Zaterdag begint Zr.Ms. Evertsen aan een voor Nederlandse begrippen bijzondere reis. Bijzonder vanwege de afstand en de geplande havens, maar ook omdat het Nederlandse fregat een onderdeel zal zijn van de eerste Britse Carrier Strike Group met een nieuwe generatie vliegkampschip en een nieuwe generatie vliegtuigen.
Zr.Ms. Evertsen in de haven van Den Helder, gereed voor vertrek. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Zr.Ms. Evertsen en Zr.Ms. Van Speijk liggen gezamenlijk aan een plotseling zonovergoten steiger in Den Helder, maar waar op het dek van het M-fregat de nodige activiteit waar te nemen is, lijkt het op de Evertsen een stuk rustiger. Toch staat juist de Evertsen op het punt van vertrek.
Van grote drukte aan boord van het LCF is echter ook geen sprake. "Er is een lange voorbereiding aan vooraf gegaan, maar we zijn nu zo goed als klaar voor vertrek", zegt commandant KLTZ George Pastoor in de kajuit.
De bemanning keerde afgelopen maandag terug van vervroegd zomerverlof en zet nu de laatste puntjes op de 'i' voor het vertrek van aanstaande zaterdag. Eerste officier LTZ1 Alex. Vult aan: "Nadat we uit het dok in Amsterdam zijn gekomen hebben we munitie aan boord genomen. Inmiddels hebben we ook brandstof geladen en zijn we nu op het laatste moment met voeding bezig om dat zo vers mogelijk aan boord te hebben. Ook is het gros van de opleidingen de afgelopen weken afgerond en hebben we missievoorbereidingen gedaan zoals voorlichting aan de bemanning geven over andere culturen waar we mee te maken krijgen en voorlichtingen over drugs en alcohol."
Links de commandant van Zr.Ms. Evertsen, kapitein-luitenant ter zee George Pastoor. Rechts eerste officier, luitenant ter zee Alex. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Niet alleen maar meevaren
De voorbereidingen zijn niet anders dan bij andere reizen, toch voelt iedereen dat dit een bijzondere reis is en dat heeft alles te maken met het internationale reisgezelschap. "Ik vroeg de bakker vanochtend of hij zin heeft in de reis, toen antwoordde hij: 'Ja, zelfs als havenbezoeken niet door zouden gaan door COVID. Ik vind het tof dat we hier onderdeel van kunnen zijn", zegt Alex.
Pastoor: "We gaan namelijk niet alleen maar meevaren met een Brits vliegkampschip. We worden een integraal onderdeel van de taakgroep. Wij vormen een beschermingsring om de high value unit [in dit geval HMS Queen Elizabeth, JK], maar we gaan ook zelf opereren met vijfde generatie vliegtuigen. Dat is echt anders dan werken met oudere toestellen, bijvoorbeeld vanwege de data die we via die vliegtuigen zullen ontvangen en moeten verwerken."
"Onze fighter controllers gaan vanuit de commandocentrale van de Evertsen vliegtuigen dirigeren. Natuurlijk wordt dat in principe vanuit de carrier gedaan, maar wij kunnen dat ook en voor de taakgroep is het belangrijk dat schepen die rol over kunnen nemen. Dat kan niet iedereen", zegt Alex. "We zijn dus trots onderdeel van de Carrier Strike Group."
Twee F-35B's landen op het dek van de Queen Elizabeth. Deze B-versie kan verticaal landen, de C-versie is geschikt voor katapultstarts en landingen met een remkabel, de A-versie is de normale 'land-versie'. (Foto: Royal Navy)
"Daarom is het een zeer interessante reis. Voor ons is het al interessant omdat we voor het eerst sinds lange tijd een lange reis maken in eskaderverband. We gaan dat zeven maanden lang doen en veel in het hoogste geweldspectrum oefenen. Dat gebeurt niet zo vaak meer. Veel schepen opereren toch individueel of in kleine verbanden", zegt Pastoor. "En ook voor de Britten is het bijzonder. Voor hen is het ook lang geleden dat ze met een carrier group zo'n verre en lange reis hebben gemaakt. De laatste Britse carrier werd in 2014 uit dienst gesteld en dit is de eerste deployment van de Queen Elizabeth."
