Marineschepen.nl
 
   
 

Inge sloeg 25 jaar geleden over boord. In de Atlantische Oceaan. In het donker.


Door: Jaime Karremann
Laatst aangepast: 03-06-2021


De eskaderreizen in 1996 waren alles behalve saai: talloze NAVO-oefeningen, mislukte en gelukte raketlanceringen, een brand(je) en windkracht 12. En een 'vrouw over boord'. Marineschepen.nl blikt met de betrokkenen terug op een nacht in mei 1996.

Eskader
Het eskader in 1996 met van voor naar achter GW-fregat Hr.Ms. Tromp, L-fregat Hr.Ms. Jacob van Heemskerck, S-fregat Hr.Ms. Jan van Brakel, S-fregat Hr.Ms. Pieter Florisz en bevoorrader Hr.Ms. Amsterdam. (Foto: NIMH/ Koninklijke Marine)

De opdracht die de RHIB-bemanning van de Amsterdam had gekregen, was duidelijk: de commandant is aan boord van Hr.Ms. Tromp, haal hem op en breng 'm weer terug naar zijn eigen schip. Een taxi-vaartochtje zoals er zoveel waren geweest, toch verliep het dit keer anders. Gelukkig vertelt Inge van Berk 25 jaar later het verhaal nog na. Voor de eerste keer.



Eskaderreis met vier fregatten, onderzeeboot en vliegtuig
1996. Een tijd waarin de marine voldoende schepen beschikbaar had voor een heus eskader en met dit eskader er ook vier keer op uit trok voor wekenlange oefenreizen in Europese wateren. Eskadercommandant commandeur Pieter Cornelis Kok was met zijn staf ingescheept aan boord van het stafschip, GW-fregat Hr.Ms. Tromp.

Tijdens de eerste twee eskaderreizen was het splinternieuwe bevoorradingsschip Hr.Ms. Amsterdam de varende supermarkt van de groep Nederlandse en Belgische schepen. De eerste eskaderreis van 1996 stond in het teken van slechte weersomstandigheden, voor de Noorse kust was het soms windkracht 10 tot 12. Meerdere schepen liepen schade op, de sonar van het nieuwe M-fregat Hr.Ms. Willem van der Zaan werd onder het schip weggeslagen.

Na een pauze in Den Helder vertrok het eskader voor een veel zonnigere reis, met drie havens in Spanje en Portugal op het programma. Behalve de Tromp en Amsterdam, waren L-fregat Hr.Ms. Jacob van Heemskerck, de S-fregatten Hr.Ms. Jan van Brakel en Hr.Ms. Pieter Florisz, onderzeeboot Zr.Ms. Bruinvis, torpedowerkschip Zr.Ms. Mercuur en twee P-3C Orion marinepatrouillevliegtuigen van de partij.

Inge van Berk
Inge van Berk, matroos ODND op het dek van de Amsterdam. (Foto: eigen foto)

Hein Landman
Hein Landman, ook matroos ODND aan boord van diezelfde bevoorrader, met op de achtergrond een GW-fregat. (Foto: eigen foto)

Goed team
Inge van Berk was 23 toen zij in 1996 als matroos Operationele Dienst Nautische Dienst (ODND) aan boord van Hr.Ms. Amsterdam werkte, haar derde "bootje" na bevoorrader Poolster en M-fregat Van Galen. Hein Landman (29) was ook matroos ODND en had ook op de Poolster gevaren, maar was al veel langer bij de baas.

Amsterdam
Zr.Ms. Amsterdam in 2014. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

"De Amsterdam was net in dienst en had een nieuwe bemanning met mensen van de Poolster en de Zuiderkruis", herinnert Hein zich. "Het was een hele leuke club. Ik heb er een hele fijne, mooie tijd gehad. Ik denk er nog weleens met weemoed aan terug." Ook Inge kijkt er positief op terug: "Het was echt een heerlijke plek, hele leuke mensen, hele fijne omgeving. Ik heb me er wel echt erg thuis gevoeld. Het was een tijd van hard werken en hard ontspannen."

Amsterdam
De Amsterdam was een fijn schip. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

"We hadden een verdomd goede tuigploeg", zegt toenmalig commandant Gerrit Jan Abeln. "We hadden ouderwetse matrozen die hielden van varen, touwen splitsen, verven en shag roken. Het waren gouden mensen, ik heb er goede herinneringen aan."

