Marineschepen.nl
 
   
 

Waarom er in 2028 nog geen nieuwe onderzeeboten zullen zijn


Door: Jaime Karremann
Bericht geplaatst: 21-04-2021 | Laatst aangepast: 21-04-2021


De Onderzeedienst zal reikhalzend uitkijken naar wanneer de eerste onderzeeboot van een fonkelnieuwe klasse Den Helder binnenvaren komt varen en de eerste van de oude Walrusklasse onderzeeboten met een welverdiend pensioen mag. Dat moet in 2028 gaan gebeuren, zo is de planning. Maar weinig insiders die Marineschepen.nl sprak geloven daar nog in. Houd rekening met vertraging.

Zeeleeuw
Zr.Ms. Zeeleeuw, Walrusklasse, is de oudste Nederlandse onderzeeboot in de geschiedenis. (Foto: Koninklijke Marine/ Nederlands Instituut voor Militaire Historie)

Dit is deel 3 in de reeks zorgen over de vervanging Walrusklasse onderzeeboten. Marineschepen.nl sprak met meerdere experts en publiceert een reeks van vijf zorgen rond het nieuwbouwproject.

De 5 zorgen op een rij
1. Onderzeeboten van de plank

2. Gaat de Nederlandse industrie wel aan boord

3. Waarom er in 2028 geen nieuwe boten zijn (dit artikel)

4. Toren van bureaucratie

5. Volgt nog

Op donderdag 21 februari 2019 brak Zr.Ms. Zeeleeuw stilletjes een record, zo berekende Marineschepen.nl voor dit artikel. De onderzeeboot van de Walrusklasse werd op die dag de oudste nog in dienst zijnde onderzeeboot in de Nederlandse geschiedenis. Alle andere 59 Nederlandse onderzeeboten waren of zijn korter in dienst. Het zal geen verrassing zijn dat ook de andere Walrusklasse-onderzeeboten het record van Hr.Ms. Zeehond (1961-1990) zullen verbreken. Zr.Ms. Walrus volgde op 21 januari van dit jaar, de Dolfijn gaat dat op 25 november aanstaande doen en de Bruinvis zal op 2 mei 2023 langer dan 10.529 dagen in dienst zijn.



De geplande pensioenleeftijd van de Zeeleeuw ligt nu op 38 jaar. Dat is veel hoger dan de 25 jaar die normaliter wordt aangehouden. Dankzij het Instandhoudingsprogramma Walrusklasse en het veranderde gebruik van de boot kan de Zeeleeuw langer door, in ieder geval tot 2025.

Maar dat zal nog veel langer moeten.

Leeftijd onderzeeboten
De leeftijden van alle Nederlandse onderzeeboten toen ze uit dienst werden gesteld (bij tweedehands boten inclusief de tijd bij de vorige eigenaar). De dip wordt veroorzaakt door de Tweede Wereldoorlog, niet alleen veel mensen zijn vroeg omgekomen, ook onderzeeboten werden niet oud. Ze werden opgevaren of tot zinken gebracht. De vier staven die hoog boven de rest uitsteken zijn de vier Walrusklasse onderzeeboten in 2028. Zij zullen naar verwachting dus nog langer in dienst moeten blijven. (Grafiek: Marineschepen.nl)

Geen zorgen om planning
"Omdat de boten dan aan het einde van hun levensduur zijn, wil Defensie de Walrusklasse vanaf 2028 vervangen. Dit gebeurt door een geleidelijke instroom van nieuwe boten en uitfasering van de huidige capaciteit. Volgens de planning is de Walrus-klasse dan in 2031 volledig vervangen", staat op de website van Defensie.

De staatssecretaris van Defensie schreef in maart 2020: "Op basis van de in de onderzoeksfase aangeleverde informatie door de kandidaat-werven, en de tijdens de onderzoeksfase geïnventariseerde risico's, is een oplevering van een eerste onderzeeboot in 2028 in de planning opgenomen." Zij voegde daar aan toe dat in een latere fase zal worden bekeken of er een eventuele aanpassing nodig is.

Staatssecretaris Visser erkende ook dat een vertraging mogelijk is door de besluitvorming en bouw, maar dat er "op dit moment geen reden [is] om te veronderstellen dat de planning niet gehaald wordt."



Onhaalbaar
Er is geen enkele insider waar Marineschepen.nl mee heeft gesproken die geen reden ziet waarom de planning niet gehaald wordt. De meesten zeggen dat 2028 onhaalbaar is, een enkeling vindt het krap.

Sinds de schriftelijke opmerking van Visser is er natuurlijk het nodige veranderd. COVID-19 heeft de planning niet versneld, al was de planning ook zonder corona vrijwel zeker onhaalbaar geweest.

Ondertussen is een eerste mijlpaal al verschoven: de ondertekening van het contract zou zijn verplaatst naar het laatste kwartaal van 2022.

Wat moet er nog gedaan worden?
Het Walrusklasse-vervangingsproject is geen Europese aanbesteding, maar een Nederlandse aanbesteding en kan daardoor anders verlopen dan Europese aanbestedingen. Het project bevindt zich sinds kort in de zogenaamde dialoogfase: de Defensie Materieel Organisatie (DMO) is met de drie werven (Naval Group, Saab en tkMS) in gesprek over de nieuw te bouwen boten.

