2022 was een roerig jaar dat ondanks de hoogtepunten voor velen vooral in het teken stond van de oorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan. Het was ook het eerste volledige jaar van de commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal René Tas aan het roer van de marine. Een uitgebreide terug- en vooruitblik.
Toen Tas het roer overnam van vice-admiraal Rob Kramer op een bloedhete dag in september 2021, zag de wereld er anders uit. Oekraïne was, op het enkele delen na, geen oorlogsgebied. In de Albatros, waar Tas zijn intrek ging nemen, moest nog steeds gepuzzeld worden om de eindjes aan elkaar te knopen.
We zijn een jaar en drie maanden verder. Eind december, half negen 's ochtends, de zon komt pas over dik twintig minuten op en een frisse decemberwind waait om de Albatros heen. Op de gang naar de kajuit (het kantoor van C-ZSK) is het levendig als altijd. Maar achter de deuren is er wat veranderd. Er zijn meer mogelijkheden, er is weer perspectief en de marine heeft de weg naar herstel ingezet.
Zijn alle problemen opgelost? Zeker niet. Sommige blijven hardnekkig, zelfs in het jaar dat het Russische vlaggenschip Moskva tot zinken is gebracht. Want wat er gebeurt op zee, blijft voor velen ver achter de horizon.
"'Beschermen wat ons dierbaar is' is geen loze kreet", begint Tas nadat de koffie en thee zijn geserveerd en mijn bezoek aan de Doorman is besproken. "Onze democratische waarden, onze welvaart en ons welzijn beschermen; je ziet in Oekraïne hoe belangrijk dat is."
"Een groot gedeelte daarvan is van belang voor onze economie. Die economie is afhankelijk van de zee. Niet iedereen realiseert zich dat. Het belang van die zee wordt nog steeds onderschat."
Zr.Ms. Karel Doorman in de Nieuwe Haven om iets voor half negen 's ochtends, op de achtergrond de collimatietoren die, zoals gebruikelijk is sinds 2019, feestelijk verlicht is. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
"Als het gaat over veiligheidsstrategie wordt er vaak gesproken over terrorisme of aanslagen in het binnenland. Maar energiezekerheid, economische zekerheid gaat over zee. De getallen spreken voor zich; Nederland is de 17e economie ter wereld, het 5e exportland, de 3e investeerder in Amerika, en dat heeft alles te maken met transport over zee. Op het water maar ook op de zeebodem: pijpleidingen, elektriciteitskabels, communicatiekabels. Het is kwetsbaar, kijk maar naar de stremming van het Suezkanaal en sabotage van Nord Stream. En het begint of eindigt niet aan de randen van Europa of aan de randen van het NAVO-verdragsgebied. Als een vijand ons wil raken dan kan hij ook de Perzische Golf onveilig maken of de Straat van Malakka. De zee kan je, net als cyber en space, niet beperken tot een geografisch gebied. Je moet wereldwijd denken."
"Daarom zijn we vorig jaar naar de Oost geweest en willen we dat vaker doen. Je moet je potentiële vijand laten zien dat je bereid bent waar ook ter wereld ingezet te worden."
Model van het eerste nieuwe Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuig, de Vlissingen, momenteel in aanbouw in Frankrijk. De kiel werd in juni gelegd. (Foto: Defensie)
Bevelhebber der Zeestrijdkrachten vice-admiraal Brainich von Brainich-Felth zei ooit: de Noordzee daar komen we weleens, maar we zijn wereldwijd bezig. Het lastige lijkt me nu wel, zie de plannen voor het grootste windmolenpark ter wereld op de Noordzee, die Noordzee wordt steeds belangrijker. Heeft de marine wel middelen om juist daar op te treden?
"Ja en nee. De surveillancetaken zijn grotendeels voor de kustwacht. Die is daar continu aanwezig en ziet dus al heel veel. Dan ligt er ook een verantwoordelijkheid zelf bij de exploitant. Het wordt anders als er geweld gebruikt moet worden, dan zijn wij er van. Onze situational awareness is, samen met de NAVO-partners, op de Noordzee redelijk goed."
"Wat we tot nu toe niet gedaan hebben is, als [Russische schepen] blijven hangen boven een kabel, kijken wat ze onder water doen. In de toekomst moeten we ook met onbemande bootjes op de bodem kijken. Dat kan keurig met de nieuwe onbemande systemen die we straks op de nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen krijgen en nu op de Geosea gebruiken. Dat is een van de taken die de nieuwe schepen er bij krijgen."
