Type 45 Daringklasse torpedobootjagers (UK)
Laatst aangepast: 16-12-2023
De zes schepen van de Daringklasse zijn de luchtverdedigingsschepen van de Royal Navy. De primaire taak van deze schepen is het verdedigen van de vliegkampschepen van de Queen Elizabethklasse. Uiteraard worden deze marineschepen ook voor tal van andere taken ingezet.
HMS Daring. (Foto: Royal Navy)
Ontwerp
De Daringklasse is de jongste van een Europese familie van marineschepen die afstamt van het NATO Frigate 90 (NFR-90) project. Acht landen, waaronder de UK, begonnen dit project ooit om gezamenlijk nieuwe fregatten te bouwen. Dit project mislukte en splitste zich op in een groep waaruit de Nederlandse LCF’en, de Duitse fregatten van de Sachsen klasse en de F-100 fregatten van de Spaanse marine uit voortkwamen. Aan de andere kant werd door Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië het Horizon programma gestart. In 1999 trok de UK zich hier uit terug en ging zelf verder met als resultaat de Type 45, die duidelijke overeenkomsten met andere schepen uit de familie vormt.
De huidige generatie Westerse marineschepen stamt af van het NFR-90 project.
BAE Systems (in het begin samen met VT Group) was verantwoordelijk voor de bouw van de schepen. Van de twaalf oorspronkelijk geplande schepen, zijn er uiteindelijk zes besteld. De productie van het eerste schip, HMS Daring, begon in 2003. De oplevering zou in 2007 zijn, maar werd vertraagd tot 2009.
De torpedobootjagers zijn met de ruim 152 meter lengte veel langer dan hun voorgangers en ook de 8.000 ton waterverplaatsing is redelijk fors. Ondanks deze grote massa, lukt het de twee Rolls-Royce WR-21 gasturbines om genoeg energie te produceren waarmee de schepen naar een snelheid van meer dan 29 knopen worden gestuwd. Ook de twee Wärtsilä V12 VASA32 diesel generatoren kunnen energie leveren voor de voortstuwing. De vier motoren maken onderdeel uit van een bij introductie nieuw voortstuwingssysteem; ze wekken feitelijk stroom op voor twee Converteam Advanced Induction Motors die de assen aandrijven. Deze twee elektrische motoren zijn dichter bij de schroeven geplaatst, zodat de assen korter zijn.
Het nautische deel van de bak (voordek) bevindt zich binnen. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Overigens zijn de schepen op de radar veel minder groot dan in het echt dankzij de stealthteigenschappen die destroyers hebben: schuine vlakken en veel zaken die eerder op de open dekken voor radar weerkaatsing zorgden gaan nu schuil achter de scheepshuid. Zo vind je op de bak geen trossen, ankerkettingen en lieren. Deze zijn verplaatst naar een dek lager, waar al deze radarreflecterende items verborgen zijn. Voordeel voor de nautische dienst aan boord is dat ze ook in koude, regenachtige havens droog en warm blijven.
Slaapverblijf voor twee officieren. De bewoners van deze hut hebben geen eigen douche, maar een gedeelde ergens anders in het schip. Wel hebben ze een eigen wastafel (niet in beeld). Voor het eerst op een Brits marineschip is het mogelijk om rechtop in bed te zitten, ook als het bovenste bedje naar beneden is geklapt. Goed om te weten voor Nederlanders die ooit op dit schip worden geplaatst: aan een plankje voor wekker, telefoon, oplader, iPad, boek hebben de ontwerpers niet gedacht. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
De Type 45 torpedobootjagers zijn ook voor de bemanningsleden een hele stap vooruit, vergeleken met de eerdere fregatten en destroyers. Zo zijn de slaapverblijven comfortabeler: de bedden zijn bijvoorbeeld ruimer en voor het eerst bij de Britse marine is rechtop zitten mogelijk. Ook zijn de verblijven minder druk bevolkt. Matrozen slapen met maximaal zes personen in één verblijf, de meeste officieren met twee. Ook zijn er meer wasvoorzieningen: op 9 matrozen/ onderofficieren is er 1 douche en ook moeten 3 officieren één douche delen. Alleen de commandant en eerste officier hebben een eigen douche. Vergeleken met nieuwe Nederlandse marineschepen is dat toch een stuk minder comfort.
