Future Air Defender/ Nieuwe LC-fregatten (Nederland)
Laatst aangepast: 07-10-2024
De vier nieuwe LC-fregatten krijgen, net als de voorgangers, als hoofdtaak luchtverdediging. Daarnaast bieden de schepen ruimte aan een staf om het commando te voeren over een groot aantal marineschepen. Naar verwachting zal het eerste fregat in 2034 in dienst worden gesteld. De schepen worden gebouwd door Damen, Thales Nederland gaat de sensoren ontwikkelen. In 2041 moet het vierde fregat operationeel inzetbaar zijn.
Een mogelijk ontwerp van het LC-fregat van april 2024. (Beeld: Defensie)
Naamgeving | Naar menu
De vervangers van de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF'en) werden in de officiële documenten aanvankelijk Future Air Defender genoemd, naar Duits voorbeeld afgekort met een hoofdletter voor alleen de eerste letters van het woord: FuAD. Deze naam verscheen voor het eerst in het Defensie Projecten Overzicht van september 2021.
Tijdens een debat in mei 2023 zei staatssecretaris Christophe van der Maat: "Vervanging van de LCF of de Future Air Defender. De naamgeving van het project hangt onder andere af van of Nederland dat alleen gaat doen of met anderen."
In de A-brief van maart 2024 werd gesproken over de "nieuwe LC-fregatten". In de praktijk spreekt men nog wel over FuAD.
Op verzoek van staatsecretaris Van der Maat, zo zei hij in een interview met EditieNL op 4 maart 2024, gaat de marine kijken hoe het publiek meer betrokken kan worden bij de naamgeving van de individuele schepen.
Taken | Naar menu
De taak van de fregatten is verdediging tegen luchtdreiging en het voeren van het commando over een grote groep schepen. De FuAD's moeten behalve aanvallen door antischipkruisvluchtwapens, vliegtuigen, helikopters en drones, ook ballistische raketten en hypersone raketten kunnen afslaan. Die laatste twee dreigingen zijn nieuw en de wapensystemen tegen deze dreigingen zijn beperkt of nog niet aanwezig.
De nieuwe schepen moeten ook civiele schepen, kustgebieden en belangrijke objecten op zee zoals booreilanden kunnen beschermen.
Aanloop: vertraging, versnelling, vertraging | Naar menu
De ontwikkeling van een nieuwe klasse fregatten heeft een lange aanloop. Dat heeft vooral te maken met de hoge eisen aan de radars en wapens van deze schepen. Al in 2015 zijn de brainstorms voor de nieuwe radars op deze fregatten begonnen, zo schreef Marineschepen.nl destijds. "Dus eigenlijk maken we nu al een voorspelling van het soort IC's [integrated circuit, elektronische schakeling in een behuizing] die in 2030 op de markt zijn, de technologie die er is en hoe we die willen gebruiken", zei één van de geïnterviewden in dat jaar.
Dat gebeurde allemaal achter de schermen. Pas drie jaar later schreef Defensie voor het eerst iets over de nieuwe LC-fregatten. Dat gebeurde in de A-brief van de (latere) ASW-fregatten van 3 mei 2018, waar de vervangers van de LCF'en en passant werden aangekondigd: "Verder zal er een relatie zijn met het toekomstige project voor de vervanging van de LC-fregatten waarvan de A-brief is voorzien voor 2021."
In de Defensienota 2018 werd ook een zin gewijd aan het project: "De LC-fregatten doorlopen op dit moment een moderniseringsprogramma. Voor de vervanging van deze fregatten wordt over een paar jaar een behoeftestelling opgesteld."
Een jaar later, in september 2019, meldde Defensie in het projectenoverzicht (DPO) dat de A-brief van de nieuwe fregatten niet in 2021 zou verschijnen, maar in 2026. Dat had volgens RTL Nieuws te maken met de oplopende kosten van de F-35.
Het uitstel van vijf jaar werd jaar erop teruggedraaid: het DPO van september 2020 meldde dat de A-brief in 2023 zou verschijnen en het eerste schip in 2032.