"Maar er zijn duizenden kilometers kabel en die kun je nooit helemaal beveiligen. Al zou je het wel kunnen, dan zou ik als kwaadwillende een stukje verderop op de oceaanbodem wat uithalen, want die kabels stoppen niet aan de rand van de Noordzee. Die gaan door naar bijvoorbeeld Amerika."
2022 loopt op z'n eind. Als we terugkijken, wat waren de hoogte- en dieptepunten?
"Dieptepunt is natuurlijk de oorlog in Oekraïne, een soevereine staat die aangevallen is. Het is vreselijk wat er gebeurt. De olie- en gasprijzen raken ons allemaal, maar dat is niets vergeleken met wat het Oekraïense volk moet ondergaan."
"Echte dieptepunten voor de marine waren er niet. Dat betekent niet dat ik geen zorgen heb. Mijn hoofdzorg is nog steeds het gebrek aan personeel. Ik denk wel dat het een probleem is dat zich gaat oplossen in de toekomst."
"De hoogtepunten zijn grotendeels mogelijk gemaakt door het uitkomen van de Defensienota 2022. Toen ik het overnam zaten we nog met z'n allen te bedenken wat we niet meer zouden doen. Er was geen geld. Dat is echt veranderd en dat leidt tot hoogtepunten als het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord, om maar een belangrijke te noemen. Ik kan me herinneren dat een van de eerste dingen die we noemden als commandanten van de Defensieonderdelen was: zorg dat het personeel de aandacht krijgt die het verdient en dat is onder andere fatsoenlijk salarisverhoging."
"Een operationeel hoogtepunt is dat de inzetbaarheidsdoelstellingen, zoals ik die gekregen heb van de CDS [commandant der Strijdkrachten, JK], vrijwel allemaal hebben uitgevoerd. Af en toe hadden we wat beperkingen omdat er geen helikopter was op het schip in de West. Maar ongeveer de helft van de vloot en marinierseenheden hadden we operationeel gereed."
OPV Zr.Ms. Groningen was een van de vijf Nederlandse schepen die op 5 december vanuit Plymouth vertrokken. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
En dat is anders dan voorgaande jaren?
"Ja, al haalden we vorig jaar wel bijna de inzetbaarheidsdoelstellingen. Maar afgelopen maand was de helft van de schepen op zee. Toen ik het overnam had ik niet voor mogelijk gehouden dat we nu al zoveel schepen tegelijkertijd operationele dingen zouden kunnen laten doen."
"Eerder kortten we vaarprogramma's in, lagen we langer in Den Helder. Daarmee bespaarden we een paar centen. Nu voeren we de programma's van vloot en mariniers gewoon uit. Ook maken we, met het oog op werving en behoud van personeel, de programma's aantrekkelijker. Daar ben ik superblij mee."
"Dat betekent dat de schepen die naar de West varen of terugkomen een leuke haven aan kunnen doen, in plaats van zo goedkoop en snel mogelijk terug naar Nederland. Zr.Ms. De Zeven Provinciën en Van Amstel waren bijvoorbeeld onderdeel van de Gerald Ford Carrier Strike Group. Zij hebben New York, Halifax en Londen aangedaan. Join the navy, see the world wordt weer mogelijk. En dat komt echt door de extra centen die we hebben gekregen."
Zr.Ms. Van Amstel voer afgelopen najaar New York binnen. (Foto: Defensie)
"Ik kom net terug uit Erbil [Irak], waar ik bij de mariniers was. Zij worden supergoed ingezet. Het is een enthousiaste club, doen hun taak hartstikke goed, ze zijn zelfs in staat om de gereedheid omhoog te brengen."
"De Marine Spearhead Taskgroup Unit (MSTU), het raiding squadron dat op hele korte notice staat en onmiddellijk kan vertrekken, hebben we een snap exercise laten doen in Guadeloupe. Zij werden in het weekend gebeld: je krijgt nu een taak, na een week weer terug. Dat is gelukt. Logistiek en transport waren in orde, ze waren enthousiast. Ik ben van plan dit vaker te doen."
"De VPD's zijn doorgegaan zonder problemen. Er werd een record aan verdovende middelen in de West onderschept. De laatste drie maanden hebben we op de Noordzee 32 mijnen geruimd."
"Een ander hoogtepunt is de inzet van mijnenjager Zr.Ms. Vlaardingen die iets vroeger dan gepland werd ingezet. Daar zijn we van: zorgen dat je er al aanwezig bent. De inzet sinds januari in [NAVO-eskader] SNMG1 met een vlaggenschip, roulerend over vier van onze schepen. En het commando dat eskader is een hoogtepunt zeker in deze tijd, waarin afschrikking belangrijker is dan de afgelopen 30 jaar."