Commandocentrale aan boord van HMS Daring (foto: BBC)
Sensoren en wapensystemen
De belangrijkste taak van de Type 45’s is luchtverdediging van een vlootverband (en dan vooral vliegkampschepen) tegen inkomende luchtdoelen. Uiteraard kunnen de schepen ook ingezet worden tegen andere doelen, maar het pakket van wapensystemen en sensoren is samengesteld om luchtdreiging het hoofd te kunnen bieden.
Dat is ook terug te zien in de commandocentrale, die heel ruim van opzet is. Hier krijgen de functionarissen die zich bezighouden met luchtverdediging een centrale plaats. Behalve een commandocentrale officier, is er ook een luchtverdedigingsofficier met een vaste stoel naast de (positie van de) commandant. De centrales zijn zogenaamde daglichtcentrales: de lichten kunnen aanblijven.
Het belangrijkste wapensysteem bestaat uit de MBDA Aster raketten tegen luchtdoelen; de Aster 15 voor de korte afstand en de Aster 30 voor de lange afstand. Beide raketten zijn grotendeels gelijk, maar de booster is vooral anders. Hierdoor is de Aster 30 ook sneller (Mach 4 vs Mach 3) en wendbaarder. De twee raketten hebben een eigen radar; de positie die de scheepsradar weet van het doel wordt aan de raketten doorgegeven, maar tijdens het laatste deel van de vlucht kunnen de missiles zelf het doel opzoeken.
De eerste Aster missile van een Type 45 destroyer werd in oktober 2010 gelanceerd door HMS Dauntless. En met succes: het luchtdoel werd uitgeschakeld.
Aster 15 wordt op termijn vervangen door de nieuwe Sea Ceptor.
Door de ramen van de brug van HMS Duncan, tijdens het verblijf in Amsterdam. Hier zijn zowel het kanon als de SYLVER lanceerinrichting goed te zien. Verder naar voren valt op dat er geen reling is op de bak. Omdat de trossen een dek lager liggen, is een reling niet nodig. Bovendien zorgt hekwerk voor extra reflectie van radarsignalen. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
In de SYLVER A50 lanceerinrichting kunnen 48 raketten staan. Dankzij de geavanceerde systemen kunnen de destroyers van de Daringklasse binnen tien seconden acht missiles lanceren en ze vervolgend richting doel leiden.
De lanceerinrichting, wapensystemen en sensoren worden tezamen Sea Viper genoemd. Dit systeem zorgt voor luchtverdediging van het eigen schip, andere schepen en kan ook leiding geven aan alle eenheden binnen een vlootverband op gebied van luchtverdediging. Sea Viper is ontwikkeld om zeer snelle, zeer wendbare, laag vliegende raketten uit te schakelen. De wapens tegen andere schepen zijn de laatste jaren sneller en geavanceerder geworden, waar dus ook de verdediging op moet worden aangepast.
Een belangrijk onderdeel van Sea Viper zijn de sensoren, deze wijken door de gezamenlijke start niet veel af van de Franse en Italiaanse schepen van de Horizonklasse. Belangrijkste verschil is de BAE Systems Insyte Sampson multi-function, dual-face active array radar. Dit is een draaiende radar (in de bol boven op de mast) die dezelfde taak heeft als de Nederlandse APAR: het aanwijzen van doelen en aansturen van de raketten. De Sampson is (net als APAR) ook in staat om doelen te zoeken.
Hier is een deel van de sensoren goed te zien. Helemaal bovenin de mast staat in de bol de Sampson radar. De blokjes en piramides daaronder detecteren radarsignalen van andere schepen, vliegtuigen, raketten, etc.
Verder naar beneden is aan de voorzijde boven de brug de Raytheon navigatieradar te zien (witte balk), aan de zijkanten antennes en satellietontvangers. Op de brug aan beide kanten staan twee kleine ovaalvormig apparaten; dit zijn de Ultra Electronics 2500 Naval EO tv/ infrarood camera's. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Een andere belangrijke sensor is de grote zwarte luchtwaarschuwingsradar voor de lange afstand die verdacht veel lijkt op de SMART-L. Deze BAE Systems Insyte/ Thales S1850M is een licht aangepaste SMART-L radar van Thales Naval Nederland.
Kleinere doelen die zich dichter bij het schip bevinden kunnen ook gedetecteerd en gevolgd worden dankzij electro optische systemen. En de navigatie gebeurt met navigatieradars en elektronische kaarten.
