Gisteravond is de neergestorte NH-90 helikopter gezonken nadat twee van de vier drijflichamen knapten, dat meldde Defensie. Het is een grote tegenslag voor het onderzoek naar de oorzaak van de crash. Het wrak ligt nu op een diepte van twee tot drie kilometer.
Een van de laatste momenten van de helikopter aan de oppervlakte. De voorste twee drijflichamen zijn leeggelopen. (Foto: Defensie)
Ruim 24 uur wisten de vier grote oranje balonnen de helikopter aan de oppervlakte te houden. Het stationsschip en de kustwacht probeerden de helikopter te bergen en Defensie was in gesprek met een civiel bedrijf om de helikopter te bergen. Het is onduidelijk waarom zij er niet in geslaagd zijn de helikopter van de ondergang te redden, zeker is wel dat het weer gisteren de berging bemoeilijkte.
Nu de helikopter op grote diepte ligt, is deze alleen te bereiken met zeer gespecialiseerde onderwaterdrones. Bovendien is er door het zinken kans op extra schade en wordt het wrak naarmate het langer onder water ligt verder aangetast. Een snel onderzoeksresultaat is nu vrijwel uitgesloten. Dat is een tegenslag voor de nabestaanden en collega's van de helikoptercrew, en voor het Defensie Helikopter Commando dat de andere 19 NH-90's aan de grond houdt.
Drijvers maken standaard deel uit van de NH-90. (Foto: NHIndustries)
Eerdere geslaagde operaties
Gelukkig is onderzoek naar het wrak zelfs op grote diepte niet onmogelijk. De Canadese Cyclone-helikopter die op 29 april in de Middellandse Zee neerstorte, zonk ook naar de zeebodem. Daar was het 3 km diep. Ook van die helikopter werden de datarecorders gevonden en ook van die helikopter was de locatie bekend. 3 kilometer is echter de maximale diepte voor veel remotely operated vehicles en op verzoek van Canada werd een speciaal team van de Amerikaanse marine (NAVSEA en SUPSALV) betrokken bij de zoektocht naar het wrak. De Amerikanen vlogen met een transporttoestel naar het dichtsbijzijnde vliegveld om zich vervolgens in te schepen op een civiel schip. Met hun Remora ROV van Phoenix International zij tot dieptes van 6 km bereiken om wrakstukken te kunnen opsporen en ze direct bergen.
De Canadese helikopter werd echter niet geborgen, er werden slechts onderdelen afgehaald en enkele lichaamsdelen werden geborgen. Een belangrijk verschil met het Canadese incident is dat twee inzittenden het ongeval hebben overleefd en dat de slachtoffers uit het wrak zijn gehaald voor de heli zonk.
In het verleden zijn wel helikopters van grote diepte geborgen. In 2007 werd een MH-60S Seahawk van de Amerikaanse marine door Supervisor of Salvage and Diving (SUPSALV) van de zeebodem getakeld. De helikopter lag voor de kust van Californië op ruim een kilometer diepte.
30 dagen
Defensie meldt dat de laatste positie van het wrak aan de oppervlakte is vastgelegd. De exactie locatie op 3 km diepte zal niet helemaal bekend zijn omdat wrakken niet loodrecht naar beneden zakken. Een baken van de helikopter (de Underwater Locator Beacon) zal daardoor mogelijk van belang zijn. Deze moet zijn geactiveerd op het moment dat het toestel het water raakte en moet vervolgens 30 dagen actief blijven.