Er is achter de schermen bij het ministerie van Defensie een grote stap gezet richting de vervanging van de M-fregatten voor België en Nederland. Het evenwicht tussen product, tijd en geld, waar Defensie eerder over sprak in de Afwijkingsrapportage, zou zijn gevonden. Dat melden bronnen aan Marineschepen.nl. De verwachting is dat de B-brief daarom op korte termijn naar de Tweede Kamer gestuurd gaat worden.
Dit wordt 'm dus niet. Uitgesneden beeld van het concept dat eind 2019 uitlekte. Dit was ontwerp RMF-22D, met een lengte van 134 meter en 5475 ton waterverplaatsing, maar paste niet binnen budget. Het ontwerp is aangepast en zou kleiner zijn gemaakt. (Beeld: DMO, bewerking: Marineschepen.nl)
Directeur van de Defensie Materieel Organisatie VADM Arie Jan de Waard had eerder dit jaar in een interview met Marineschepen.nl al gezegd dat de B-brief Vervanging M-fregatten voor de zomer verzonden zou worden. Dat lijkt dus te gaan lukken, maar om dat te bereiken moesten de nodige uitdagingen worden overwonnen, zo begrijpt Marineschepen.nl. Om het project toch te kunnen realiseren moest het ontwerp, dat eind 2019 uitlekte, worden aangepast.
Marineschepen.nl heeft Defensie om een reactie gevraagd. Defensie kon echter niet inhoudelijk reageren op de berichtgeving rond dit dossier.
Nood is hoog
Al voor 2013 was Defensie bezig met de vervanging van de twee M-fregatten van de Karel Doormanklasse en ondertussen worden de fregatten snel ouder. Het oudste schip (BNS Leopold I) bereikt volgend jaar al de, middels het instandhoudingsprogramma opgerekte, einde levensduur.
De nood is hoog en er waren grote zorgen omtrent de vervanging van de oude schepen.
Lang was het stil rond de fregatten, tot op 20 mei Afwijkingsrapportage Defensie naar de Tweede Kamer werd gestuurd. Daar stond in dat de nieuwe fregatten niet in 2024 maar in 2025 worden verwacht. Dit was geen verrassing, want op Prinsjesdag 2019 werd bekend dat de B-brief, die het einde van de onderzoeksfase markeert, niet in 2019 maar in 2020 verstuurd zou worden. De vertraging is onwenselijk in verband met de leeftijd van de schepen, zorgelijker was de achterliggende reden.
Defensie lichtte een tipje van de sluier op in de rapportage, maar de toelichting was beknopt en enigszins cryptisch: "De B-fase is nog niet afgerond. Defensie streeft in de
B-fase naar het beste evenwicht tussen de factoren product, tijd en geld, voor zowel Nederland als België. In dit project bleek het onderzoek naar dit evenwicht meer tijdrovend dan verwacht als gevolg van complexe afwegingen met twee landen over specificaties, offertes en gewenste termijn waarop de schepen inzetbaar moeten zijn."
Het evenwicht tussen product, tijd en geld, is niets anders dan een schip dat kan wat de klant (de marine) wil, binnen de tijd en binnen het budget. Het evenwicht is er niet als bijvoorbeeld de eisen en het budget niet matchen.
Budget was te krap
België heeft 1 miljard euro voor de twee fregatten gereserveerd, het bedrag voor de Nederlandse schepen is niet bekend, maar zal niet heel veel hoger liggen. Al heeft Marineschepen.nl wel begrepen uit bronnen buiten Defensie dat de schepen op zich wel identiek zullen zijn, maar dat België bepaalde (tamelijk belangrijke) apparatuur later zal aanschaffen.
Vier personen in afzonderlijke gesprekken meldden aan Marineschepen.nl dat het budget te krap zou zijn.
Een tekort is op zich ook geen verrassing, want een prijs van 500 miljoen euro per onderzeebootbestrijdingsfregat is wel erg goedkoop. De Britse generatiegenoot Type 26 kost meer dan een miljard per stuk. Nu zijn Nederlandse marineschepen goedkoper dan in het buitenland omdat de Nederlandse marine vaak de verantwoordelijkheid voor innovaties op zich neemt, zelf radars en wapens aanschaft en software niet koopt maar zelf ontwikkelt. Toch is een dergelijk prijsverschil opvallend.