"Het zijn allemaal operationele successen. Dat is iets om trots op te zijn. Vooral de bemanningen die dat hebben uitgevoerd en de ondersteuners bij de DMI, de intel clubs, DMO en Defensiestaf."
"En we hebben nog steeds ongelooflijk enthousiaste mensen. Je vertelde zelf al over de Doorman en dat de bemanningsleden trots op hun werk zijn, het met flair doen en dat vind ik het mooiste. Dat zie je terug tijdens bezoeken, als je met mensen praat op het haventerrein, tijdens de Marinedagen en Wereldhavendagen in Rotterdam. Dan denk ik: het is gewoon een geweldig bedrijf."
Het jaar begon met oorlog in Oekraïne. Hoe was dat voor u?
"Dat was apart. We zagen de dreiging oplopen. En je hoopt dat het niet gaat gebeuren Op het laatste moment denk je: 'hij zal toch niet zo gek zijn om het toch te doen?' En hij doet het toch. Dan word je met je neus op de feiten gedrukt als maatschappij."
"Hebben we 20 jaar plus in een strategische winterslaap geleefd? Ik denk het wel. Hoofdtaak 1 [verdediging eigen grondgebied] is iets wat we een beetje aan het vergeten waren. Overigens was ik blij dat we als marine altijd hoofdtaak 1 zijn blijven beoefenen. Wij hadden die winterslaap niet. Maar je denkt wel: 'het kan gebeuren, zijn we er gereed voor?' Ja, we zijn er gereed voor. Samen met de bondgenoten, maar je ziet ook hoe kwetsbaar je bent."
Heeft de oorlog gevolgen gehad voor de marine?
"Jazeker. De vulling van de standing NATO maritime groups, die altijd marginaal was de afgelopen jaren, werd opeens weer gevuld tot de normale 6 tot 10 schepen. Dus voor de geoefendheid was het goed."
"Het betekende ook dat schepen langer op zee waren. Vaarprogramma's werden gewijzigd: een NAVO-eskader dat naar de VS zou gaan bleef hier in verband met afschrikking. De Vlaardingen zou naar de Oostzee gaan, maar ging naar de Middellandse Zee om eventueel te assisteren in de Zwarte Zee in verband met mijnendreiging."
"We steunen Oekraïne met diverse middelen, waar ik verder niet op in zal gaan. We trainen Oekraïense militairen. De mariniers nemen dat straks in het Verenigd Koninkrijk over van de landmacht. Dus ja, we zijn er echt mee bezig."
Toch zijn er zorgen. Hoe staat het nu met het personeelstekort?
"Dat is er nog steeds. 10 tot 15 procent klinkt niet zo dramatisch, want dat geldt ook voor het gemiddelde bouwbedrijf. Maar die tekorten zijn niet gelijk verdeeld. Bij met name technici, medici, IT'ers, en een aantal andere specialisten, zit het tekort boven de 30 procent en dat doet pijn. Daardoor pompen we nog mensen rond over de schepen om ze te kunnen laten varen. Daar moeten we wat aan doen."
Personeelsbehoud door aantrekkelijkere vaarprogramma's. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
"Behalve beter salaris en aantrekkelijkere havenprogramma's kijken we beter naar een goede vaar/thuisverhouding. Maatwerk voor personeel. Daar kunnen we nog meters maken, we zitten nog steeds in een wat ouderwets systeem. Een oplossing is uitbesteden. Bijvoorbeeld het uitbesteden van opleidingen. En meer gebruik maken van reservisten zodat de werkdruk voor de mensen aan boord van de schepen en walinstellingen beter wordt verdeeld. Wat we ook willen doen is mensen horizontaal laten instromen voor het CSS [nieuwe bevoorradingsschip], dus van de markt halen en dan militair maken, in plaats van op hun 17e of 18e naar binnen halen."
Meer maatwerk, hoor ik al heel lang. Zijn er de afgelopen jaren op dat vlak wel zaken verbeterd?
"Langzaam. Er zijn voorbeelden waar het ongelooflijk goed gaat. Maar ook waar het te lang duurt. We zijn niet flexibel genoeg. Ik sprak laatst een reservist die beroeps wilde worden en door een dramaproces van een paar maanden heen moest voor een vinkje in Peoplesoft. Daar moeten we van af. Het wordt onderkend en er gebeurt wat, maar mensen die 20 jaar lang dezelfde procedures hebben gevolgd in een keer laten omschakelen is een uitdaging."