Inge en Hein waren onderdeel van de tuigploeg, de ploeg die verantwoordelijk is voor alle trossen, lijnen en apparatuur voor een bevoorrading op zee. Inge bediende net als Hein het olielaadtuig, was roerganger, heftruckchauffeur, kraanmachinist. Hein had bovendien de bar in het officiersverblijf, de Longroom, betimmerd.

Daarnaast waren ze allebei ervaren RHIB-bestuurders.

Abeln
Gerrit Jan Abeln, op de foto in 1990 als kapitein-luitenant ter zee en commandant van S-fregat Hr.Ms. Philips van Almonde. (Foto: NIMH/ MEOB)

Diner
Op een zekere dag in mei 1996, toen het eskader op de Atlantische Oceaan voer, ter hoogte van Portugal, kregen de RHIB-bemanningen te horen dat zij commandant KTZ Abeln, naar het stafschip moesten brengen voor een diner. Aan boord van de Tromp was namelijk een delegatie van de Raad van State voor een meerdaags werkbezoek en waren alle commandanten van de schepen uit het eskader gevraagd op bezoek te komen voor een etentje.

Die avond rond 23:30 uur zouden de commandanten weer terug gaan. Maar het weer was slecht, de golven waren hoog en het waaide hard. Abeln vroeg zich zelf ook af, zo zegt hij tegen Marineschepen.nl, of het weer niet te slecht was voor een transfer met de RHIB. Niet zozeer om bij de Tromp weg te varen, maar vooral om weer aan boord van de Amsterdam te gaan. De RHIB was niet de enige optie, de Lynx-helikopter van de Tromp was een alternatief.

Er werd gewikt en gewogen, Inge en Hein zaten in het Cafetaria (het matrozenverblijf) van de Amsterdam te wachten op het besluit. Inge: "We zaten er met een heel clubje, want voor de RHIB heb je een bestuurder en een haak voor, maar aan dek nog veel meer mensen. We waren er klaar voor, hadden vaker 's nachts met slecht weer gevaren. Misschien zou de heli gaan, maar er was ook discussie of de RHIB van de Tromp de commandant zou terugbrengen."



Als de RHIB van de Amsterdam zou gaan, zou Inge gaan varen. Hein: "Inge zei dat zij de RHIB wilde besturen. Dikke prima. En ze liet me een lampje zien, een flitslichtje, een Jotron noemde ze dat. Ze bond die vast op haar mouw."
"Zo'n flitslichtje, van Jotron, was niet standaard", zegt Inge. "Maar ik had het daar met collega's over gehad, van ik zal het maar doen, want je bent beter zichtbaar."

Na enige tijd kwam het bericht van de brug van de Amsterdam: commandant ophalen met de RHIB.

Inge: "Dus wij naar buiten en we zijn te water gegaan. Toen bleek wel dat de golven hoger waren dan als je er van bovenaf op kijkt, zeker in het donker. Maar het was niet extreem, ik was echt wel wat gewend als bestuurder en ik had het al zo vaak gedaan. Ik had helemaal geen angst, niks."

Tromp
Hr.Ms. Tromp. (Foto: NIMH/ Koninklijke Marine)

Zwieper
Aan boord van de Tromp was de Nautische Dienst ook druk in de weer, want zij zouden RHIB's gaan ontvangen, en met hun RHIB de commandant van Hr.Ms. Witte de With terugbrengen (dat schip had geen echt alternatief, omdat het geen helidek had). Bestuurder van de RHIB was matroos ODND Martijn de Haan (24) en hij zag het kleine vaartuigje van de Amsterdam naar de stuurboordszijde van de Tromp koersen.

In het donker bokste de RHIB op tegen de onstuimige zee. "De golven waren hoog, drie tot vier meter", weet Hein nog goed. "Daar staat de Atlantische Oceaan natuurlijk om bekend, en het waaide ook nog verschrikkelijk hard."

De RHIB naderde het GW-fregat maar moest nog even wachten voor ze langszij mocht komen. De Tromp had zich al wel zo gepositioneerd dat de golven werden opgevangen door het schip en aan stuurboordzijde was de zee daardoor het rustigst.

"Op dat moment verschijnt de bemanning die ons gaat hijsen aan dek", zegt Hein. "En even later krijgen wij een seintje om langszij te komen."

