Het nieuwe bevoorradingsschip wordt in 2022 verwacht, dat zei Commandant Zeestrijdkrachten VADM Rob Kramer vanmiddag in Den Helder. Daarmee wordt voor het eerst iets bekend over de planning van het aanstaande nieuwbouwproject.
Vice-admiraal Rob Kramer tijdens zijn toespraak voor de opening van de zeemanschapstrainer. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
In zijn toespraak in het kader van de opening van de Zeemanschapstrainer in de Nieuwe Haven, onthulde Kramer dat de nieuwe tanker er in 2022 zal komen. Dat is zeven jaar na het laatste grote marineschip Zr.Ms. Karel Doorman. Het is zeker honderd jaar geleden dat de marinenieuwbouw zo lang heeft stilgelegen.
"In 2022 verwacht ik een nieuwe tanker bij de marine. Dat komt in de Defensienota. Het gaat gebeuren, er komt een nieuwe tanker", zei de vice-admiraal.
Kramer voegde daar aan toe dat de naam van het nieuwe schip al gekozen is. Die gaf Kramer echter nog niet vrij. De vorige tankers heetten Poolster, Zuiderkruis en Amsterdam.
Sinds juni 2017 is bekend dat er wordt gewerkt aan een Combat Support Ship. Het wordt een schip 'in de geest van de Amsterdam', het laatste echte bevoorradingsschip van de marine dat enkele jaren terug werd verkocht aan Peru.
Het nieuwe bevoorradingsschip zal dus nog voor de nieuwe fregatten, nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen en nieuwe onderzeeboten in dienst worden gesteld.
De tijd tussen de eerste plannen in 2017 tot indienststelling in 2022 is erg kort voor een nieuw marineschip. Daarmee is dit een uniek project en sinds de Tweede Wereldoorlog in Nederland niet meer voorgekomen.
Uiteraard sprak Kramer vooral over de zeemanschapstrainer. Deze nieuwe trainer werd vanmiddag geopend en komt volgens de Commandant Zeestrijdkrachten net op tijd. Kramer vergeleek de marine op BOZ-gebied met een voetbalclub in het rechterrijtje die moeite heeft om het hoofd boven water te houden. Jaren terug hoorde de marine volgens de vice-admiraal op dat vlak nog tot de wereldtop, maar dat was de afgelopen periode wel anders sinds de Zuiderkruis en de Amsterdam uit dienst zijn gesteld en er slechts één tanker, de Karel Doorman voor terug kwam. "Maar dat is maar een halve tanker, of nog minder, gelet op de vele taken." Het gebrek aan de beschikbare BOZ-capaciteit heeft grote gevolgen gehad voor het niveau op gebied van bevoorrading op zee bij de marine. "Zeer zorgwekkend", zei de vice-admiraal, "ik heb het de afgelopen jaren gezien op de vloot. En het baart mijn dan ook diep en diep zorgen. Het is goed dat we het tij nu kunnen keren."
De nu varende Karel Doorman, de zeemanschapstrainer en de nieuwe tanker trekken de marine uit een diep BOZ-dal, aldus Kramer.
Eind maart verschijnt de Defensienota, daarna wordt snel meer duidelijk over het nieuwe bevoorradingsschip en de andere plannen.