Hoewel er knock-out criteria geformuleerd zouden kunnen zijn, is de verwachting dat de dialoogfase tot eind 2021 zal duren. Dan zal een besluit genomen moeten worden: van welke werven willen we een offerte en wat zal er precies gevraagd moeten worden?

De gelukkige werven kunnen met de offertes aan de slag als zij een set van eisen hebben ontvangen en hetzelfde geldt voor de onderleveranciers. Immers, een werf kan de prijs van een onderzeeboot pas berekenen als bekend is wat de onderleveranciers vragen voor hun producten. Zeker als er nieuwe/ Nederlandse onderleveranciers zijn, gaat er meer tijd over heen. Volgens bronnen die Marineschepen.nl sprak, duurt het opstellen van zo'n miljardenofferte door een werf zeker zes maanden. En dat trucje moet in het kort nog eens herhaald worden, want het is gebruikelijk dat na deze request for quotation er een best and final offer (BAFO) wordt gevraagd.

Als de offertes ontvangen zijn, op z'n vroegst in de zomer van 2022, zal niet alleen DMO zich buigen over de offertes, maar ook het team van PWC-accountants, de vele commissies die verbonden zijn aan het project en de regering. Dan volgt het finale besluit: wie is de winnaar, ofwel dan volgt de gunning.

Bij grote internationale aanbestedingen zijn bezwaren na de gunning geen uitzondering. Een rechtszaak kan een kleine extra vertraging opleveren (zoals na de aanbesteding voor mijnenbestrijdingsvaartuigen voor Nederland en België) of jaren (korvetten voor Roemenië).

Zelfs als de finale offertes inderdaad in de zomer van 2022 ontvangen zijn en DMO, de commissies, Buitenlandse Zaken, Economische Zaken, het team van PWC en de regering het snel met elkaar eens zijn over de winnaar, én er geen bezwaarprocedures worden opgestart, dan kunnen in het najaar de contractonderhandelingen beginnen.

Hoe lang duren die? Dat is afhankelijk van wat er in de fase vooraf is besproken. DMO verwacht dat deze gesprekken kort zullen duren, de onderhandelingen tussen Naval Group en de Australische overheid duurden jaren. Ook Duitsland en Noorwegen hadden jaren nodig om tot een contract te komen. En dat is niet vreemd, want in zo'n contract moet heel precies worden geformuleerd waar die boot aan moet voldoen en dat zijn geen standaardformuleringen.

Lukt dat allemaal nog voor 31 december 2022? Dat is niet waarschijnlijk en zou in ieder geval sterk afwijken van projecten in het buitenland.

Tijdlijnen onderzeeboten
Klik voor een vergroting. Tijdlijnen Nederlandse onderzeeboten. De gele stippen geven de bouwperiode aan, de blauwe lijnen de ontwerp- en dialoogfase. Die tijd is nu dus veel korter. Let op dat voor de nieuwe onderzeeboten de eisen nog niet helemaal zijn afgerond en het contract nog niet is getekend. Er blijft steeds minder tijd over voor samenwerking met de werf. Of het project gaat uitlopen. Deze illustratie hoort bij het artikel over de vergelijking tussen de verschillende onderzeebootnieuwbouwprojecten. (Beeld: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)

Bouw in recordtijd
Stel dat het wel lukt om het contract in het laatste kwartaal van 2022 te tekenen, zelfs dan is er een bouwrecord nodig om de eerste boot op tijd eind 2028 in dienst te stellen. Let wel, normaliter zijn dan de proefvaarten (inclusief harbour acceptance trials, diepduik en vele andere tests) er al aan vooraf gegaan.

Een bouwtijd van vijf of zes jaar, is minder dan de scheepswerven hebben beloofd. En is in ieder geval veel minder dan gebruikelijk. Volgens een bron gaat het bouwen en ontwerpen van onderzeeboten dankzij moderne technieken sneller, maar wie kijkt naar bouwperiodes van recente onderzeebootprojecten, ziet dat er gemiddeld toch 10,6 jaar nodig is na de contractondertekening tot de indienststelling. De Walrusklasse zat daar overigens met 11 jaar (ondanks de brand en andere vertragingen) helemaal niet ver boven.

Ook als het de winnende werf lukt om sneller dan ooit een onderzeeboot te bouwen, zonder problemen tijdens de bouw, moet er uiteraard direct voldoende ruimte op de werf en voldoende personeel beschikbaar zijn om niet een ook een vertragende factor te zijn.