Help je Marineschepen.nl?
Met jouw donatie kan Marineschepen.nl -onafhankelijk- nieuws- en achtergronden blijven publiceren.
Of scan deze QR-code met je telefoon.
Meer info over donaties aan Marineschepen.nl lees je op de donatiepagina.
Veel personeelszorg is naar Den Haag verhuisd. Zijn er wel mogelijkheden vanuit CZSK om dat te veranderen?
"Jawel. Heel veel van de regeltjes hebben we zelf gemaakt. En die moet je dus terugveranderen. Lokaal kan je al heel veel maatwerk leveren door slim om te gaan met verplaatsingen tussen schepen. We hebben daarom bijvoorbeeld een personeelsfunctionaris bij onder andere Groot Bovenwater, Onderzeedienst, Mijnendienst, gezet."
"Op een hoger niveau doen we dat ook samen met andere krijgsmachtdelen. Ook met HDP [Hoofddirectie Personeel] in Den Haag en vaak ook in samenspraak met de vakcentrales. Het besef dat er wat moet gebeuren is overal."
"Gaat het snel genoeg? Nee. Ik ben ongeduldig. Merkt iedereen het op de werkvloer al direct? Nee. Maar ik hoop dat dat de komende jaren in een versneld tempo zal gebeuren."
Zr.Ms. Van Speijk ligt sinds 2021 tegen de kant in verband met personeelstekort. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Een aantal jaar geleden werden schepen tegen de kant gelegd vanwege personeelstekorten. Wat is de situatie nu?
"De Van Speijk ligt tegen de kant in verband met personeelsgebrek. We gaan haar uit conservatie halen. Zodat we in ieder geval scholen [van de marine] aan boord kunnen nemen. Of dat nou in de haven is of toch op zee, dat weten we nog niet. Maar een schip tegen de kant leggen, dat is zonde."
"We onderzoeken in dat kader ook hoe we straks slimmer kunnen bemannen. Want al hebben we budget, er is nog steeds personeelstekort. Ik denk dat we in de toekomst nooit meer de schepen volledig kunnen bemannen zoals we dat nu doen, en dat geldt niet alleen voor de schepen, maar ook voor DMI, walondersteuning, etc. Er zijn gewoon onvoldoende mensen, met name techneuten, in Nederland om alle bedrijven, inclusief de marine, van voldoende personeel te voorzien."
"We zullen dus naar andere bemanningsconcepten moeten. Dat is ook de intentie van de nieuwe schepen: ASW-fregatten en de vervangers van de LCF'en. Je zult terug moeten van pakweg 180 man op een schip naar iets van 120. Dat betekent meer automatiseren, meer gebruik maken van support op afstand, report diagnostics, artificial intelligence. Vervang de mens door techniek waar dat kan om de schepen in de vaart te houden. We zullen er ook mee gaan experimenteren, waar mogelijk al op de huidige schepen. Of het gaat lukken weet ik niet, maar je moet wel die kant op denken."
Kunnen ze nog steeds vechten als je meer met ondersteuning op afstand vanaf de wal gaat doen?
"Dat is een vereiste. Sommigen zeggen dat je die schepen ook kan bemannen met 50 personen, dat geloof ik, maar dan houdt het op als je je eerste gevechtsactie hebt gehad. Als je vier maanden weggaat, wordt het heel krapjes. In de praktijk moet je kunnen blijven vechten, moet je je damage control kunnen blijven doen. Nu wordt onderzocht is of je dit ook met 120 man in plaats van met 180 kan doen."
"We kunnen nu wel in een oorlogsscenario de schepen bemannen. Dan trek je de scholen en de ondersteuning die dan niet essentieel is leeg. Maar dat kan je niet lang volhouden."
"In de toekomst, tussen nu en 5 jaar tijd, zullen we echt andere bemanningsconcepten moeten proberen, willen we de komende 10 tot 20 jaar kunnen blijven varen."
Oefening aan boord van Zr.Ms. De Zeven Provinciën. Bij brandbestrijding wordt veel personeel ingezet. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Terug naar de bemanningen van de toekomst. U zei dat de marine nooit meer de schepen kan bemannen zoals nu. Dat getuigt van realisme. Maar aan de andere kant, zou CZSK niet de ambitie moeten hebben om te zeggen 'wij zijn een mooi bedrijf daar zouden alle technici in Nederland moeten willen werken'?
"Zonder meer. De beste vorm van werving is zorgen dat je personeel behoudt, en dat personeel zegt: kom bij de marine want het is het mooiste bedrijf. We doen ongelooflijk belangrijk werk, dag en nacht, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. Ver weg, dichtbij. Op de wal en op zee, met mariniers met vlooteenheden. In de West, hier."