Onder water zorgt de MFS-7000 sonar voor waarschuwing bij inkomende torpedo’s. Helaas bestaat er nog geen wapen tegen inkomende torpedo’s, dus blijft het bij koers- en snelheidsadviezen die het systeem kan geven.
Tot slot beschikken de schepen over een beproefd wapen: een kanon. Het betreft een 114mm mk8 mod 1 kanon tegen oppervlaktedoelen. Daarbij staan er twee 30mm kanons van Oerlikon op dek voor doelen op de korte afstand. Tegen inkomende doelen beschikken de Darings over de Phalanx 1B CIWS.
De nadruk van de destroyers ligt op luchtverdediging. Daarom wilden de ontwerpers de Sampson radar zo hoog mogelijk plaatsen (zodat het bereik groter wordt, en dus de reactietijd). Om te voorkomen dat de schepen door een hoge mast met zware radar instabiel zouden worden, moest het schip zelf groot genoeg zijn. Dat is met 152 meter en 8.000 ton gelukt. De grootte zegt echter niets over de slagkracht van de schepen, want die is niet meer dan gemiddeld. Lang ontbraken Harpoon kruisvluchtwapens tegen andere schepen. Sinds 2014 zijn vier van de zes schepen alsnog van deze Surface-to-Surface Missiles (SSM) voorzien.
Dat de taak van de Daringklasse vooral in de luchtverdedigingshoek lag, heeft in het ontwerp ook gevolgen voor onderzeebootbestrijding. De schepen hebben geen eigen torpedo’s aan boord; het anti-onderzeebootwapen bestaat uit de boordhelikopter met torpedo’s. De helikopter is overigens een uitstekend middel.
Al deze systemen moeten uiteraard aan elkaar worden gekoppeld, zodat de mensen in de commandocentrale de informatie hebben en actie kunnen ondernemen. Zij maken gebruik van het combat managementsysteem (CMS). In tegenstelling tot de Nederlandse marine wordt ook deze software geschreven door een extern bedrijf en daar zou een probleempunt zitten. De UK staat niet bekend om het bouwen van kwalitatief goede schepen en de integratie van wapensystemen en sensoren zou ook nu weer te wensen overlaten.
Kritiek
Al tijdens de bouw van de schepen was veel kritiek op de schepen en wapensystemen. Vaak
onterecht, maar soms terecht. De oplevering werd drie jaar vertraagd; zo werd het eerste schip van de klasse een jaar
later dan de Franse en Italiaanse schepen in dienst gesteld en zeven jaar later dan het eerste Nederlandse LCF. Ook de prijs van de zes schepen viel hoger uit dan gepland: 6,78 miljard euro en dat was 1,58 miljard euro duurder dan begroot. Dat is dus veel meer dan de 1,5 miljard euro die voor de 4 Nederlandse fregatten is betaald.
Anderen hadden kritiek op de beperkte hoeveelheid missiles die de Britse destroyers hebben vergeleken met Amerikaanse, Duitse, Spaanse en Nederlandse schepen. Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met de beperkte capaciteit van de Sylver lanceerinrichting vergeleken met de VLS Mk41 die op andere schepen staat. Hier kunnen namelijk per cel vier ESSM's in of één SM missile, in de Sylver is altijd plaats voor maximaal één missile per cel.
Problemen
De Daringklasse kent veel problemen met de voortstuwing. Bij hoge temperaturen loopt de intercooler-recuperator van Northrop Grumman vast. Dat is een systeem dat de warme uitlaatlucht naar binnen naar de motoren moet zuigen, zodat brandstof efficiënter wordt gebruikt en de infrarooduitstraling minder wordt doordat de hete gassen binnen blijven. Als dit systeem vast loopt, kan het grote gevolgen hebben voor de schepen. In 2010, 2012, 2014 en 2016 kregen Type 45 torpedobootjagers hierdoor te maken met stroomuitval. Bij HMS Duncan in 2016 was dat zo erg dat het schip terug naar de haven moest worden gesleept. Ook de andere schepen hadden te maken met volledig zwart licht. Er was soms geen elektriciteit meer voor verlichting, sensoren en wapens.
Dit was al enige tijd bekend, maar de marine beweerde dat de problemen meevielen. Begin 2016 kwam dit groot in het nieuws toen de BBC er aandacht aan besteedde. Aan een oplossing wordt gewerkt.
In februari 2017 kwam het bericht naar buiten dat de Daringklasse erg lawaaiig zou zijn. Dat werd niet ontkend door de Britse Defensie.