Zeker omdat aan de nieuwe fregatten hoge eisen worden gesteld. Immers, een onderzeebootbestrijdingsfregat moet in z'n eentje ver weg van andere marineschepen jagen op onderzeeboten. Een fregat dat alleen opereert en zich richt op onderzeebootbestrijding, staat hoog op de target list van vijandelijke eenheden. Omdat het fregat niet kan rekenen op bescherming door andere marineschepen, moet het dus in staat zijn om zichzelf te verdedigen tegen uiteenlopende type aanvallen.
Internationale samenwerking
De kern van het probleem was niet erg complex: het vooraf berekende budget was te laag om alle eisen te accommoderen. Dat gebeurde in het verleden vaker, maar was geen groot probleem. Er werd geld bij gevraagd en wat van het ontwerp af gehaald. Recent bijvoorbeeld bij de Karel Doorman en het Combat Support Ship (al werd bij de Doorman 'slechts' een dek geofferd, bij het CSS waren dat een deel van de sensoren en wapensystemen.)
De Belgische minister van Defensie beschreef vorige week woensdag de problematiek iets preciezer: "Momenteel bestaat de grootste uitdaging uit het in lijn brengen van de keuze van het platform, de bewapening en het sensor- en radarsysteem volgens wat beschreven is in de MoU."
Wat het nu lastig maakte is dat Nederland de schepen samen met België aanschaft. België heeft op basis van de eerste berekeningen het budget al vastgelegd. Dat er een verschil is in de werkwijze tussen beide landen is ook te verklaren, want België is niet gewoon om dergelijke producten zelf te ontwikkelen maar dit te doen via een aanbesteding.
Oplossing
De vraag was hoe het probleem opgelost moest worden. Een van de opties waar, volgens insiders, voor werd gevreesd was het uitstellen van de vervanging M-fregatten en laten samenvallen met de vervanging van de Luchtverdediging- en Commandofregatten na 2030. Dat zou een ramp betekenen voor de Belgische en Nederlandse marines. Een andere, iets minder dramatische, optie was het sterk bezuinigen op het ontwerp.
Om de kosten te drukken zijn in het verleden ook al gesprekken geweest met andere landen. En er is ook interesse uit het buitenland in de nieuwe fregatten. Een van de landen die vaker wordt genoemd is Portugal. Dat land is erg tevreden met de M-fregatten en het instandhoudingsprogramma, maar tevens een land dat pas in een later stadium tot aankoop over wil gaan. Daar kunnen de kosten nu niet mee verlaagd worden.
Er is gekozen voor een mix van oplossingen: snijden in het ontwerp, maar zonder grote offers te doen en het Nederlandse budget iets verhogen. Het resultaat zou een schip zijn dat kleiner is dan het ontwerp dat eind 2019 uitlekte, maar dat volgens een bron die Marineschepen.nl sprak, toch met een heel positief resultaat.
Het ontwerp dat eind 2019 uitlekte was 134 meter lang en had een waterverplaatsing van 5475 ton. Daar wordt dus in gesneden. Ter vergelijking, de M-fregatten zijn 122 meter lang en hebben een waterverplaatsing van 3300 ton. De Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF'en) zijn 144 meter en 6044 ton.
België heeft schepen al gekocht
Voor België betekende dit geen noodzakelijke verhoging van het budget voor de fregatten. En dat is voor het project belangrijk, want wijzigingen in budget zijn in België lastiger dan in Nederland.
Een voormalig officier van de Belgische marine vertelde Marineschepen.nl dat België de schepen feitelijk al heeft gekocht. "Binnen budget is alles geoorloofd," zei hij vorig jaar toen er nog geen signalen waren van budgetproblemen bij de buitenwacht (later zei hij ook te hebben vernomen van een te laag budget). Raakt het project over budget, dan zijn er problemen, zei hij destijds: "Binnen de MOU [Memorandum of understanding uit 2016] is een plafond vastgelegd voor de twee fregatten. Stel nu, dat dat onvoldoende zou blijken, dan moet er inderdaad opnieuw een politiek akkoord voor worden gevonden door de regering."
"In dat geval zal ook de Nederlandse politiek de Belgische politici moeten overtuigen van de noodzaak van de stijging van het budget."
Nog lastiger is dat België momenteel nog altijd geen nieuwe regering heeft sinds de verkiezingen van 26 mei 2019.
