Gisteren is in Rotterdam een samenwerkingsintentie uitgesproken door vertegenwoordigers van industrieën uit zes Noord-Europese landen die onder de vlag van Northern Naval Shipbuilding Cooperation in de toekomst willen samenwerken op gebied van marinebouw. De ondertekening volgde op een eerdere ondertekening van een intentieverklaring door krijgsmachten uit de zes landen.
Het Noorse fregat Roald Amundsen (Frdidjoft Nansenklasse) vlak voor Zr.Ms. Tromp. (Foto: NAVO)
Enkele jaren terug nam de Defensie Materieel Organisatie (DMO) met hun Zweedse collega's het initiatief om de mogelijkheden tot samenwerken te onderzoeken. Al snel sloten ook Duitsland, Denemarken, Finland en Noorwegen aan.
Het gaat bij Northern Naval Shipbuilding Cooperation (NNSC) niet om de fusie van bedrijven of het bouwen van identieke schepen. Ook vindt de samenwerking niet plaats om te bezuinigen. Doel is vooral het beschikbaar houden van marinematerieel door het behouden van de maritieme industrie in het noordelijk deel van Europa, zo begrijpt Marineschepen.nl van DMO. De industrie in Noord-Europa bestaat veelal uit commerciële bedrijven en zij moeten concurreren met bedrijven in het zuiden van Europa, die veelal deels of volledig in handen zijn van de staat.
Overigens is er in het zuiden ook een samenwerkingsverband; onder de noemer Naviris werken het Franse Naval Group en het Italiaanse Fincantieri samen.
Binnen NNSC zal zoveel mogelijk worden gewerkt aan de delen van nieuwe marineschepen of nieuwe concepten waar de diverse partijen overeenstemming kunnen vinden. Zo zouden de verschillende landen voor een nieuw fregat bijvoorbeeld wel in de basis een zelfde ontwerp kunnen gebruiken, maar met bijvoorbeeld eigen radars en die schepen vervolgens bouwen op een werf naar keuze.
NNSC bevindt zich nog in een beginstadium, maar de partijen hebben wel drie focusonderwerpen gekozen om concrete stappen te maken, liet Hoofd Afdeling Maritieme Systemen van DMO, KTZ Paul Flos weten in een Linkedin-bericht. Het gaat om modulariteit, interoperabiliteit en harmonisering van certificering en standaarden, simpel gezegd, gaat het om concepten voor scheepsbouw die binnen de verschillende landen beter op elkaar moeten aansluiten. Een tweede punt is oorlogvoering onderwater en situational awareness op de zeebodem, en tot slot toekomstbestendige voortstuwing.
Een volgende mijlpaal binnen het programma is ondertekening van een Memorandum of Understanding (MoU).
Vooralsnog gaat het dus om zes landen. Mogelijk dat daar ook Groot-Brittannië bij aansluit. De Britten waren eerder uitgenodigd, maar kozen er destijds niet voor om zich aan te sluiten bij NNSC. Inmiddels is er vanuit Londen meer interesse. België maakt geen deel uit van het NNSC, omdat onze zuiderburen behalve een bedrijf dat scheepsdiesels maakt over nauwelijks een marine-industrie beschikt.