"Het is high tech, er zit van alles in. Je kan bakker worden. Monteur van een wapensysteem, marinier sniper. Je kan het zo gek niet bedenken en het kan bij ons. Je maakt dingen mee, het is avontuur, voor lange tijd in Nederland met mooie dingen, spannende dingen ver weg. Je bent bijna gek als je niet bij de marine komt."
"Dus wat dat betreft is het een geweldig bedrijf. Ik zit er nu bijna 40 jaar bij en zou morgen weer opnieuw beginnen. Ik kan het echt iedereen aanraden."
Komt dat duidelijk genoeg in de wervingscampagne naar voren?
"Ik denk dat we het wel proberen, maar dat we nog stappen kunnen maken. Daar wordt wel over nagedacht."
Tot 2011 had de marine een eigen wervingsafdeling met een eigen wervingscampagne. Toen hoefde het verhaal van de marine niet in het defensiebrede campagne te passen.
"Ja nu wordt het centraal georganiseerd. Volgend jaar gaan we ook regionaal werven. Daar kunnen we als marine meer invloed op uitoefenen."
"We zijn in Nederland toch een beetje zeeblind. De hele maritieme sector is onbekend. Als je ziet wat Nederland presteert op maritiem gebied, dat geldt voor de marine, binnenvaart, kustvaart, windmolens, boorplatforms, de geweldige schepen die we bouwen. Voor Nederland en voor onze positie in de wereld is dit van belang. Maar je zou bijna zeggen: het wordt onderschat in Nederland. We denken er over na hoe we dat beter voor het voetlicht kunnen brengen. Met de industrie, de maritieme sector in de brede zin. Daar kunnen we nog meters maken."
"Waar ik ook wel goede hoop op heb is de Alle Hens die straks in hardcopy wordt uitgebracht. Als het aan mij ligt komt die ook op scholen te liggen, bij schooldecanen. Want een website is geweldig, maar er zijn heel veel mensen die toch willen bladeren. Dat soort dingen moet helpen, maar ik denk dat we nog stappen moeten maken. Het is moeilijk."
VADM René Tas bracht in oktober een bezoek aan de grootste marinebeurs ter wereld Euronaval in Parijs. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
De komende jaren krijgt de marine niet meer schepen, eerder minder schepen. Kan de marine leveren wat er gevraagd wordt? Met de huidige capaciteit?
"Nog wel. We kunnen doen wat we moeten doen, maar wel met de kanttekening dat de schepen verouderen. De vervangingsprojecten komen geen dag te vroeg. De kunst is om de huidige vloot varend en operationeel te houden, totdat we in de jaren '30 bijna een compleet nieuwe vloot hebben. Dat kost inspanning, maar die uitdaging gaan we graag aan."
De marine heeft extra geld gekregen, wat is er mee gedaan?
"Deels repareren wat we stuk hebben gemaakt, daarnaast vernieuwen. Want alleen een reparatieslag is niet genoeg. Gezien de nieuwe dreigingen moet je ook moderniseren."
"We hebben de investeringen op peil gebracht. De afgelopen 20 jaar zijn veel investeringsbudgetten omlaag gebracht. We hadden nog wel geld voor nieuwbouw, maar het zouden oude schepen in een nieuw jasje worden. Dat is gecorrigeerd. Dat betekent dat de nieuwe schepen en andere middelen veel langer mee kunnen en voor de strijd in de toekomst gereed zijn. Dat is een belangrijke."
"Verder laten we uitgestelde modificaties uitvoeren. Van de FRISC bijvoorbeeld. Ook waren er midlife updates die te zuinig waren ingestoken, die kunnen volledig uitgevoerd worden. Allemaal mogelijk gemaakt door de budgetten van de Defensienota."
"We kunnen ook onze reservedelen weer op orde brengen. Niet in het tempo dat ik zou willen, maar we kunnen weer bestellen en we hoeven niet elk dubbeltje vier keer om te draaien. We zijn af van 'Kan het niet wat later, kan het niet wat minder?' Vroeger was iets te weinig ook acceptabel, nu niet meer. Spare parts moeten op de plank liggen."
"De personeelsbudgetten zijn aangevuld zodat we versneld mensen aan kunnen nemen."