Ook staatssecretaris Christophe van der Maat meldde in een commissiedebat op 7 november 2022 dat de brief "begin 2023" zou verschijnen. Later werd het "eind 2023", maar op 28 december 2023 bleek dat de A-brief Future Air Defender in het "eerste kwartaal 2024" zou worden verzonden.
Uiteindelijk verscheen de A-brief op 1 maart 2024, twee weken voor de bekendmaking van het project vervanging Walrusklasse onderzeeboten en voorafgegaand door een opmerkelijk lek.
Internationale samenwerking | Naar menu
In april 2020 werd, middels een interview met de toenmalige directeur DMO vice-admiraal Arie Jan de Waard, bekend dat Nederland met Duitsland wilde praten over samenwerking bij de vervanging van de Luchtverdedigings- en Commandofregatten. Eind 2020 ondertekenden staatssecretaris Barbara Visser en haar Duitse evenknie een intentieverklaring die onder andere betrekking had op de nieuwe fregatten.
Volgens de Duitse Defensie, na vragen per email in 2021, beschreef de intentieverklaring de volgende drie samenwerkingsgebieden:
"a) Activiteiten ter voorbereiding van de HLCOR, een gezamenlijke dreigingsanalyse, bijbehorende operationele scenario's en een CONOPS, opgedragen door deze LoI en gebruikmakend van bestaande structuren;
b) activiteiten om de bouwvoorschriften die reeds zijn geïnitieerd door de DEU-NLD-directie en de Common Project Guide op één lijn te brengen;
c) Toekomstige activiteiten zoals gezamenlijk onderzoek en ontwikkeling, aanbestedingen, het opzetten van samenwerking op het gebied van opleiding op het gebied van scheepsklassen en wapensystemen en gebruiksondersteuning."
Hoewel een samenwerking tussen Nederland en Duitsland vanuit het oogpunt van de Duits-Nederlandse landmachtsamenwerking, de eerdere ondertekeningen voor samenwerking met het Duitse See Batallion en de Karel Doorman, logisch lijken, is dat op marinegebied veel minder vanzelfsprekend. Al eerder was een poging ondernomen om ook bij de vervangers van de M-fregatten samen te werken, maar dat mislukte deels vanwege de eisen die de Duitsers aan de MKS180 (later F126) stelden waardoor het schip groeide tot 10.000 ton.
Behalve het grote gat tussen de eisen voor het platform, was er ook bij Marineschepen.nl twijfel of beide landen op gebied van radars wel op één lijn zouden komen. Die twijfel werd versterkt toen Duitsland in 2021 geen Nederlandse radar voor ballistische raketverdediging op de huidige F124-fregatten had gekozen, maar een Israëlische.
De eerste keer dat de Duitse marine iets losliet over het project, bleek de boodschap echter opvallend positief. In oktober 2021 zei de Duitse marine "identieke schepen" te willen, gebaseerd op de F126.
Maar het bericht bleek een geïsoleerd hoogtepunt. Een kleine twee jaar na de ondertekening kwamen de eerste scheurtjes in het aan de oppervlakte. Tijdens een comissiedebat op 7 november 2022 zei Tweede Kamerlid (VVD) Peter Valstar te hebben begrepen dat Duitsland naar Amerikaanse ontwerpen keek. Staatssecretaris Van der Maat zei de plannen te kennen, maar de samenwerkingsovereenkomst niet te willen verbreken. In maart 2023 werd de voorkeur van de Duitse marine voor AEGIS door meerdere bronnen tegenover Marineschepen.nl bevestigd. Later dat jaar werd een streep gezet door de Duits-Nederlandse fregattengedachte.
Volgens de A-brief spreekt Defensie nog wel met Duitsland, Noorwegen en Denemarken over een vorm van samenwerking. Er zijn echter nog geen concrete afspraken gemaakt en Nederland gaat vooralsnog alleen verder.
