Marineschepen.nl
 
   
 

Oprichting Korps Mariniers

Bookmark and Share
Bericht geplaatst: 27-12-2003

Korps Mariniers introductie
Oprichting Korps Mariniers
Taken Korps Mariniers
Samenwerkingsverbanden
Materieel

Al in de 15e eeuw omzeilden de Portugezen en Spanjaarden de aarde, in de 16e eeuw gevolgde door Nederlanders, Engelsen en Fransen. De handel breidde zich snel uit en met rijke buit beladen keerden de koopvaarders (vrachtschepen), vaak na maandenlange tochten terug naar het moederland.
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, speelde in die tijd een belangrijke rol. Zeeroverij en kaapvaart vormden ook voor de schepen van de Republiek een groot gevaar. De handelsschepen waren in het begin nauwelijks beschermd, traag en niet wendbaar. De eigenaren moesten hun schepen daarom wel bewapenen. Bovendien begon men oorlogsschepen te bouwen om de koopvaarder te beschermen en de vijand op zee aan te pakken. De oorlogen die uitbraken werden dan ook voor een deel op zee uitgevochten. De zeilende oorlogsvloten bestreden elkaar eerst met hun geschut. Daarna kwamen de schepen zo dicht bij elkaar dat ze geënterd konden worden. Dan sprong 'het volk' over op het vijandelijke schip en ontstond een gevecht van man tegen man. De matrozen die veelal van de handels- en visserijvloot kwamen, waren geoefend in het wenden en keren van de schepen. De kanonniers die voortreffelijk met het geschut konden omgaan, waren geen infanteristen en dus ook niet geoefend in een man tegen man gevecht. In veel van de zeeslagen bleek het beslissende gevecht van man tegen man dan ook de zwakke plek. Aan boord zaten dus wel puike zeelieden, maar het waren daarmee nog geen goede soldaten!

In oorlogstijd plaatste men daarom tijdelijk soldaten aan boord om het entergevecht beter te kunnen uitvoeren, maar deze mannen waren op zee maar half bruikbaar. Soms moest men door gebrek aan geld tegen laag salaris extra huurlingen werven, waardoor ouderen, zieken en kinderen aan borod verschenen. Deze soldaten waren ongeorganiseerd, ongeoefend en ongedisciplineerd en konden maar weinig betekenen in oorlogstijd.



Oorlog werd het in 1652. Tijdens deze eerste Engelse Oorlog (die duurde tot 1654) bleek maar al te duidelijk dat met deze onvolwaardige bemanningen geen overwinning te behalen was. Michiel de Ruyter werd op 8 november 1653 benoemd tot Vice Admiraal van de Staten van Amsterdam. Hij had het probleem van de slechte kwaliteit van de zeesoldaten al jaren terug aangekaart, maar nu wilde hij er echt verandering in brengen. Hij overlegde hierover met raadspensionaris (ambtenaar van verschillende steden die de stadsregering raad gaf, raadsman) Johan de Witt.


Luitenant-admiraal Michiel de Ruyter

Als eerste stap werden bij het leger (=dus niet de marine!) alle compagniën met 25 man voetvolk versterkt met de bedoeling deze soldaten te bestemmen aan boord van schepen. In totaal waren dit 4000 mannen, waarschijnlijk zal er nooit een oefening hebben plaats gevonden. Dit bleek wel tijdens de tweede Engelse oorlog (1665-1667), toen de nieuwe zeesoldaten in juni 1665 in de pan werden gehakt.

Er werden echter een paar wijze lessen geleerd! Bij het samenstellen van de oorlogsvloot moest men geen koopvaarders meer inhuren zoals tot dan in grote aantallen gedaan werd. Op het beslissende moment van een zeeslag werden de gezagvoerders beducht voor hun eigen hachje of het behoud van hun schip en lieten het afweten. Ook diende de vloot eerst samen te oefenen, dat was ook nooit eerder gebeurd. De soldaten moesten onder het gezag van hun eigen kader blijven, officieren en onderofficieren moesten dan ook mee aan boord. De soldaten moesten zeebenen hebben of anders gezegd zij moesten reeds gevaren hebben.
Medio augustus 1665 dienden De Witt en De Ruyter een voorstel in over een regiment zeesoldaten. Na een mondelinge toelichting kon, bij resolutie van 10 december 1665, het Regiment de Marine worden opgericht. De Staten van Holland gingen meteen aan de slag: de landsoldaten werden ontslagen en al op 18 december (8 dagen na de oprichting) werd de eerste commandant van het Korps Mariniers (al heette dat toen niet zo) benoemd: Van Ghent.

Aan de nieuwe zeesoldaten werden strenge eisen gesteld en moesten bereid zijn om aan boord en aan land te dienen. Al gauw waren 19 compagnieën in dienst, die meteen hun waarde bewezen tijdense de vierdaagse zeeslag, maar vooral tijdens de tweedaagse zeeslag op 4 en 5 augustus 1666. Holland werd niet teleurgesteld in deze eerste mariniers! Want ook een jaar later lieten ze hun kunnen zien: tijdens de tocht naar Chatham. Luitenant-admiraal Van Ghent, voer met zijn schepen (hij had niet alleen de leiding over de mariniers, maar was ook commandant van een schip) de rivier de Medway op. De eerste amfibische operatie vond plaats bij het fort Sheerness, wat veroverd werd. Engelse schepen werden buitgemaakt of vernietigd. De Engelsen werden op eigen terrein mede dankzij de mariniers verpletterd.



De Witt en De Ruyter bleken de uitgangspunten van hun 'corps' zo ijzersterk geformuleerd te hebben dat ze nu nog steeds van kracht zijn. Een vast regiment bevaren soldaten, toegerust voor de dienst ter zee, die als er niet werd gevaren, in garnizoen lagen in de ‘zeeplaatsen’. Dus direct bij de hand als de vloot werd uitgerust.



Marineschepen.nl
Contact
Over deze site
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
De zee en haar betekenis
Taken van de marine
Korps Mariniers
Mijnendienst
Onderzeeboten
Dienst der Hydrografie

Marine uniformen
Rangen en standen

Gerelateerde artikelen
Oprichting marine
Oprichting Korps Mariniers