"We hebben verder onze intel-capaciteit [inlichtingen] verbeterd. Ook investeren we in space samen met de luchtmacht en investeren we in targeting. Een voorbeeld is de maritieme sensoren onder de Reaper [de nieuwe drone van de luchtmacht]. Want wat we moeten verbeteren is het koppelen van sensoren, wapens en combat management-systemen van verschillende eenheden en verschillende krijgsmachtdelen. Op die manier kunnen we de vijand in alle opzichten voorblijven. Dat moet ook wel, de snelheid gaat omhoog."
"Het Korps Mariniers krijgt loitering ammunition. De vuursteun, zoals Stingers, die nu centraal belegd is, komt terug naar de mariniers en ook naar luchtmobiel. In plaats van dat ze de spullen moeten delen."
"We intensiveren civiel militaire samenwerkingen. Op alle gebieden en ook daar kunnen we nog stappen maken. We zijn van plan om hier een naval maintenance valley te starten, met de industrie. We onderzoeken nu hoe dat er precies uit moet zien. Het liefst wil ik op het haventerrein, bij DMI [het onderhoudsbedrijf van de marine], een soort joint venture van de marine met de Nederlandse industrie, die samen met ons onderhoud van schepen gaat doen."
Dat verbaast me, want naar mijn idee hebben de nieuwe schepen minder onderhoud nodig.
"Ja dat sowieso. Maar dat onderhoud willen we samen doen met de industrie. Dat is goed voor ons, voor de industrie en voor de BV Nederland."
Waarom is dat goed voor de marine?
"Te vaak zijn de onderhoudsperiodes te lang. Als je het onderhoud samen met de industrie doet, kunnen die onderhoudperiodes korter en kunnen schepen eerder naar zee."
"Als er nu iets stuk gaat aan boord in het buitenland, moeten technici van DMI uitvliegen naar een haven. Die mensen mist DMI voor het groot onderhoud en stagneert het werk in Den Helder. Als je dat samen met de industrie doet, kan dat beter."
Wat staat er voor volgend jaar op het programma?
"De operationele gereedheid bestendigen en waar mogelijk verhogen. Niet door meer weg te zijn, maar door effectiever te oefenen. De oefeningen die we doen doen we intensiever en met meer materieel. Focus op hoofdtaak 1, dus het hogere geweldspectrum."
"Concreet: de Joint Arctic Training in Noorwegen staat op het programma voor de mariniers. Daarnaast Operatie Interflex; het trainen van Oekraïners in het VK. Dat wordt een hoogtepunt denk ik. Wat we ook gaan doen is het beoefenen van het nieuwe operatieconcept van de mariniers. Dat houdt in: met kleinere eenheden opereren in plaats van met raiding squadrons of met een breed front voorwaarts. In 2023 gaan we dat kleinschalig oefenen. In 2024 grootschalig tijdens Cold Response."
"Voor de vloot staat oefening Arctic Archer staat op het programma. Joint Warrior/ Joint Viking is een deels amfibische oefening en die wordt uitgevoerd onder het commando van COMNLMARFOR, dus onze battle staff. We gaan onder andere oefenen met de Franse carrier Charles de Gaulle. Sandy Coast in augustus, dat is een mijnenbestrijdingsoefening met België voor de Nederlandse kust."
"En Formidable Shield in mei. Een ballistic missile defence oefening. Dan gaan we ook weer lanceren."
De Luchtverdedigings- en Commandofregatten worden voorzien van een nieuwe radar, de SMART-L MM/N, voor Ballistic Missile Defence. Deze radar van Thales heeft een bereik van 2.000 km en kan in de ruimte ballistische raketten zien. De ontwikkeling daarvan begon met een idee van een medewerker van Thales tijdens Kerstmis 1997 en op dit moment wordt Zr.Ms. Evertsen als laatste van de nieuwe radar voorzien. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Ballistic Missile Defence, BMD, dat is lang in de ontwikkelfase geweest met de industrie, DMO en Maritieme IT. Is dat nu een van de operationele tools geworden van CZSK? Net als bijvoorbeeld mijnenbestrijding?
"Ja, zonder meer. Met de detectie van ballistische raketten zijn we redelijk goed op weg met de NAVO. De NAVO weet ook wat we hebben. We oefenen intensief samen met de Amerikanen, maar ook met de Fransen."
Ik had verwacht dat een BMD-schip aangeboden zou worden aan de NAVO en, net als Amerikaanse destroyers dat deden, naar de Middellandse Zee zou gaan om daar BMD te gaan doen.
"De schepen kunnen dat wel en we zouden het graag doen, maar dan heb ik er meer nodig. De prioriteit is op dit moment niet om een schip daar twee maanden BMD te laten doen. Als de dreiging zodanig verandert doen we dat."