RHIB
Een RHIB, met bestuurder en 'haak voor' in penenpak. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

De RHIB met Inge als bestuurder en Hein als 'haak voor' voorop, koerste voorzichtig richting de Tromp. Inge stuurde de RHIB langs de scheepshuid naar voren. Ze moest even sneller dan het fregat varen. Golven die op dat moment tussen de RHIB en de grijze scheepshuid van het schip komen, slaan dan al snel over het bootje. Het is zaak om door te pakken. Hein maakte de voorlijn vast. "Voorvanglijn ingepikt!", schreeuwde hij boven de wind uit naar de meters hoger staande mannen en vrouwen van de Tromp.

Help je Marineschepen.nl?
Met jouw donatie kan Marineschepen.nl -onafhankelijk- nieuws- en achtergronden blijven publiceren.




Of scan deze QR-code met je telefoon.
QR

Meer info over donaties aan Marineschepen.nl lees je op de donatiepagina.

Inge liet de RHIB naar achteren zakken, zodat de haak van de kraan boven het hijsoog van de RHIB zou komen. "Ingepikt!" riep Hein even later, waarna de RHIB op het juiste moment, op de top van een golf, omhoog gehesen moest worden.
Dat gebeurde en even werd het rustiger en stiller rond de RHIB. Hein stond aan de voorzijde van de RHIB en hield zich vast aan de stalen kabel die van de top van de RHIB naar voren liep. Inge zat achter haar stuurwiel. De rust was van korte duur.

Terwijl de RHIB langs de scheepshuid omhoog werd gehesen, duwde plotseling een grote Atlantische golf het 4500 ton zware GW-fregat naar stuurboord. De Tromp, met de zware 3D-radar in de gigantische bol, maakte een zwieper en de RHIB met Inge en Hein zoefde zijwaarts van de Tromp vandaan. Doordat de Tromp slagzij maakte kwam de RHIB op de golven terecht, en was meters van de scheepshuid verwijderd.

Een paar seconden later corrigeerde de Tromp de beweging en zwaaide langzaam naar bakboord. De RHIB kwam los van het water. "Inge, hou je vast! Hou je vast!" schreeuwde Hein, die de stalen kabel stevig omarmde. De RHIB zwiepte met een noodgang terug naar de grijze stalen scheepshuid en knalde met een rotgang tegen de Tromp.

Inge kon haar stuur niet meer vasthouden en werd door de smak gelanceerd en kwam op de rand van de RHIB terecht. De Tromp bewoog weer terug en Inge viel met haar hoofd naar beneden, tussen schip en RHIB de donkere Atlantische Oceaan in.

Martijn
Martijn de Haan, matroos ODND aan boord van Hr.Ms. Tromp. (Foto: eigen foto)

Automatisch
Hein zag met afgrijzen hoe een collega, een vriendin, de verkering van een vriend, uit zijn RHIB de oceaan in was gevallen. "Op het moment dat ze over de plint donderde, dacht ik: 'Die vinden we niet meer terug'", zegt Hein nu. "Of dat ze vermorzeld zou worden door de schroef of dat ze in een inlaat zou worden gezogen. Dus ik hoopte dat de Tromp snel een Williams Turn zou maken, zodat ze niet in de schroeven zou komen. Maar die Williams Turn, dat duurt even."

"Man over boord! Man over boord!" werd ondertussen op het dek geroepen. Voor iemand iets kon doen, sprong Martijn de Haan, de RHIB-bestuurder die naar de Witte de With zou gaan, zonder na te denken in de RHIB van de Amsterdam.

Martijn had één probleem: de dodemansknop had Inge met haar val meegenomen de diepte in. Daar was de dodemansknop ook voor bedoeld, en de motor van de RHIB was afgeslagen. Zonder dodemansknop is het lastig een RHIB starten. Of er wel een reserve dodemansknop was, daar lopen de herinneringen uiteen, maar Martijn had die niet nodig. Door de RHIB elektrisch te starten en daarna snel de stroom eraf te halen, kon de motor ook zonder dodemansknop blijven draaien.

De motor draaide en Martijn schreeuwde naar zijn collega's: "Laat zakken!". Aan dek was men hevig geschrokken, een enkeling stond te huilen. "Doe je voorzichtig?!" werd geroepen. "Laat me nou zakken!" riep Martijn nog een keer en even later was de RHIB te water.

