De Hobartklasse, ofwel de Air Warfare Destroyers (AWD), bestaat uit drie schepen: Hobart, Brisbane en Sydney. De schepen zijn grotendeels gebouwd in Australië en zijn gebaseerd op het Spaanse F-100 fregat. Er was ook een optie voor een vierde schip.
De schepen zijn gespecialiseerd in luchtverdediging, maar kunnen ook de strijd aanknopen met vijandelijke onderzeeboten en oppervlakteschepen.
De bouw kende een groot aantal tegenslagen. Het eerste schip werd 2,5 jaar later dan gepland opgeleverd. In 2020 werd het laatste schip opgeleverd.
HMAS Sydney, een van de drie Hobartklasse destroyers. (Foto: Australische marine)
Chinese dreiging
Australië bevindt zich samen met Nieuw-Zeeland in een gebied waar een serieuze maritieme wapenwedloop gaande is. Voor de relatief kleine Australische marine betekende dat deze uitgebreid werd om enerzijds de taken laag in het geweldspectrum beter te kunnen uitvoeren, in de ruim 8 miljoen vierkante kilometer waar het eiland voor verantwoordelijk is. Anderzijds koos het land een koers om ook opgewassen te zijn tegen marines die de aanvoerlijnen naar Australië kunnen afsluiten, zoals China.
Sinds begin '90 behoefte aan deze schepen
Strikt genomen vormden de schepen van de Hobartklasse geen uitbreiding, maar een late vervanging van de drie Perthklasse destroyers die tot 2001 dienst deden. Begin jaren '90 had de Australische marine het plan opgevat om de luchtverdedigingscapaciteiten die verloren zouden gaan, op te vangen door nieuwe fregatten op basis van de Anzacklasse te bouwen. Toen dat niet bleek te kunnen, ontvingen Australische OH-Perry fregatten een upgrade als tijdelijke vervanger. Rond het jaar 2000 kwam er geld vrij voor serieuze vervangers van de Perthklasse en begon de marine aan het project.
Een animatie van de Hobartklasse. (Foto: Australische marine)
AEGIS geniet voorkeur
In de woelige wateren van Zuid-Oost Azië wordt de Amerikaanse marine door Australië als belangrijkste bondgenoot gezien. De Australische marine maakt al langer gebruik van Amerikaanse systemen en schepen. De Perthklasse destroyers waren Amerikaanse Charles F. Adamklasse-afgeleiden en de fregatten van de Adelaideklasse waren OH Perryklasse-fregatten. Dus werd ook nu vrij snel naar de verre oosterbuur gekeken. In ieder geval bepaalde de Australische marine dat het Amerikaanse AEGIS (systeem van sensoren, wapens en software) gebruikt zou moeten worden op de nieuw te bouwen destroyers.
Ook werden voorstellen ontvangen vanuit de Verenigde Staten (Gibbs & Cox) voor het ontwerp en bouw van de schepen zelf, maar meer landen mochten voorstellen doen en vanuit Spanje (Navantia) en Duitsland (Blohm + Voss) werd eveneens gereageerd. Om de Australische scheepsbouw een handje te helpen in de toekomst zelf grote marineschepen te kunnen bouwen, was één van de eisen wel dat de schepen deels in Australië zouden worden gebouwd.
Een film van de AWD Alliance over de Hobart klasse.
Keuze voor Spaans schip
De Australische marine koos een op het Spaanse F-100 fregat gebaseerde ontwerp, dat als Alvaro de Bazan ook bij de Spaanse marine vaart, boven de andere voorstellen en tekende op 4 oktober 2007 een contract voor 8 miljard Australische dollar (destijds 5 miljard euro)1. Dat bij dezelfde scheepswerf ook de Canberraklasse helikoptercarriers kon worden gebouwd, speelde ook een belangrijke rol.
Van groter belang was echter de prijs en dat de Spaanse ontwerpen voorzien waren van het AEGIS systeem.
De grootste investering in de Australische defensie tot dat moment levert niet alleen drie schepen en een grote hoeveelheid kennis op, maar ook zo'n 3.000 banen.
De Hobartklasse is voor het ongetrainde oog misschien moeilijk te onderscheiden zijn van de Spaanse Alvaro de Bazanklasse, maar verschillen zijn er weldegelijk. De schepen van de Royal Australian Navy zijn bijvoorbeeld voorzien van een boegschroef, zodat zij beter manouvreerbaar zijn in havens. Dit kost geld bij de bouw, maar scheelt weer bij de inhuur van sleepboten. Een boegschroef, hoe standaard dit ook lijkt, is voor torpedobootjagers en fregatten ongebruikelijk. De combinatie met boegsonar is ongebruikelijk, want een boegschroef maakt doorgaans lawaai: niet handig bij onderzeebootbestrijding.
