De Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF'en) van de De Zeven Provinciënklasse worden over ongeveer tien jaar vervangen. Dat blijkt uit brieven die staatssecretaris Barbara Visser naar de Tweede Kamer stuurde. De marine beschikt momenteel over vier van deze LCF'en, die de komende jaren worden gemoderniseerd. Zij zijn rond 2030 echter aan het eind van hun geplande levensduur.
De vervanging van de twee M-fregatten is inmiddels in volle gang. Dat bleek wel uit de A-brieven die de staatssecretaris afgelopen donderdag aan de Tweede Kamer stuurde. In de berg informatie viel echter ook het één en ander te lezen over geheel nieuwe plannen: vervanging LCF. In de Defensienota werd voor het eerst het bestaan van deze plannen bevestigd, nu is er iets meer informatie.
Visser schreef bijvoorbeeld in de brief over de vervanging van de M-fregatten dat er een relatie is met "het toekomstige project voor de vervanging van de LC-fregatten waarvan de A-brief is voorzien voor 2021." De A-brief verschijnt aan het einde van de A-fase, dus het vervangingsprogramma van de LCF'en zal een jaar of jaren daarvoor al aanvangen. Overigens zijn de eerste studies over de radars van de toekomstige fregatten al aan de gang, zo bleek reeds in 2015.
Het vervangingstraject wordt opgestart omdat eind jaren '20 de fregatten het einde van de levensduur bereiken. Voor het eerste schip Zr.Ms. De Zeven Provinciën is dat in 2027. De schepen zullen iets langer door moeten varen, en gelet op de huidige staat en aanstaande modernisering is dat haalbaar, maar zij zullen naar verwachting tegen het einde van de jaren '20 en begin jaren '30 worden vervangen. Dat zou sneller zijn dan eerder voor mogelijk werd gehouden.
Enerzijds zou de marine de LCF'en, na de modernisering en haast complete update van het pakket aan wapensystemen, langer willen aanhouden. Bovendien zijn er in de jaren '20 al veel grote projecten gaande. Anderzijds wil men familievorming met de dan al in dienst zijnde vervangers van de M-fregatten. Als er tussen de vervanger van de M-fregatten en de LCF'en echter te veel jaren zit, is familievorming lastiger. Ter illustratie: tussen de kiellegging van de eerste twee Driecilinderonderzeeboten (Dolfijn en Zeehond) en het tweede duo (Potvis, Tonijn) zat acht jaar. Dat betekende niet alleen extra kosten, maar ook verschillen tussen de eerste twee en de tweede twee. De verschillen waren pas na een update grotendeels weggewerkt.
De marine heeft geen zes identieke fregatten voor ogen, maar het geeft wel aan dat naarmate de tijd verstrijkt en productielijnen sluiten, er verrassend snel afwijkingen kunnen ontstaan doordat bijvoorbeeld bepaalde apparatuur niet meer beschikbaar is. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, tenzij je met familievorming nastreeft. En die wens blijkt dus ook uit de relatie tussen het project vervanging M-fregatten en het toekomstige project vervanging LCF'en.