Lichtje
Inge was natuurlijk ook geschrokken, maar niet vermorzeld door de schroeven. Nadat ze boven water was gekomen, was de zouttablet in haar reddingsvest opgelost waarna het vest zichzelf in een oogwenk opblies. De grijze scheepshuid van de Tromp rees metershoog voor haar omhoog en ook Inge vreesde de schroeven die snel dichterbij kwamen. Haar laarzen zette ze tegen de Tromp en duwde met twee benen af zo hard ze kon, en zwom een stukje van het schip vandaan.

Het grote fregat voer ogenschijnlijk onverstoord door met een knoop of twaalf (ruim 20 kilometer per uur). Een paar seconden geleden had ze nog op de RHIB gezeten, nu lag ze ineens in een donkere oceaan en werden die grote schepen heel snel kleiner.

"Toen lag ik daar dus", weet Inge nog. Ze dreef in haar oranje gevoerde overall (penenpak) met opgeblazen reddingsvest op de golven. Het ene moment zag ze de schepen nog, het volgende moment verdween ze in een dal en was er niets dan zee om haar heen. "Ik mankeerde niks, misschien heb ik gehuild, maar ik was niet in paniek. Ik lag soort van te wachten en dacht wel van 'fuck, wat is hier gebeurd?'."

Al snel herinnerde Inge zich het Jotron flitslampje en haalde het van haar mouw. Ze hield dat lampje zo hoog mogelijk in de lucht, zodat ze gevonden kon worden.

Ondertussen was het bericht dat er een matroos van de Amsterdam overboord was geslagen, als een lopend vuurtje door het verband van schepen gegaan. De schepen die achter de Tromp en de Amsterdam voeren, minderden vaart om te voorkomen dat zij de drenkeling zouden overvaren.

Op de Amsterdam zou het bericht dat een bemanningslid van de Amsterdam te water was geraakt voor onduidelijkheid hebben gezorgd en kwamen toegesnelde collega's aan dek van de bevoorrader tot de bizarre ontdekking dat niet alleen Inge overboord was geslagen, maar dat ook de RHIB weg was.

Help mee
Snel nadat de RHIB met Martijn en Hein te water was, maakte Hein de voorvanglijn los en kon de zoektocht beginnen. "We maakten een draai weg van het schip", herinnert Hein zich, "het is dan even lastig om je te oriënteren. Dus daar voeren we dan in een klein notendopje op verschrikkelijk hoge golven de duisternis in."

Het was extra donker omdat de RHIB zonder elektriciteit voer. De meters op het dashboard van de RHIB waren nauwelijks af te lezen door Martijn de Haan. Hein stond voor in de boot en zodra de RHIB op een golftop was, tuurde hij in het donker op zoek naar Inge.

Ineens zag hij in de verte, heel even, een lampje. "Daar!" riep Hein "Dat kan niet missen." Op een volgende golftop keek Martijn op zijn kompas en zette snel koers naar het lichtje. Martijn: "Ik ben er toen blind die koers blijven volgen, want we zagen niks, het was echt alleen maar golven eigenlijk. Maar na een tijdje varen kwamen we gewoon bij haar uit."

De RHIB werd gestopt en Hein probeerde Inge de RHIB in te trekken. "Inge leek best relaxt in het water te liggen", weet Hein nog, maar het lukte hem niet om haar naar binnen te halen. Misschien was een staat van shock een betere omschrijving, want wat Hein ook probeerde, in z'n eentje kreeg hij Inge niet uit het water. Martijn zag vanachter zijn stuur hoe Hein aan het worstelen was en besloot mee te helpen. Maar daardoor hingen twee mannen in een klein bootje aan een kant, terwijl lange en hoge golven het drietal plus RHIB steeds omhoog tilden en weer meters lieten zakken. De RHIB hing scheef, de harde wind knalde over de golven en Inge lag nog steeds in het water. "Straks gaat die RHIB nog om", dacht Martijn.

"Nou moet je godverdomme meehelpen, anders liggen we hier straks met z'n drieën!" schreeuwde Martijn naar Inge, waarna de drenkeling in korte tijd aan boord was. Martijn nam plaats achter het stuur, Inge en Hein zaten op het bankje.
"Brug, hier de RHIB, drenkeling aan boord, bij bewustzijn, waar moeten we haar heen brengen?" kraakte de storno naar de Tromp. De commandant van de Amsterdam was immers nog altijd aan boord van de Tromp. Maar het antwoord was: de Amsterdam, dus stuurde de RHIB naar die bevoorrader.
Ondertussen was Inge in tranen uitgebarsten en probeerde Martijn haar te troosten, terwijl hij via zijn storno contact had met de Amsterdam.