Kosten | Naar menu
Het project valt formeel in de categorie 'meer dan 2,5 miljard euro'. In de A-brief schreef Defensie dat het project vervanging LC-fregatten qua budget het grootste maritieme project is waar Defensie aan werkt.
Volgens RTL Nieuws zouden de kosten kunnen oplopen naar 8 miljard euro, maar dat is waarschijnlijk inclusief de kosten van het project 'Bewapening' waarmee de A-brief op 1 maart 2024 was gecombineerd.
Bouw | Naar menu
Vanwege de kosten wil Defensie dat de nieuwe fregatten (net als vrijwel alle Nederlandse marineschepen sinds het begin van deze eeuw) in het buitenland worden gebouwd op een werf van Damen. Het bouwen in Nederland is niet uitgesloten, maar daar zijn wel extra investeringen mee gemoeid.
Bedrijven | Naar menu
De volgende bedrijven hebben meegewerkt aan het ontwerp, de bouw van dit project, of hebben producten of diensten geleverd (en hebben een bedrijfspagina):
Ontwerp | Naar menu
Over het ontwerp is tot op heden niets formeel medegedeeld. Wel is zeker dat de schepen groter zullen worden dan de huidige LCF'en, zo bleek begin 2024.
Aan de hand van de eisen zijn al diverse ontwerpen gemaakt. In de wandelgangen van Defensie wordt al langer gefluisterd dat het schip, net als veel andere fregatten, een flinke omvang zal krijgen. Een vaak gehoord tonnage is dat van 10.000 ton, in het verleden een omvang die voorbehouden was aan kruisers. (Ook het Duitse F126-fregat en de Australische Hunterklasse zijn door de grens van de 10.000 ton gegaan.)
Het zijn geluiden uit de wandelgangen. Het ontwerp van schepen verandert vaak in deze fase, maar dat de FuAD in ieder geval groter wordt dan het LCF, blijkt voor het eerst uit de brief van januari 2024: "de toekomstige vervangers van de LC-fregatten passen niet in het eigen grootste dok van de Koninklijke Marine in Den Helder."
Voortstuwing | Naar menu
De taken van de nieuwe fregatten zijn luchtverdediging en het faciliteren van een staf aan boord die het commando kan voeren over een maritieme taakgroep. Dat heeft gevolgen voor de snelheid van het schip. De nieuwe fregatten zullen een taakgroep rond bijvoorbeeld een vliegkampschip moeten kunnen bijbenen. De Britse vliegkampschepen (65.000 ton) halen met twee gasturbines 25 tot 32 knopen. De Amerikaanse vliegkampschepen (100.000 ton) gaan met hun nucleaire voortstuwing harder dan 30 knopen.
De huidige fregatten halen 28 tot 30 knopen en hebben daar Rolls Royce gasturbines voor. De gasturbine levert een enorme hoeveelheid vermogen, maar is niet zo efficiënt. In het kader van de duurzaamheidsdoelstellingen van de marine, is daarom voor deze en andere schepen gekeken naar bijvoorbeeld methanol. Die optie is voor de LC-fregatten niet geschikt, omdat dat het aantal brandstoftanks zou verdubbelen en het schip nog groter worden.
Alleen het gebruik van diesels is niet voldoende om de 30 knopen te halen en daarom is de gasturbine nog niet uit het ontwerp.
Wapensystemen | Naar menu
Net als de huidige LC-fregatten moeten ook de nieuwe fregatten beschikken over een gelaagde
verdediging met verschillende typen raketten die elkaar qua bereik aanvullen. Zij moeten zichzelf en anderen kunnen verdedigen tegen onderzeeboten, varende drones tot en met de snelste raketten.
De schepen zullen raketten tegen luchtdreigingen op korte en lange afstand krijgen, maar moeten ook ballistische raketten en hypersone wapens kunnen uitschakelen. Welke raketten de schepen daarvoor krijgen, is nog niet bekend. Dat valt onder het project 'Bewapening maritieme lucht- en raketverdediging', waarvan de A-brief gecombineerd met die van de fregatten werd gestuurd op 1 maart. De D-brief met het uiteindelijke besluit wordt verwacht in 2026.