Wordt die radar in de BMD-modus dan wel gebruikt?
"De radar wordt sowieso gebruikt voor luchtwaarschuwing, maar in de BMD-modus vrij weinig. Behalve tijdens oefeningen en experimenten."
Wat mij betreft bouwen we fatsoenlijke accommodatie in Den Helder. Ik denk dan aan appartementen.
— Vice-admiraal Tas C-ZSK
Onlangs is er een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over vastgoed bij Defensie. Er is een discussie over vastgoed bij heel Defensie. Is er ook een discussie over vastgoed 'van' CZSK?
"Altijd. Vastgoed loopt giga achter, we hebben er jaren op bezuinigd. Overigens, het is niet alleen kommer en kwel. Kamp Nieuw-Milligen wordt gebouwd voor de mariniers. Dat wordt een state of the art kamp. Positief is ook dat het budget voor het nieuwe maritiem operatiecentrum op peil is gebracht. Ook dat wordt een state of the art gebouw."
"Laat onverlet dat we wat in te halen hebben, ook in Den Helder. In de Kamerbrief staat dat we gaan verduurzamen en ook concentreren. Dat kan op termijn betekenen dat we na moeten denken over wat we gaan doen met Erfprins en Maaskamp [beide kazernes in Den Helder]. Ik denk dat de komende 10 tot 15 jaar weinig zal veranderen, maar op termijn mogelijk wel."
"Maar als je mij vraagt wat zou je het liefst eerst aanpakken, dan is het de accommodatie. Dan heb ik het niet over de kantooraccommodatie, maar over de mensen die op de haven slapen. Zij moeten fatsoenlijke accommodatie hebben. Dat is mijn zorg."
"Wat mij betreft verplaatsen we die accommodatie naar de wal, het haventerrein af en bouwen we fatsoenlijke accommodatie in Den Helder in de stad of op een marineterrein. Op Buitenveldt bijvoorbeeld. Ik denk dan aan appartementen waar je ook in het weekend met je familie kunt wonen. Dat is accommodatie die bij deze tijd past en niet ooit gedimensioneerd is op kaders die ergens heel lang geleden zijn vastgesteld. Als je het over behoud hebt, moet je niet twee mensen van 40 jaar plus, in een klein hokje zetten met simpel meubilair en een kleine TV. Je moet zorgen dat ze ook na vijven thuis zich voelen in de stad Den Helder. Een stad die steeds mooier wordt. Er worden prachtige nieuwe dingen gebouwd, Den Helder is een stad waard om in te wonen. Het liefst zou ik willen dat heel veel personeel daar ook gebruik van zou maken. In plaats van de karige accommodatie die we nu op het marineterrein hebben."
Is er ook discussie over het KIM-gebouw?
"In het verleden is gezegd: moeten we het KMA of KIM-gebouw niet ergens in het land samenvoegen. Maar het KIM blijft gewoon staan waar het staat. Marineofficieren, alle marinemensen moeten opgeleid worden waar de marine is."
Zr.Ms. Makkum op archiefbeeld, het oudste Nederlandse marineschip en één van de Alkmaarklasse mijnenjagers. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
Het KIM blijft, blijven de M-fregatten en mijnenjagers ook nog even? Griekenland wil ze graag kopen.
"Admiraal De Waard [directeur DMO] doet de afstoting, dus je zal hem moeten vragen naar de interesse van de Grieken. Maar hij weet dat we geen gaten gaan laten vallen. Als we iets verkopen is dat zodra we de bemanningen elders nodig hebben omdat de volgende schepen al aan het inrouleren zijn."
Voortuitkijkend naar 2023. Wat zijn de speerpunten?
"Toen ik het overnam heb ik drie dingen genoemd. We moeten een balans vinden tussen missie, mens en thuisfront. Dat is heel breed. Dus heb ik vier prioriteiten opgesteld en ik noem ze in willekeurige volgorde: 1. zorgen dat het personeelsbehoud op orde komt. 2. de operationele gereedheid verhogen. Die is al verbeterd, maar die moet nog verder omhoog. De Russen wachten niet, de Chinezen ook niet, Venezuela wacht niet, Iran en Noord-Korea wachten ook niet. 3. de vervangingsprojecten. 4. de Defensienota uitvoeren."