De voorzieningen voor bevoorradingen op zee zijn op de Hobart's verbeterd, evenals de schoorstenen (voor een betere luchtstroom). De lange Australische bemanning ligt in ruimere bedden dan de kleinere Spanjaarden.2
De Australische wateren verschillen op twee punten van de Spaanse: het zeegebied is gigantisch, het reikt van de koude Arctische wateren tot de tropische zeeën ten zuiden van Indonesië. Australië heeft de Hobart's daarom aangepast voor een verbeterd bereik. Zo zullen de Australische schepen krachtigere diesels hebben met verbeterde brandstoftanks waardoor het bereik van de torpedobootjagers toe zal nemen. Ook zijn de koel- en vriesruimtes groter en zijn er meer opslagruimtes. Tot slot zijn AWD's aangepast aan opereren in de koude wateren ten noorden van Antarctica.3
Modulaire bouw
Zoals inmiddels gebruikelijk worden schepen in modules gebouwd en later aan elkaar gelast. Zo ook de Hobartklasse en de samenvoeging gebeurt bij ASC AWD Shipbuilding. Ondanks dat het ontwerp van de schepen uit Spaanse pen was gekomen, werden de schepen niet in zijn geheel gebouwd bij Navantia. De Spaanse scheepswerf bouwde een aantal modules van de destroyers, maar alleen doordat de blokken die Australische werven voor het eerste schip bouwde, fouten bleken te bevatten. De opgelopen vertraging en kosten noopten de Australiërs in 2011 om Navantia een opdracht te gunnen voor 410.000 manuren werk. Tot leidde tot protesten in de Australische scheepsbouwindustrie.4
De verdeling van de bouw van de 31 blokken voor het eerste schip, de Hobart. (Bron: AWD Alliance)
Daarmee werd de bouw van de destroyers verdeeld over nog meer partijen. De hoofdaannemer was namelijk al een alliantie van drie partijen: het Australische Ministerie van Defensie (vertegenwoordigd door de Defence Materiel Organisation), ASC AWD Shipbuilder en Raytheon Australia vormen de Air Warfare Destroyer Alliance. De bouw van sommige delen is door de AWD Alliance echter aan weer andere bedrijven uitbesteed.
De Hobart vlak voor de tewaterlating in mei 2015. (Foto: Australische marine)
In 2010 werd het ontwerp van de schepen goedgekeurd. Begin 2013 waren 14 van de 31 benodigde blokken voor de Hobart gereed. Begin 2014 werd bekend dat het laatste kielblok van het eerste schip was gekoppeld op de werf van ASC in Adelaide. De kielleging van de Brisbane had plaats op 3 februari 2014, de kiel van de Sydney werd in november 2015 gelegd.
Op 22 mei 2015 werd de Hobart te water gelaten. In september 2016 koos het schip zee voor de proefvaart, in juni 2017 werd de Hobart overgedragen aan de Australische marine. Op 23 september 2017 werd HMAS Hobart in dienst gesteld.
Een mooi voorbeeld van modulaire bouw. Hier wordt de brug op de toekomstige HMAS Hobart geplaatst. Duidelijk is dat de romp nog niet compleet is.
Later en duurder
Zoals hierboven vermeld ging het met de bouw al vrij snel mis. Uiteindelijk zullen de schepen ruim 2,5 jaar later in dienst komen dan gedacht en ligt de prijs 1,2 miljard dollar hoger dan begroot. In totaal, inclusief transfer of technology, werden de kosten van de drie Hobarts in 2020 geschat op 9,1 miljard Australische dollar.
Verschillende onderzoeken door Australische instanties leverden kritische rapporten op, waaronder de Australian National Audit Office (ANAO). Zowel de DMO als de AWD Alliance moesten het ontgelden. Zo hadden zij volgens de onderzoekers de risico's van de aanpassingen van het oorspronkelijke F-100 ontwerp naar de Australische eisen onderschat. Daarnaast kregen zij kritiek omdat zij schepen lieten bouwen op scheepswerven zonder recente ervaring op dat vlak. De Spaanse scheepsbouwer en ontwerper Navantia leverde volgens de rapporten slechte tekeningen en maakte herhaaldelijk fouten. Het projectteam hanteerde onrealistische schema's en begrotingen, het management schoot tekort. Ook waren de verschillende rollen van Navantia en DMO onduidelijk en soms tegenstrijdig.
Beelden van de schepen in aanbouw, gemaakt met een 'drone'.
