor verantwoordelijk waren zijn gedecimeerd, terwijl er dankzij de drie nieuwbouwprojecten juist veel meer werk is. Daarnaast wordt door België leiding gegeven aan de vervanging.
Waar in het verleden Nederlandse scheepswerven konden rekenen op orders van de eigen marine, is dat met de toekomstige bouw van de mijnenbestrijdingsvaartuigen dus totaal anders. Dankzij de internationale aanbesteding kan iedere scheepswerf meedingen naar de opdracht van maar liefst 12 nieuwe schepen. De technische specificaties worden gezamenlijk door de Belgische Algemene Directie Material Resources (DG MR) en de Nederlandse evenknie DMO opgesteld.
Voor Nederland is deze manier van werken nieuw, België werkt al jaren zo naar tevredenheid. Ook de bouw van twee patrouillevaartuigen van de Castorklasse werd Europees aanbesteed. Het Nederlandse Damen deed daar ook aan mee, maar verloor van een Franse scheepswerf. België heeft ook een eigen industrie die aan de bouw van toekomstige mijnenjagers kan meewerken, maar voor hen gelden dezelfde regels als voor de andere belangstellenden.
Volgens Willemse is er inmiddels veel interesse uit het buitenland.
Dat betekent voor Nederland dat de nieuwe zes mijnenjagers kunnen afwijken van de rest van de vloot, die vrijwel volledig door Damen is gebouwd. Zowel qua sensoren, wapensystemen als software in de centrale. Concreter: het combat managementsysteem Guardion dat door de marine is ontwikkeld en op vrijwel alle Nederlandse marineschepen te vinden is, zal mogelijk niet terug te vinden zijn op de toekomstige mijnenbestrijdingsvaartuigen. In plaats daarvan zal er commerciële software van de fabrikant uit land X op staan.
Volgens Paul Willemse hoeft dat geen probleem te zijn omdat een scheepsklasse van 12 ook al een grote familie is.
Ook de verwachtingen voor wat betreft het aanpassen van een gekozen ontwerp wil Willemse temperen. De aanbesteding is immers net als alle andere aanbestedingen: België en Nederland stellen de eisen op en de bouwers doen een voorstel. Als een werf met ontwerp wordt gekozen, is het niet de bedoeling dat er nog grote veranderingen in het ontwerp worden gedaan. Zeker als het ontwerp door wijzigingen gaat lijken op een ontwerp van een andere bouwer, loopt het project juridische risico's.
De Europese aanbesteding gaat in april 2018 echt van start met request for proposal. Het eerste Belgische mijnenbestrijdingsvaartuig moet in 2023 worden opgeleverd, in 2025 volgt het eerste schip van deze klasse met Nederlandse vlag.
Overigens geldt voor de vervanger van de M-fregatten dat Nederland zelf kan bepalen hoe de aanbesteding wordt ingericht.