14 kernbommen per raket
Door: Jaime Karremann
De vier onderzeeboten van de Vanguardklasse vormen de nucleaire afschrikking van het Verenigd Koninkrijk. De Britten hebben één type kernwapen, de D-5 Trident II. Deze kan alleen door onderzeeboten worden gelanceerd. Deze
ballistische raket beschikt over meerdere kernkoppen die afzonderlijk van elkaar richting de aarde gaan.
Over het algemeen wordt aangenomen dat veertien Britse kernkoppen, de 'Holbrook', in de Trident passen. Deze Holbrook heeft een explosieve lading van 100 kiloton. Ter vergelijking, de kernbom op Hiroshima had een lading van 15 kiloton. Een nucleaire aanval met slechts één kernkop zal dus een kleine zeven keer zwaarder zijn dan de atoombom op de genoemde Japanse stad. En dat keer veertien voor een aanval met een complete Trident.
De Vanguard's hebben echter niet één maar maximaal zestien Trident kernraketten aan boord. Deze raketten, met een bereik van meer dan 12.000 km, worden gelanceerd terwijl de onderzeeboot onder water vaart.
Het blijft belangrijk voor deze onderzeeboten om ongedetecteerd te blijven en zij zullen zich tijdens een patrouille zoveel mogelijk proberen te verstoppen en weg te blijven van andere schepen en onderzeeboten. Dat doen ze terwijl ze voortdurend gereed moeten zijn om hun raketten te kunnen lanceren als ze die opdracht krijgen.
Het draait bij deze onderzeeboten, net als bij strategische bommenwerpers of strategische lanceerinrichtingen om de garantie dat zij kunnen terugslaan als hun land wordt aangevallen met kernwapens. Tests zijn dan ook niet controles of het systeem werkt, maar ook een signaal aan de buitenwereld: 'wij kunnen dit'.