Koffie en bier
Niet veel later werd de RHIB op het potdeksel van de Amsterdam gehesen. Inge: "Wij deden natuurlijk vaker 'man overboord'-oefeningen en dan had iedereen een taak en de taak van de Chef Logistieke Dienst was dat ie warme drank voor de drenkeling moest hebben. Wat ik me nog heel goed kan herinneren, ik word aan boord gebracht en ik zie die wat oudere majoor daar staan met zijn kopje koffie voor mij, toen dacht ik ja, het werkt dus echt. Dat vond ik wel heel bijzonder."

Wat Inge later hoorde, was dat er oudere collega's, die twintig jaar eerder een bemanningslid hadden verloren na een man over boord, hebben staan huilen toen ze weer aan boord kwam.

Ook de ziekenpa stond aan dek en hij nam Inge mee naar de ziekenboeg voor een check. Een tweede RHIB-ploeg stapte in de RHIB om weer terug te keren naar de Tromp, om de commandant op te halen en Martijn terug te brengen naar zijn schip.

Hein was uitgestapt en deed niets. Hij hoefde ook niets te doen, behalve even wachten op de tuigofficier. "En ik stond daar en begon te shaken!" weet Hein nog. "Dat was echt de adrenaline. En het besef van 'hé, het is goed afgelopen!' Ik ben, denk ik, toen in tranen uitgebarsten."

Al snel kwam de tuigofficier aanlopen: "Wij gaan eerst even een biertje drinken, Hein" en nam hem mee naar de Longroom, het verblijf van de officieren waar Hein dankzij de betimmering van de bar altijd welkom was.

Inge had droge kleding aangetrokken en was met een grote groep in het Cafetaria gaan zitten. "Daar was de vlootpredikant ook", zegt Inge. "Hij heeft met ons gesproken over wat er was gebeurd en wat het met iedereen deed. Het was eigenlijk slachtofferhulp, voor de hele groep, dus ook voor de mensen die wakker waren geworden van de man overboord of die erbij betrokken waren. Dat was hartstikke goed vond ik."

Hein had intussen ook zijn verhaal gedaan in de Longroom, een paar dekken hoger. "Ik ben goed opgevangen. De vlootpredikant kwam toen ook bij mij langs, en hij zei dat ik er veel over moest praten en brieven over naar mijn vrouw moest schrijven. Dat heb ik gedaan. Ik heb er nadien veel over gesproken. Na een paar weken zei de commandant, een fijne vent, tegen me: 'Nu is het ook wel klaar hè?!'"

Martijn kreeg eenmaal terug op de Tromp ook een bijzondere ontvangst, want Martijn had niet alleen Inge gered, hij had nog iemand gered. "Ik had er niet zo'n benul van dat er iets speciaals was gebeurd eigenlijk. Het drong pas tot me door toen de navo [navigatie-officier, JK] naar me toe kwam, half huilend. Hij voelde zich heel schuldig dat hij de RHIB-transfer door had laten gaan of een verkeerde koers had voorgelegen, waardoor dit allemaal was gebeurd. Hij was me heel dankbaar en zei dat we samen een biertje gingen drinken om het te bespreken."

Alcohol was nog toegestaan op zee bij de marine en met de navo ging Martijn naar het Cafetaria, het matrozenverblijf. "Ik kon het goed met hem vinden en we sportten samen ook vaak. Hij was close met de matrozen, en dat werd 'm nog weleens aangerekend door de andere officieren. Maar daardoor kon hij in het Caf er wel bij zitten en konden we het er nog over hebben. Hij had niets dan lof voor mij en zei dat ik hem had gered. Hij zei: 'Ik heb de hele avond zitten twijfelen of we met de RHIB of toch met de helikopter moesten gaan. En ik koos toch voor de RHIB, zal je net zien dat het fout gaat.' Hij voelde zich zo verantwoordelijk voor zijn beslissingen."


Lees 'Orka', het spannende verhaal over een Nederlandse onderzeeboot in 1980. Geschreven door Jaime Karremann.