Duur
Aantal jaren tussen contractondertekening en eerste boot in dienst, rode streep: deadline voor vervanging Walrusklasse. tkMS was met Type 212A en de Invincible (Type 218SG) het snelst. Daar moet wel bij opgemerkt worden dat de 212A voor de Duitse marine ook de kleinste van het stel is. De Invincible is met 2000 ton en een lengte van 70 meter wel een stuk groter. De Blekinge (A26) zit er tussenin, maar Kockums zit met 9 jaar ook onder het gemiddelde. De veel grotere Australische Collinsklasse was ongeveer hetzelfde tijdsbestek gerealiseerd door Kockums. In dit voorbeeld is Naval Group langer dan de anderen bezig geweest met de Barracuda (grote nucleaire onderzeeboot) en de Australische Attackklasse die nog in de ontwerpfase is (zeer grote dieselelektrische onderzeeboot). De Riachuelo is een grote Scorpène die in en voor Brazilië wordt gebouwd. De nieuwe Nederlandse boot moet zes jaar na contractondertekening in dienst worden gesteld. (Grafiek: Marineschepen.nl)

Wanneer dan wel?
Uit bovenstaande blijkt wel dat de uitdagingen voor DMO en de andere partijen in dit project gigantisch zijn om de eerste onderzeeboot in 2028 gereed te hebben en de laatste in 2031.

Voor het gemak is dan niet eens een periode opgenomen voor het ontwerp. Want hoewel de werven al aan het tekenen zijn geweest, staat dat nog ver van een gedetailleerd ontwerp en het constructieplan. Die kunnen pas worden gemaakt met input uit de dialoog, daarnaast is het de vraag of een werf al zoveel dure designer-uren wil stoppen in een project terwijl er nog twee andere partijen in de race zijn.

Juist de gesprekken met de winnende werf zijn belangrijk om elementen van de Nederlandse onderzeebootfilosofie vastgelegd te krijgen. Zeker omdat Nederland bestaande ontwerpen wil laten aanpassen. Hier lijkt nauwelijks tijd voor te zijn.

Marineschepen.nl heeft de insiders niet gevraagd om hun voorspelling. Gebaseerd op bovenstaande is wel een veel langer traject dan Defensie (in het openbaar) verwacht onontkoombaar. Zeker omdat door trage besluitvorming, en op sommige momenten zelfs besluiteloosheid, het vervangingsprogramma al ruim zes jaar duurt inclusief jaren vertraging en er nog geen werf is gekozen, is voortzetting van de stroperigheid heel waarschijnlijk. Een gevolg van de stroperige politieke besluitvorming is dat er minder tijd is voor het ontwerp zelf, en dat levert risico's op. In de volgende fases komen meer factoren dan alleen de Haagse kijken, en bij ieder complex bouwproject zijn er tegenvallers. Marineschepen.nl acht een indienststelling van de eerste boot tussen 2033 - 2035 daarom realistischer.

En een kant-en-klare onderzeeboot van de plank kopen? Met dit proces zal dat niet veel sneller zijn, die liggen immers niet op de plank en moeten nog steeds worden gebouwd.

Als de nieuwe onderzeeboten in dienst zijn gesteld, vervangen ze op papier de oude boten. Het is niet zeker of ze dan ook al taken van de Walrusklasse over kunnen nemen. Hr.Ms. Zwaardvis en Tijgerhaai deden in 1975, drie jaar na de indienststelling, hun eerste patrouille. Beide boten staan niet bekend als boten met een langzame start zoals bijvoorbeeld de M-fregatten.



Wat maakt het uit?
Het is zuur dat de vertraging die tot nu toe is opgelopen vooral is veroorzaakt door trage besluitvorming. Het resultaat is niet alleen meer kosten, maar natuurlijk ook een veel latere vervanging van de oude Walrussen.

Daar zit natuurlijk het probleem. Hoe lang kan de marine, met de budgettekorten, de Walrusklasse veilig naar zee blijven brengen? Als de vertraging van de nieuwe boten heel groot wordt, bestaat er een kans dat de Walrusklasse uit dienst gesteld moet worden voor de nieuwe boten er zijn. We hebben in Canada gezien (van Oberonklasse naar Victoriaklasse) hoe snel de kennis verloren gaat. Onderzeebootpersoneel gaat niet zomaar jaren wachten op een nieuwe boot, als de oude al richting sloop zijn.

Je zou haast vergeten waar onderzeeboten voor ingezet kunnen worden: een conflict in het hoogste geweldspectrum. De Walrusklasse moet dat dus nog jaren kunnen.
De oudste Nederlandse onderzeeboot in 1940 was Hr.Ms. O8, maar deze onderzeeboot heeft niet gevochten. De O8 was 23 jaar oud en werd als te oud gezien om nog inzetbaar te zijn in een oorlog. De boot werd door de Nederlandse marine onklaar gemaakt en afgezonken. De gemiddelde leeftijd van Nederlandse onderzeeboten die deelnamen aan de Tweede Wereldoorlog was in 1940, becijferde Marineschepen.nl voor dit artikel, ongeveer 6,5 jaar. De oudste boot die werd ingezet was 15 jaar in dienst.

comments powered by Disqus


Marineschepen.nl

Contact

Over deze site

Privacy

Adverteren
Blijf op de hoogte via:

Twitter

Facebook

Instagram

Copyright

Alle rechten voorbehouden.

Sinds 13 augustus 2001



Menu
Nieuwsoverzicht

Gerelateerde artikelen
Zorg 1: van de plank

Industrie: bang alleen kruimels te krijgen

Nieuwe onderzeeboten