Vooralsnog lijken de Aster-familie van MBDA en raketten van Israëlische fabrikanten tot de mogelijkheden te behoren. De Standard Missile-familie lijkt uit beeld te zijn geraakt, omdat de nieuwe SM-2 Block IIICu alleen beschikbaar is in combinatie met het Amerikaanse Aegis, terwijl Nederland kiest voor een systeem van Thales
Het aantal verticale lanceerinstallaties lijkt, op basis van het beeld van april, te zijn uitgebreid. Behalve achter de twee voorste kanons, is namelijk ook in de midscheeps, tussen de schoorstenen een verticale lanceerinrichting geplaatst.
Het is nog niet duidelijk welke lanceerinrichting zal worden gebruikt. De huidige schepen gebruiken de Amerikaanse Mk 41, waarmee een hele reeks raketten gelanceerd kunnen worden. Als Nederland de Tomahawk wil gebruiken, is de Mk41 de enige optie.
Tegen oppervlaktedoelen hebben de schepen de volgende middelen:
Leonardo 127/64 LW-kanon. (Foto: Leonardo)
Leonardo 127/64 LW kanon
Vanaf 2024 worden de huidige LCF'en voorzien worden van nieuwe 127mm kanons, waarvan het contract in april 2020 werd getekend. Deze kanons worden na uitdiensttelling van de LCF'en overgezet op de nieuwe LC-fregatten.
De kanons zijn primair bedoeld om schepen of doelen op land te bestoken. In de tweede plaats om ingezet te worden tegen doelen in de lucht. De nieuwe kanons hebben een vuursnelheid van 32 schoten per minuut en draaien 60 graden per seconde. Er is ruimte voor 56 granaten in het magazijn van het kanon zelf, deze zijn direct gereed om te vuren.
Het bereik van de 127/64 LW is dankzij de Vulcano-munitie meer dan 100 km. In 2003 ondertekende Nederland met Italië een Memorandoum of Understanding voor de ontwikkeling van de Vulcano-munitie voor de (oude) 127mm-kanons van de LCF'en. Ook Thales en TNO waren hierbij betrokken. De focus lag in eerste instantie op het geschikt maken van de Vulcano-munitie voor de oude Oto Breda's. Zo ver is het niet gekomen.
De Vulcano-granaten vliegen zo ver dankzij vinnen op het projectiel, hierdoor glijdt de granaat richting doel. Daarnaast is de snelheid van de Vulcano-granaat enorm hoog en heeft de granaat minder weerstand. Vulcano is bovendien erg precies, want met de vinnen kan de granaat sturen. De zogenaamde Circular Error Probability (CEP), dus de foutmarge, is volgens Amerikaanse bronnen kleiner dan vijf meter, de Italianen houden het op kleiner dan twintig meter.
Naval Strike Missile. (Foto: Kongsberg)
Kongsberg Naval Strike Missile (NSM)
Het contract voor deze wapens werd op 12 december 2022 getekend en de NSM's worden in 2025 geleverd door het Noorse Kongsberg. Dit kruisvluchtwapen heeft geen eigen radar, maar gebruikt een infraroodsensor. Dit wapen, de vervanger van de Harpoon, vliegt zo'n 250 km en haalt een maximumsnelheid van ongeveer Mach 0,9 (en is dus subsoon).
NSM is in de eerste plaats een wapen tegen andere schepen, maar met de NSM kunnen ook landdoelen worden aangevallen.
De NSM's van de LCF'en gaan over naar de nieuwe LC-fregatten.
Tomahawk van Raytheon is een subsoon kruisvluchtwapen (gaat dus niet sneller dan het geluid), maar vliegt erg laag en heeft een groot bereik. (Foto: US Navy)
Tomahawk kruisvluchtwapens
In 2027 zal het eerste Nederlandse fregat met een Tomahawk gaan varen. Deze Tomahawks gaan na uitdienststelling naar de FuAD's. Met de Tomahawk kunnen doelen op land worden aangevallen. Dat kan met een kanon ook, maar de Tomahawk heeft als belangrijk voordeel dat het een gigantisch bereik heeft: 1600 kilometer. De Tomahawk wordt normaliter gelanceerd uit de Mk41-lanceerinrichting.