"Het gaat bovendien om een nieuwe generatie carrier en nieuwe vliegtuigen, dus er zijn veel nieuwe procedures. Die gaan zij ook testen. Wij zijn met de Amerikanen en de Britten de eerste die dat gaan doen", zegt Alex.
"Hiermee tonen we aan dat we een betrouwbare bondgenoot en strategisch partner zijn", voegt Pastoor toe. "We laten zien dat we in de toekomst ook deel kunnen uitmaken van een carrier strike group mocht onze hulp nodig zijn."
Dat is voor de Britten ook van belang. Er wordt door critici al jaren gezegd dat de Royal Navy niet genoeg schepen heeft om de carriers voldoende te beschermen en te steunen.
Team
Een Brits-Nederlandse samenwerking is allerminst nieuw. De Nederlandse en Britse marine werken intensief samen sinds de eerste dagen van de Tweede Wereldoorlog. Veel Nederlandse marinemensen bleven daarna ook persoonlijk verbonden met Groot-Brittannië, Nederland voer enige tijd met geleende Britse schepen, Nederlandse onderzeebootcommandanten werden er vijftig jaar opgeleid, de Britse en Nederlandse mariniers werken intensief samen, Nederlandse onderzeeboten opereerden vanuit Faslane en nog altijd gaan Nederlandse schepen naar de wateren rond Plymouth voor een finale training. Ook een Brits-Nederlandse reis is niet nieuw. Zo voeren twee Nederlandse schepen in 1973 naar Australië, deels als onderdeel van een Britse taakgroep. Dit werd door de Britten in "hoge mate werd gewaardeerd en geëtaleerd", schreef defensiehistoricus Anselm van der Peet in zijn boek Out-of-area, de Koninklijke Marine en multinationale vlootoperaties 1945-2001).
Toch zal het voor de Evertsen niet simpelweg even aansluiten zijn om onderdeel te worden van de groep. Er is de afgelopen maanden tussen beide landen op vele niveaus het nodige afgestemd. "We hebben dezelfde doctrines, we hebben dezelfde procedures, we spreken dezelfde taal, maar ook als we met Nederlandse schepen opereren moeten we afstemmen en goede afspraken maken", zegt Pastoor. "En de communicatie is goed. Ik heb vanochtend nog gebeld met de stafofficier van de Carrier Strike Group. En er zijn de afgelopen tijd veel videoconferenties geweest, vooral door personeel van de Operationele Dienst. Ook ministeries van beide landen hebben overlegd over wat we wel en niet doen."
"Eenmaal op zee zal ik ook de andere commandanten ontmoeten", gaat Pastoor verder. "En ik zal met de eskadercommandant kennismaken. Maar het zijn geen vreemden voor mij. Ik heb vier jaar in de UK gewoond en gewerkt, ik ken de Royal Navy zeer goed."
Ook voor de rest van de Evertsen is de taakgroep niet nieuw. Vorig jaar heeft de complete taakgroep met Joint Warrior al samen geoefend en is geproefd aan het battle rythm.
Toch moet de taakgroep nog gevormd worden. "Ik vergelijk het met een voetbalteam op hoog niveau", zegt Pastoor. "Je kan topspelers, en dat zijn we allemaal, bij elkaar in een team zetten, maar dan heb je nog geen topteam. Je moet samen trainen. Dat gaan we doen. Wij moeten als team in het hoogste geweldspectrum opereren, dat heeft even tijd nodig."
HMS Queen Elizabeth met Amerikaanse en Britse F-35B's op dek, eerder deze week in de Atlantische Oceaan. (Foto: Royal Navy)
Zeven maanden
Er is ook voor het nieuwe team veel tijd om samen te komen. De Evertsen zal pas medio december terugkeren in Den Helder. "We gaan profiteren van zeven maanden oefentijd. Ons gereedheidsniveau gaat omhoog en we zullen de kennis en ervaring daarna verspreiden door de Koninklijke Marine", zegt commandant Pastoor. "Maar aan de andere kant zijn we ook zeven maanden van huis. En dat is lang voor ons en vooral het thuisfront. Zo'n lange reis doet wat met een gezin."