Tonnen, liters en kilo's
De waterverplaatsing van de destroyers is 6.250 ton, maar het ontwerp is gebaseerd op een maximale waterverplaatsing van 7.000 ton. Dit is van belang voor een toekomstige uitbreiding tijdens bijvoorbeeld een midlife update.
Om een beeld te krijgen van de grootte van het project hieronder wat cijfers. Voor iedere destroyer van de Hobartklasse is benodigd (onder andere):
2,5 miljoen kilo staal
51 km leidingen
427 km kabels
137.831 liter verf
6 km touw
3,8 km buizen voor luchtbehandeling
4.727 kleppen
De Hobart. In het licht zijn onder de mast twee platen van de SPY-1 radar te zien. (Foto: AWD Alliance)
Sensoren
De sensoren en wapens van de Hobartklasse zijn gecentreerd rond een aan Australische wensen aangepaste AEGIS. De aanpassingen zijn vooral gericht op onderzeebootbestrijding zoals toevoeging van verdediging tegen torpedo's, integratie van de MU90 torpedo en verbeterde communicatiesystemen voor onder water.5
De belangrijkste sensor van de klasse is de AN/SPY-1D(V) radar luchtbeeldradar. Deze Amerikaanse radar stamt uit begin jaren '70 maar is nog altijd een essentieel onderdeel van het AEGIS systeem. Over de prestaties zijn de meningen -buiten de VS- verdeeld, de radar is namelijk een klassieke phased array. En dus een stuk langzamer dan moderne radars met digitale bundelvorming.
Een belangrijk nadeel van AEGIS is dat het voor belichting van doelen afhankelijk is van specifieke belichtingradars in de vorm van de Raytheon Mark 99, ook een systeem uit de jaren '70. Een dergelijk systeem is afhankelijk van het aantal beschikbare belichtingsradars die een inkomend doel voortdurend moeten belichten om de raketten van informatie te voorzien. Het aantal belichtingradars aan boord van de Hobartklasse is twee, wat dus het maximale aantal te onderscheppen luchtdoelen ernstig beperkt.
De AWD's zijn voorzien worden van een speciale radar die ontworpen is om de horizon af te zoeken naar zeer laag vliegende kleine doelen: sea skimming missiles. Deze Northrop Grumman AN/SPQ-9B horizon search radar is geoptimaliseerd voor de kustwateren.
Om onderzeeboten op te sporen hebben de schepen een boegsonar en een Variable Depth Sonar, die achter het schip wordt aan gesleept en op verschillende diepten kan zoeken naar subs die zich verstoppen.
De passieve systemen van de AWD's zijn de Ultra Electronics Series 2500 electro-optical director en de Sagem VAMPIR IR search and track system. De eerstgenoemde bestaat uit een IR & TV camera, laser afstandmeter en aanwijzer. De Sagem VAMPIR is een infrarood zoek en volg systeem voor de lange afstand.
De 146 meter lange Hobartklasse vergeleken met de andere schepen van de Australische marine. De Canberraklasse helikoptercarriers worden nog gebouwd in Spanje.
Wapensystemen
De wapensystemen van de Hobarts zijn op het eerste gezicht geen verrassing. De hardwarematige luchtverdediging wordt gevormd door de Standard Missile 2 en de Evolved Sea Sparrow (ESSM), de eerste voor de middellange afstand (zo'n 150 km) en de tweede voor de korte afstand. In 2009 liet het Australische Ministerie van Defensie weten via het White Paper 2009 dat de Standard Missile 6 aangeschaft zou worden voor de Hobartklasse6. Deze raket heeft een bereik van 240 km en heeft Australië op het oog om de luchtverdedigingscapaciteiten van de AWD's uit te breiden.
De AWD's hebben op de bak, achter het kanon en voor de brug, 48 cellen voor deze raketten. De ESSM's kunnen met vier raketten in één cel.
De Australische destroyer HMAS Hobart en een vertrekkende Harpoon. (Foto: Australische marine)
Verder zullen de Australische schepen beschikken over acht Harpoons, waarmee vijandelijke oppervlakteschepen kunnen worden bestookt. Het Mk 45 Mod 4 kanon op de bak is bekend bij NAVO-marines en kan worden ingezet tegen schepen, vliegtuigen en landdoelen. Dit kanon was echter aangepast voor toekomstige Extended Range Munitions (ERM)7, waarmee de capaciteiten van het wapen enorm kunnen toenemen zodra deze speciale munitie er komt. Onderzeeboten worden aangevallen met de Eurotorp MU90 torpedo's.
In maart 2023 werd bekend dat de bewapening van de Hobarts zal worden uitgebreid met Tomahawks. Eerder had Australië al gekozen voor de Naval Strike Missile (NSM) ter vervanging van Harpoon.