Business as usual
Wie denkt dat de bemanningsleden van de schepen nog dagenlang van slag waren, heeft het mis. Vooral Inge en Martijn wilden zo snel mogelijk verder met hun normale leven.
De volgende dag, het eskader lag ten anker voor Lissabon, stapte Inge gewoon weer in de RHIB. Toen werd het weer even spannend, want een van de tube's bleek toch lek te zijn geraakt door de knal tegen de Tromp. "Ook de polyester bodem was gescheurd, dus de RHIB was gewoon aan het zinken en we zijn snel teruggekeerd", zegt Inge en voegt er aan toe: "Dat is nog wel een leuke anekdote."

Een dag later liep het eskader Lissabon binnen. Martijn had intussen een beloning ontvangen, maar wel met het verzoek om verder niet met buitenstaanders over de omstandigheden te praten. Die behoefte had hij ook helemaal niet. Aan boord van de Amsterdam werd een barbecue georganiseerd en Martijn werd uitgenodigd. Hij wilde niet. "Ik wilde gewoon weer mijn gangetje gaan. Gewoon in de haven lekker op pad, maar ik kreeg zoveel aandacht en ik voelde me daar helemaal niet prettig bij."

Martijn is toch nog even, onder druk van zijn leidinggevenden, aan boord van de Amsterdam geweest. "Ik heb hem hartelijk bedankt", zegt Inge. "En misschien nog een wapenschildje of een zippo gegeven. Maar Martijn was eigenlijk hetzelfde als ik, we vonden het niet zoveel bijzonders. Er gaat weleens iets mis en wat een heisa levert dat op. Het waren vooral de hogere rangen die heel belangrijk vonden dat hij bij ons aan boord zou komen. Martijn en ik hadden net zo goed een biertje kunnen drinken in de haven en dan was het ook klaar. Ik heb het niet als storend ervaren, maar zo officieel met alles en iedereen erbij dat hoefde niet van mij."

Martijn zei daarna dat hij het er niet meer over wilde hebben en voor Inge werd Lissabon en havenbezoek als alle anderen.

Martijn
RHIB op het potdeksel (van een LCF in 2017) in het donker. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Lessen
Toch zijn er lessen getrokken uit de gebeurtenis. Daarna werden lampjes verplicht bij nachtelijke vaartochten en werd een reserve dodemansknop op een vaste plaats bevestigd. Ook bij de wachtsofficieren op de brug van de Amsterdam werd aan extra bewustwording gewerkt, zegt Inge: "Als je vóór het ongeval met een RHIB werd weggestuurd en dan kwam het regelmatig voor dat de officier van de wacht je vroeg of je harder wilde varen of je kon opschieten. Allemaal heel goed bedoeld, maar we hebben dat toen besproken met de commandant. Daarna hebben we wachtsofficieren meegenomen in de RHIB zodat ze niet alleen vanaf de brug zien hoe het gaat, maar ook hoe het daadwerkelijk is. We kunnen met de RHIB namelijk niet altijd hard varen. En als je koers kiest als wachtsofficier zijnde, is het zaak om te bedenken wat de beste koers is voor de RHIB om weer langszij te komen. Dat leren ze natuurlijk wel, maar het is ook goed om het te ervaren vanuit de RHIB zelf."

RHIB
Grote schepen worden snel klein. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Spektakel
Vaak denken de drie er niet meer aan terug. "Ja, zo van 'wat een spektakel was dat'", zegt Inge, "maar ik heb er niet over gedroomd of nare gevoelens bij. Het is goed gegaan en dóór."

Inge en Hein verruilden de marine al snel voor de politie. Martijn is al die tijd bij de marine gebleven en vaart nu als kapitein op de sleepboot Zuiderzee. Hein heeft in zijn werk bij de politie veel dramatischere dingen gezien en meegemaakt, "dit was gewoon een perfecte, professionele reddingsactie", blikt hij terug. Martijn was betrokken bij een ongeval in 2003, "die persoon heb ik ook geprobeerd te redden maar dat is niet gelukt. Dit verhaal van Inge helpt me wel om dat te verwerken. Omdat dat toen wel is gelukt."

Praten ze er samen nog weleens over? Nee, de drie hebben elkaar daarna nooit meer gezien.



comments powered by Disqus




Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Dossiers

Gerelateerde artikelen