Het thuisfront wordt ook deze reis weer ondersteund door de marine. "We zijn daar wel heel goed in bij de marine," vindt Alex. "We hebben een afdeling Operationele Personeelszorg die het thuisfront steunt en contact houdt. Zeker als er dingen minder goed gaan thuis. Zij organiseren ook de thuisfront contactdag. Op die dag, ergens halverwege de reis, wordt het thuisfront van de bemanning uitgenodigd om samen te komen in Den Helder. En dan hebben wij ook contact met hen."
Pastoor: "Dat is belangrijk want we hebben veel jonge mensen aan boord en lang van huis zijn is voor hen niet vanzelfsprekend. Ze zijn continu online, volgen met hun smartphone of tablet van alles. We willen daar ook een heel eind in meegaan, de internetverbinding is ook verbeterd, maar op een marineschip kan je ook om operationele redenen niet altijd online zijn en alles delen."
Havens
Er zal tijdens de reis wel het nodige interessante te vertellen zijn. Het eskader zal Singapore, Zuid-Korea en Japan bezoeken bijvoorbeeld. Zoals altijd met grote eskaderreizen zal het eskader niet altijd bijeen blijven. "We splitsen bijvoorbeeld af in de Zwarte Zee", zegt Pastoor. "Wij gaan dan met een Britse eenheid de Zwarte Zee in voor oefeningen en havenbezoeken. En dat is ook een doelstelling: command and control van een Carrier Strike Group over grote afstand."
"Daarnaast gaan we ook niet alle havens aandoen met het volledige eskader", gaat Pastoor verder. "Het eskader bestaat uit duizenden mensen. Dat is veel voor zo'n stad. En Nederland heeft ook eigen voorkeuren en wensen, dus als Nederlandse eenheid zullen we op gepaste tijden ergens anders heen varen."
Bij die havenbezoeken wordt ook geprobeerd om de Nederlandse industrie te betrekken. Vlagvertoon is namelijk een onderdeel van de reis en daar hoort ook het bieden van een platform voor de industrie. Maar dat gaat vooralsnog grotendeels buiten de Evertsen om: "Die afspraken worden in Den Haag gemaakt door Defensie, Economische Zaken en Buitenlandse Zaken, wij voeren alleen uit en ondersteunen eventuele activiteiten aan boord."
Join the navy, see the world
Behalve vlagvertoon zijn er meer doelstellingen voor deze reis, blijkt uit de woorden van Pastoor: "Voor ons zelf is dat we opwerken naar het hoogste geweldspectrum. Dat moeten we aantonen. We moeten aantonen dat we een betrouwbare bondgenoot zijn en de inzet is voor de Evertsen pas geslaagd als we volledig zijn geïntegreerd in de taakgroep. Door deze reis uit te voeren, maken we de wereld ook een stukje beter. We varen door belangrijke knooppunten zoals het Suezkanaal, langs de Hoorn van Afrika waar veel piraterij was en andere belangrijke zeegebieden zoals de Zwarte Zee en de Zuid-Chinese Zee. We werken daarmee aan een verbeterde maritieme situational awareness. Daarnaast halen we de banden aan met landen in de Indo-Pacific en die maritieme diplomatie is belangrijk want daar komen wel onze goederen vandaan."
"Een ander belangrijk punt is werving en behoud van personeel. Join the navy, see the world, is wat we zeggen. Dat gaan we nu ook doen. Ik sprak net een matroos en hij kijkt vooral uit naar de havenbezoeken. Een haven in Japan, normaal komen we daar niet. Dus het is voor werving belangrijk, maar minstens zo belangrijk dat mensen binnen de marine blijven. Die reizen, daarom zijn we bij de marine gegaan. Ik ben heel blij, en ik denk iedereen hier, dat we zo'n reis gaan meemaken."
Zr.Ms. Evertsen vertrekt aanstaande zaterdagmiddag. Het schip zal dan de taakgroep ten zuiden van Engeland ontmoeten, waarna zij gezamenlijk opstomen naar de Golf van Biskaje voor de eerste oefening.