Het 'debat' in het Belgische parlement is hier terug te kijken. Links minister van Defensie en Buitenlandse Zaken Goffin, rechts Buysrogge van de N-VA. (Bron: dekamer.be)
Belgisch parlement tast in duister
Terwijl de opties in Nederland werden besproken, tastte het Belgische parlement nog in het duister. Dat bleek toen afgelopen woensdag een uiteenlopende reeks vragen op Philippe Goffin, de minister van Buitenlandse Zaken en Defensie, werd afgevuurd naar aanleiding van de in Nederland verschenen Afwijkingsrapportage. Het Belgische parlement was hier niet over geïnformeerd.
Zo vroeg Annick Ponthier (Vlaams Belang) om meer duiding "bij de situatie, alsook een stand van zaken in het hele dossier" en vroeg Sammy Mahdi (Christen-Democratisch en Vlaams, CD&V) wanneer de schepen in het water zouden liggen. Ook vroeg hij: "Zullen alle nodige wapensystemen zoals voorzien aangekocht en geïnstalleerd worden, vermits er problemen zijn met een aantal bestellingen?" Peter Buysrogge (Nieuw-Vlaamse Alliantie) vroeg concreet of er al oplossingen voor de in de Afwijkingsrapportage genoemde problemen waren en: "Heeft de vertraging enig gevolg voor de prijs, de inschrijving van de budgetten in de begroting of de uitfasering van onze huidige fregatten?"
Van een echt debat was geen sprake, het parlement moest genoegen nemen met een voorgelezen en vrij algemene reactie van minister Goffin. Goffin zei wel dat er nauw contact is tussen Nederland en België, "waarbij in de huidige fase van het project een aantal ontwerpen tegen elkaar wordt afgewogen teneinde een evenwicht te vinden tussen de verschillende eisen van het toekomstige platform, voor het te voorziene budget en het planningsaspect." Goffin legde vervolgens uit dat de grootste uitdaging zit in de "sensor- en radarsystemen" (aangezien een radar en sensor is, zal hij doelen op sensor- en wapensystemen). Ook zei hij dat de schepen zodanig worden ontworpen dat er in de toekomst sensoren en wapensystemen kunnen worden geïntegreerd.
De Belgische Kamer bleef na de reactie met vele onbeantwoorde vragen achter en kreeg Goffin niet meer te spreken. Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen) zei: "Wij zijn de marine zeer genegen. Het is een van de specialiteiten van het Belgische leger. Wij staan achter een uitbreiding en een versterking van onze marinecapaciteiten. Wij hopen dat er toch snel klaarheid komt in dit dossier. Wij, als parlementsleden, hebben daar toch recht op."
(Bron: Twitter.com)
SM-3 en onderzeebootbestrijding
Maar de meest opvallende uitspraak kwam van de N-VA, Peter Buysrogge, besloot het debat met: "Wel wil ik ervoor waarschuwen dat wij geen leeg schip kopen. Het is gemakkelijk om een fregat te kopen, maar het is belangrijk dat het ook uitgerust is en over de gevraagde specificaties beschikt, namelijk én ballistic missile defense én onderzeebootbestrijding, enzovoort, zodat het vanaf dag één in de vaart kan en operationeel kan zijn. Dat is toch iets om mee te nemen in het vervolg van het traject."
Het is bekend dat België in het verleden de wens had om een rol te spelen in Ballistic Missile Defense (BMD) en daarom SM-3 raketten wilde aanschaffen. De kosten van die raketten zijn echter hoog en de wens heeft ook gevolgen voor bijvoorbeeld communicatiesystemen van de schepen. De vraag is echter of de Belgische budgetten daar voor toereikend zijn. Zoals eerder gemeld zullen de Belgische schepen uit kostenoverweging bij oplevering niet voorzien zijn van alle apparatuur.
Daarnaast is maar de vraag of minister Goffin de boodschap van Buysrogge heeft ontvangen, Goffin was met iemand anders in gesprek, zo blijkt uit bovenstaande beelden.
Eindelijk verder
Hoewel nog niet bekend is gemaakt wat de aanpassingen precies zijn, is voortgang van het dossier vervanging M-fregatten zondermeer positief en van grote waarde voor de Nederlandse en Belgische marines.
Als de B-brief is verschenen zal de Tweede Kamer in Nederland zich er over buigen en kan het project verder. In 2025 moet het eerste fregat opgeleverd zijn.