Defensie heeft volgend jaar ruim 22 miljard euro te besteden en dat neemt de komende jaren toe tot 24 miljard. Vergeleken met de financiële sprong die de organisatie dit jaar maakte, is de voor volgend jaar geplande toename een stuk kleiner. Bijna de helft van het budget gaat naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) en dat wordt vervolgens geïnvesteerd in materieel. Het gereserveerde totale bedrag ligt iets lager dan vorig jaar. De geplande investeringen in maritiem materieel zijn ook kleiner dan in 2024.
Zr.Ms. Van Speijk ligt al enkele jaren in de mottenballen en wordt langzaam weer terug in de vaart gebracht. Onderzeebootbestrijding heeft een hoge prioriteit. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Tot 2018 was de Nederlandse Defensiebegroting nooit boven (ook niet omgerekend) de 10 miljard euro uitgekomen. De Defensiebegroting kroop van 1984 tot 2003 langzaam van (omgerekend) 6 miljard euro naar 7 miljard euro. Van 2004 tot 2018 nam de financiële ruimte met slechts een miljard toe, ondanks dat de inflatie en de kosten voor personeel en materieel hoger werden. In de periode van 2020 tot 2025 is dat wel anders: de Defensiebegroting is in vijf jaar met ruim 10 miljard gegroeid, met een gemiddeld groeipercentage van 13,9 procent. Dat percentage werd zelfs in de jaren '60 en '70 niet gehaald.
De grootste stap die gezet werd was die van 2023 naar 2024, toen er zo'n 6 miljard euro bijkwam. Zo'n sprong zien we vandaag niet, maar er is wel weer sprake van een stijgende begroting.
44 procent van het Defensiebudget gaat naar het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF). Hierboven een uitsplitsing naar de verschillende posten, sinds 2021. Voor het eerst wordt het meeste geïnvesteerd in materieel op land, in plaats van in de lucht. Investeringen in marinematerieel komt net boven de plannen uit voor 2023. Bedragen x 1 miljard euro. (Bron: Defensiebegrotingen 2021-2025)
Minder voor marine en luchtmacht
Dat geldt ook voor de marine. Want de marinebegroting neemt toe van 1,078 miljard euro naar 1,180 miljard, een toename van 9 procent. De luchtmacht krijgt ook meer te besteden: 20 procent extra en komt uit op ruim 1 miljard. Waar de luchtmacht voor het eerst het miljard passeert, passeert de landmacht (ook voor het eerst) in 2025 de 2 miljard euro.
Als we naar het DMF kijken, zien we weer een andere verdeling. Daar staan minder investeringen gepland voor luchtmachtmaterieel (een afname van 16 procent), dan in de plannen van vorig jaar. Investeringen in landmachtmaterieel nemen met bijna 9 ton toe (een groei van 59 procent), terwijl er voor maritiem materieel ruim een half miljard minder te besteden is (krimp van 31 procent).
Voegen we de geplande gelden voor de krijgsmachtdelen en de bedragen uit het DMF samen, dan blijkt dat er 4,4 miljard euro voor landmacht en landmachtmaterieel is begroot, 3,2 miljard voor de luchtmacht plus materieelsinvesteringen, en tot slot 2,4 miljard euro voor marine plus maritiem materieel. Vergeleken met vorig jaar gaat zowel de marine als de luchtmacht er op achteruit.
Wat in de postenverdeling van het DMF verder opvalt is dat er in 2025 minder geld zal gaan naar Infrastructuur en Vastgoed. De investeringen dalen van een kleine 2 miljard euro naar een begroting van ruim 8 ton komend jaar.
Twee grafieken die eigenlijk niet meer samen in een beeld passen: de totale uitgaven van het Rijk vergeleken met die aan Defensie van 1959 tot en met 2025. De Defensieuitgaven zijn hard gestegen, maar de Rijksuitgaven nog veel harder. Bedragen x 1 miljard. (Bron: Defensiebegrotingen en Miljoenennota's 1959-2025)
Defensie klein deel van begroting
Van 1984 tot 2017 was een Defensiebegroting van 6 of 7 miljard heel normaal en de 22 miljard euro van nu klinkt dan ook astronomisch. Defensie kan met dat geld dan ook een deel van de problemen oplossen. Toch is het belangrijk om de Defensiebegroting ook in het licht van de totale Rijksbegroting te bekijken. Dan valt op dat nog altijd een relatief klein deel wordt uitgegeven aan de krijgsmacht.
Op dat vlak werd een dieptepunt bereikt in 2014, toen van al het geld dat het Rijk plande uit te geven (267 miljard euro) slechts 2,7 procent naar Defensie ging. In 1963 was dat nog bijna 20 procent. Inmiddels zitten we op bijna 5 procent, vergelijkbaar met 2006.
Als we het toch hebben over percentages: de NAVO-norm wordt in 2024 niet gehaald. Wel in 2025, meldt de toelichting op de Defensiebegroting. Daar wordt wel de kanttekening bij gemaakt dat de NAVO-norm wordt gehaald volgens de NAVO-berekening en dus inclusief de 2,3 miljard euro steun aan Oekraïne. Wordt die steun niet meegerekend (de Nederlandse rekenmethode), dan wordt de NAVO-nom in 2026 gehaald.
Hoofdtaak 1
De Defensienota, die twee weken terug werd gepresenteerd, had de grote lijnen al geschetst. Ook in de Defensiebegroting werd de nadruk gelegd op de prioriteit "op de invulling van hoofdtaak 1: Het beschermen
van het Nederlandse grondgebied en dat van onze bondgenoten. Defensie
zet zich daarom onverminderd in om de gereedheid en inzetbaarheid van
de krijgsmacht te verhogen en de gevechtskracht te versterken."
Voor de middellange termijn betekent dat voor de marine wordt gemikt op twee extra ASW-fregatten, in verband met de prioriteit die wordt gelegd op onderzeebootbestrijding. Defensie zegt verder in te zetten op "innovatie, vastgoed en duurzaamheid". Voor de vernieuwing van materieel zal de focus liggen op "drones, sensoren, slimme materialen, ruimtevaart en quantumtechnologie".
Auteur: Jaime Karremann Jaime is oprichter van Marineschepen.nl en heeft meer dan 1.500 artikelen geschreven over uiteenlopende marine-onderwerpen. In 2017 gaf hij zijn non-fictieboek In het diepste geheim uit en later onderzeebootthriller Orka. Voor Jaime fulltime met deze site aan de slag ging, werkte hij ruim 12 jaar bij de marine, waarvan het grootste deel in een burgerfunctie. Jaime studeerde Communicatie in Groningen.