Vice-admiraal Tas en minister van Defensie Ollongren spreken de bemanning toe. Dit gebeurde in maart voorafgaand aan het vertrek van Zr.Ms. De Zeven Provinciën als vlaggenschip van het NAVO-eskader SNMG1, vlak na de Russische inval. (Foto: Jaime Karremann/ Marineschepen.nl)
"Dan een overkoepelend speerpunt: zorgen dat het allemaal mogelijk is in het tempo dat relevant is. Dat is ook een kunst, want we hebben 30 jaar bezuinigd en we zijn supergoed in efficiënt werken, maar effectief werken zijn we een beetje vergeten. We hebben te lang en te veel gekeken naar controle vooraf. Te weinig naar durf en flexibiliteit en ook daar moet je een verschuiving doen. Dat betekent dat je misschien weleens fouten maakt. Er is geld, dus dat is de belemmering niet meer. Als je mensen altijd hebt verteld: mag niet, kan niet, het moet wat minder, het zijn dezelfde mensen tegen wie je zegt: het mag wat meer. Ik zie het beter gaan en daar ben ik ongelooflijk blij mee."
Klopt het dat er weer een reis naar de Oost aan komt?
"We zijn druk aan het plannen voor 2024. Ik ga geen scheepsnaam noemen want dan wil iedereen naar dat schip. In elk geval gaat één fregat. We gaan de reis waarschijnlijk maken met Duitsland."
"Het idee is een lange reis naar de Oost en dat we ook aan RIMPAC [grote tweejaarlijkse oefening in de Stille Oceaan] meedoen."
Deelname aan RIMPAC met een Nederlands schip zou voor het eerst zijn.
"Dat wordt nu gepland, samen met de Duitsers. Want ik denk dat het belangrijk is dat we als Europese marines ook laten zien aan de Amerikanen en onze bondgenoten en partners daar dat we ons verantwoordelijk voelen voor de veilige scheepvaart ver weg in de Indo-Pacific."
Worden meer landen actief uitgenodigd om aan de reis deel te nemen?
"We zijn bezig met inventariseren."
Ik zou nog wel twee extra fregatten willen hebben.
— Vice-admiraal Tas C-ZSK
Naar welke capaciteit kijkt u het meeste uit?
"Eigenlijk naar alle capaciteit. We brengen binnen de kaders van de beschikbare budgetten de marine goed in balans. Ik zou nog wel twee extra fregatten willen hebben, maar met het budget dat beschikbaar is, denk ik dat we een evenwichtige marine krijgen. Alle nieuwe capaciteiten zijn geweldig, er is niet een ding waarvan ik zeg, dit springt er boven uit."
"Het gaat dan om de vervangingsprojecten onderzeeboten, mijnenjagers, ASW-fregatten. De patrouilleschepen, de Rotterdam en Johan de Witt worden vervangen door wat wij noemen een LPX. Het nieuwe mariniersconcept. Maar ook de onbemande systemen die er komen, varen met satellietbootjes en TRIFIC is daar één van. En de lange afstandswapens, want op de vijand afvaren en dan wachten tot je op 70 mijl bent en dan pas aanvallen, is gerust wel laat. Je ziet nu in Oekraine; de dreiging komt van ver weg. Van Kalibr missiles onder andere. Dus de nieuwe langeafstandswapens, daar kijk ik ook naar uit."
Maar er is net een contract getekend met Kongsberg voor Naval Strike Missile en die had het minste bereik van alle aanbieders.
"Dat is correct. Maar we krijgen ook langeafstandswapens. TLAM-achtigen [Tomahawk-achtigen].
Is dat wapen ook tegen schepen bedoeld?
"Beide, maar vooral voor landdoelen. Als je wil voorkomen dat ze überhaupt naar je toe komen, heb je die nodig."
"Maar het is het geheel waar ik naar uit zie. En nu zorgen dat we dat in zo'n rap temp als mogelijk uitvoeren."
De tijd dringt. Ook voor Tas; bij het Marine Hoofdkwartier staat men klaar om hem te briefen. Buiten schijnt een waterige zon over de Nieuwe Haven, die nu wat voller ligt dan eerder dit jaar door schepen die voor het winterverlof terug zijn. Dat zal over een maand, in het nieuwe jaar, weer anders zijn. En daarna, in 2024 komt het eerste schip van de nieuwe generatie. Maar dat duurt nog even.
Auteur: Jaime Karremann Jaime is oprichter van Marineschepen.nl en heeft meer dan 1.500 artikelen geschreven over uiteenlopende marine-onderwerpen. In 2017 gaf hij zijn non-fictieboek In het diepste geheim uit en later onderzeebootthriller Orka. Voor Jaime fulltime met deze site aan de slag ging, werkte hij ruim 12 jaar bij de marine, waarvan het grootste deel in een burgerfunctie. Jaime studeerde Communicatie in Groningen.