Naast bovenstaande wapens, krijgen de schepen ook torpedo's en kleinere kanons ter zelfverdediging. De Goalkeeper wordt op andere schepen vervangen door onder andere RAM, kanon met geleide munitie en een vuurleidingsradar. Volgens de A-brief van maart 2024 wordt nog onderzocht of dit concept in het concept van de nieuwe fregatten past. Een maand later was aanvullend een 76mm Sovraponte-kanon van Leonardo dat onderdeel uitmaakt van de vervanging van de Goalkeeper. Verder zijn er 40mm kanons te zien en een anti-torpedo-torpedo wordt voorzien.
Om inkomende raketten te misleiden, zijn er ook decoys ingetekend en om de raketten te storen zijn er elektronische stoorzenders.
Sensoren | Naar menu
De belangrijkste sensoren van de nieuwe LC-fregatten zijn hun langeafstandsradars en vuurleidingsradars. Op de huidige fregatten zijn dat de SMART-L MM/N en de APAR, beide van Thales Nederland. Twee van de huidige LC-fregatten krijgen een nieuwe APAR, APAR block 2. Deze radars wordt na uitdienststelling overgezet op de nieuwe fregatten, voor de andere twee zal het bedrijf uit Hengelo twee nieuwe maken.
Afgaande op het beeld van april 2024, is te zien dat de nieuwe fregatten meer sensoren krijgen. Op de hangar staat een radar die qua uiterlijk sterk lijkt op de nieuwe SMART-L MM/N langeafstandswaarschuwingsradar en mogelijk een doorontwikkelde versie is. Behalve de APAR Block 2 komt er ook een radar voor luchtwaarschuwing en vuurleiding voor de korte afstand. Met deze radars kunnen ook de lage, varende drones zoals deze in de Zwarte Zee worden gebruikt, gedetecteerd worden.
Daarnaast lijkt het er op, zie de grijze vlakken onder de zwarte SMART-L-radar, dat ook in de achterste opbouw radarplaten zijn ingebouwd.
Voor de ASW-fregatten wordt het radar- en vuurleidingssysteem (Above Water Warfare System,
AWWS) ontwikkeld door Thales NL. Met AWWS kunnen schepen veel sneller en geautomatiseerd hun wapens inzetten tegen een groot aantal dreigingen. Bijvoorbeeld als een schip tegelijk door varende en vliegende drones en raketten wordt aangevallen.
Drones | Naar menu
De rol van drones neemt in het FuAD-project weer toe. De schepen zullen de mogelijkheid krijgen om samen met de Multifunctional Support Ships (MSS) te gaan varen. Deze schepen zullen worden voorzien van onderwatersensoren en Harop loitering munition, en voor FuAD het meest belangrijke: luchtverdedigingsraketten van de Barak-familie. Deze schepen zullen meevaren en kunnen niet aan boord van de FuAD; ze zijn zo'n 70 meter lang.
Welke drones de schepen nog meer krijgen, is nog niet bekend.
Raketten tegen luchtdreigingen op korte afstand
Raketten tegen luchtdreigingen op grote afstand
Raketten tegen ballistische en hypersone dreigingen
Naval Strike Missile tegen zee- en landdoelen
Tomahawk kruisvluchtwapen tegen landdoelen
1x Leonardo 127/64 LW kanon tegen zee- en landdoelen
1x Leonardo 76mm Sovraponte-kanon tegen zee- en luchtdoelen
1x RAM tegen zee- en luchtdoelen
2x 40mm kanon
Torpedo's tegen onderzeeboten
Torpedo's tegen torpedo's
Stoorzender
Decoys
Sensoren
Thales APAR Block 2
Thales volumeluchtwaarschuwingsradar
Doorontwikkeld Thales AWWS
Sonar