In 2021 werden de voortstuwingsproblemen pijnlijk duidelijk toen HMS Diamond tijdens de reis naar de Indo-Pacific met HMS Queen Elizabeth maandenlang in Italië lag om gerepareerd te worden.
Inzet
In 2012 bereikte de familie Type 45 een nieuwe mijlpaal: de eerste inzet. HMS Darin werd begin 2012 ingezet in de wateren rond de Straat van Hormuz en de Arabische Zee. HMS Dauntless fungeerde als "stationsschip" bij de Falklandeilanden. In beide gevallen ging het om reeds lang geplande reizen, maar was op het moment van bekendmaking wel sprake van spanning in het operatiegebied.
HMS Daring vertrok eind mei 2013 vanuit Portsmouth voor een wereldreis van 9 maanden. Via het Panamakanaal voer het naar Sydney om daar aan de International Fleet Review deel te nemen die aldaar door de Australische marine werd georganiseerd. Toen de Filipijnen begin november 2013 werden getroffen door typhoon Haiyan, werd HMS Daring naar het getroffen gebied gestuurd om hulp te verlenen.
Op 15 december 2023 lanceerde HMS Diamond voor het eerst een Aster-missile in een ernstsituatie. Dat deed het schip om een drone neer te halen die was afgevuurd door Houthi-rebellen in de Rode Zee.
Foto's en films
In november 2013 lag HMS Duncan afgemeerd aan de Passengers Terminal in Amsterdam. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Achterzijde HMS Daring (D32) en HMS Dauntless (D33). Dankzij de vele schuine hoeken kaatsen radarsignalen niet altijd terug naar de zender, maar worden ze afgeketst naar boven of richting het water. (foto: Royal Navy)
De brug is ruim. Hier de bakboordhelft van de brug, met de roergangerspositie. Ook bij de Britse marine neemt hier doorgaans een 19-jarige plaats om het schip te sturen. De rode telefoon rechts naast de roerganger is de 112-telefoon; de brug is op zee immers altijd bezet en bereikbaar in geval van calamiteiten. Ook in de Technische Centrale staat een dergelijke telefoon. (foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Voormachinekamer (foto: BBC)
Eén van de gangen aan boord van HMS Duncan. Links een deur naar het dagverblijf van de officieren, maar rechts is ook een Longroom. Omdat de schepen zijn ontworpen met de Franse marine waar de hogere officieren en lagere officieren verdeeld zijn over twee Longrooms, hebben ook de schepen van de Daringklasse twee dagverblijven voor officieren. Zij gebruiken er één om te eten en de ander om er te ontspannen, te drinken en tv te kijken. (foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Het Caf aan boord van HMS Daring (foto: BBC)
Oerlikon 30mm KCB aan boord van HMS Daring (foto: Royal Navy)
Nummer |
Naam |
In dienst |
D32 |
Daring |
23-7-2009 |
D33 |
Dauntless |
3-6-2010 |
D34 |
Diamond |
6-5-2011 |
D35 |
Dragon |
20-4-2012 |
D36 |
Defender |
21-3-2013 |
D37 |
Duncan |
26-9-2013 |
Afmetingen |
152,4 x 21,2 x 7,4 |
Max. waterverplaatsing |
7500 ton |
Max. snelheid |
29 knopen |
Bemanning |
190 (ruimte voor max 235 personen) |
Voortstuwing |
2x Rolls Royce WR21 Gas Turbine-driven alternators
2x Wärtsilä V12 VASA32 diesel generatoren
2x Converteam Advanced Induction Motors
|
Wapensystemen |
MBDA Aster 15 en Aster 30 missiles tegen luchtdoelen
Boeing Harpoon tegen schepen (op 4 van de 6 destroyers)
BAE Systems 4.5 inch Mk 8 Mod. 1 kanon
2x Oerlikon KCB 30 mm kanons
2x Phalanx 1B 20 mm CIWS
Miniguns en GPMG's
|
Sensoren |
Raytheon navigatieradar
BAE Systems Insyte Sampson radar
BAE Systems Insyte/ Thales S1850M luchtwaarschuwingsradar
MFS-7000 sonar
Ultra Electronics Series 2500 Naval EO System (electro-optische zoek- en doelaanwijssensor)
|
Helikopters |
1x Lynx HMA 8 helikopter of 1x Merlin helikopter
|
Sinds 13 augustus 2001